GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitachland. Een verzoek van leden aan den Opperkerkeraad derEvangelische kerk om prediking naai de belijdenis dei keik.

In Berlijn heeft in de Evangelische landskerk het modernisme in negen gemeenten getriomfeerd. Zij die in deze kerken aan de Luthersche belijdenis vasthouden, hebben „positieve kerkelijke vereenigingen" gesticht, die gemeenschappelijk den Opperkerkeraad verzochten middelen te beramen om in hunne geestelijke behoeften te voorzien. De rechtzinnigen der Trinitatisgemeente te Charlottenburg wendden zich reeds tot het Koninklijk Konsistorium van Brandenburg met verzoek om hulp, doch te vergeefs. Daarom hebben de besturen der positieve kerkelijke vereenigingen zich tot den Opperkerkeraad gewend. Deze vereenigingen spreken uit naam van niet minder dan 300, 000 belijders des Heeren; voorwaar een minderheid waarmede men wel inag rekenen!

In dit adres van vereenigingen der Advent*, Luisenstadt-, Luther-, Wartens-, Melanchthon-, Oster-, Thomas-, Ttinitatis-en Zwingligemeente wordt eerst medegedeeld dat de Trinitatisgemeente zich tot het Koninklijk konsistorium der provincie Brandenburg gewend heeft met de mededeeling dat de vijf predikantsplaatsen door kerkelijk liberale mannen bezet werden, zoodat die leden der gemeente, die getrouw bleven aan de belijdenis, zonder geestelijke verzorging zijn wat betreft de prediking en de bediening van het sacrament. Men betoogde dat het onmogelijk was voor de belijders des Heeren om met de moderne predikanten mede te gaan of hu ne prediking bij te wonen. De vereeniging meende tegen de leer der predikanten niet te moeten protesteeren nadat de aanklacht die ingebracht werd tegen den predikant Devarianne werd afgewezen en het ook bleek dat de aanklacht tegen den predikant Heyn geen uitwerking had. Daarom verzocht de vereeniging, dat het consistoiium het mogelijk zon maken dat rechtzinnige predikanten uit de omliggende gemeenten elke vier weken op een Zondagvoormiddag in de Ttinitatiskeik konden prediken, het Avondmaal bedienen, huwelijk inzegenen en den doop bedienen, of een anderen weg te openen om aan den wensch van die leden der gemeente te voldoen, welke aan de belijdenis hunner kerk zoeken getrouw te blijven. Het Koninklijk Konsistorium had hierop geantwoord, dat het „niet aanging predikanten uit de genabuurdt gemeenten op te dragen godsdienstoefeningen te houden en het H. Avondmaal te vieren in de kerk hunner (n.l. de Ttinitatis ) gemeente". Het wees hun er op, dat zij in andere gemeenten des Zondags de prediking, die zij begeerden, konden hooren.

Nu bevinden zich de leden der acht bovengenoemden gemeenten, die aan de belijdenis der kerk getrouw bleven, in min of meer denzelfden toestand als hunne geestverwanten in de Trinitatisgemeente. In deze acht gemeenten rekenen zich alle heeren predikanten tot de kerkelijk liberale richting, zoodat de leden der kerk die aan de belijdenis getrouw bleven, volgens de jongste telling meer dan 300.000 zielen, zonder behoorlijke geestelijke verzorging zijn.

Daarna verklaren de besturen der negen positieve vereenigingen, dat zij zich onmogelijk bij het antwoord van het Koninklijk Konsistorium kunnen nedetleggen. Zoolang de Evangelische landskerk eene belijdende kerk is, moeten de leden, die hare belijdenis beamen, eischen, dat hun in hunne gemeenten op de een of andere manier het Woord Gods volgens de Heilige Schrift en de belijdenisschriften der kerk bediend worden. De leden der kerk die aan hunne belijdenis vasthouden zijn niet van zins zich zoo maar kortweg van hunne eigene gemeenten naar genabuurde gemeenten te laten verwijzen en daarmede tevreden te zijn. De geestelijke nood der belijdende leden der Evangelische kerk is in de laatste juen steeds grooter geworden en de jongste uitspraken over de aanklachten tegen liberale predikanten, hebben de petitioneerenden en allen in den synodalen kring van de stad Berlijn en daar btiiten ten zeerste ontrust. Zij houden het voor onverdragelijk, dat de leden der kerk die hare belijdenis beamen, door het radicale kerkelijke liberalisme, dat tegen de Heilige Schrift en de belijdenisschriften der Evangelische kerk en inzonderheid tegen de apostolische geloofsbelijdenis storm loopt, in hunne eigen kerkelijke gemeenten overheerscht en rechtloos gemaakt worden.

Het stuk eindigt met het uitspreken van het dringend verzoek, dat de Opperkerkeraad het niogelijk make, dat de belijdende minderheden hun wensch verkrijgen om in hunne eigene gemeenten gesticht te worden naar de Heilige Schrift en de belijdenisschriften dei Evangelische keik.

Het Duitsch kerkelijk blad, waaraan wij het bovenstaande ontleenen, voegt daaraan toe: „Wij gelooven niet, dat dit optreden namens de minderheden van negen gemeenten aan den Opperkerkeraad onaangenaam, veeleer dat het hem welkom is. Wij twijfelen niet of de Opperkerkeraad zal het in hem gestelde vertrouwen, dat in dat verzoek zich uitspreekt, rechtvaaidigen".

Wij VOOI ons denken dat deze mindeiheden zich genoodzaakt zullen : ^en, zelve de hand aan den ploeg te slaan.

N.«Amerika. Een Methodistisch bisschop ovei de zending.

Prof. Steffens wijst ei in De Hope op, dat terwijl jaien geleden een modem Godgeleerde in de nieuwe wereld uitsprak, dat het Mahomedanisme voor de natuurvolken een betere godsdienst is dan het Christendom, deielfde gedachte, maai eenigszins gewijïigd, uitgesproktn werd door een bisschop der Methodistische kerk. Deze beweert wel niet dat het Mahomedanisme voorde bewoners van Afrika een betere godsdienst is, maar dat hét voor hen beter is het Mahomedanisme aan te nemen dan het Christendom te aanvaarden. Deze bisschop denkt daarbij niet zoozeer aan de godsdienstige behoeften der negers als wel aan hunne wetenschappelijke positie en hun vooruitgang op stoffelijk gebied. Hij is van oordeel dat heidenen die Mahomedanen worden, aanstonds groote vorderingen in beschaving maken. Zij staan weldra met hunne leermeesters op dezelfde hoogte. Hun karaktei wordt er door gevormd. Zij gaan zich zelfstandig gevoelen. De weg tot maatschappelijke en staatkundige ontwikkeling staat voor hen open. Er is alras geen onderscheid tusschen hen en de Mahomedanen die hen tot den Islam leidden. De kerk zegt deze bisschop, heeft in dit opzicht niet veel voor de heidenen gedaan. Deze blijven, ook na hunne bekeering gevoelen dat zij op een lageren trap staan dan hunne leermeesters. Hunne leermeesters zeggen hun wel, dat de weg tot God open staat voor allen, omdat er bij Hem geen aanneming des persoons is, doch de gemeenschap met de blanke beschaafde Cbiistenweield is gesloten. De hemel staat voor hen open, maar de receptiekamers der beschaafde Christelijke families blijven voor het mindere ras gesloten. Dit is een redeneering waaruit ten duidelijkste blijkt, dat deze bisschop der Methodisten van oordeel is, dat het doel der Chr. zending zijn moet, opheffing der heidenvolken tot beschaving en staatkundige vrijheid. Wanneei wij echtei van gevoelen zijn, dat de kerk des Heeren geroepen is om den Christus aan de volken te brengen. Die gekomen is om te zoeken en zalig te maken wat verloren is, dan beseffen wij waarheen dezen bisschop wil. De dienstknechten Gods die naar het heidendom uitgaan, hebben het Evangelie van Gods genade in Christus te verkondigen, en wanneer dan dat Evangelie een macht wordt onder het volk tot hetwelk het werd gebracht, dan volgt beschaving en ontwikkeling van zelf. Wanneer Paulus gedacht had, dat ontwikkeling en beschaving door hem moest worden verbreid, dan had hij zeker het Evangelie niet verkondigd op den Areopagus van Athene en zou hij ook niet bekeerlingen gemaakt hebben onder mannen en vrouwen die tot het huis des keizers behoorden.

Met deze uitlatingen van den Methodistischen bisschop, wiens naam en woonplaats door Prof. Steffens niet worden medegedeeld, hebben wi] te rekenen, want wat hij uitspreekt leeft in het hart van sommige ijveraars voor de zending en het wordt door vele heidenen beaamd. Deze laatsten zijn geneigd de Chr. zending te aanvaarden, niet omdat zij zich als arme verlorene zondaars gevoelen, maar wijl zij voor lichzelven en voor hunne volksgenooten de Westersche cultuur begeeren. Als er dus geschreven wordt dat er overal in de Christelijke wereld zendingsijver ontwaakt en dat in de heidenlanden alom drachtige deuren geopend worden, dan heeft men er mede rekening te uouden datsommiger ijver meer doelt op maatschappelijke en staatkundige, hoogstens zedelijke veihtffing der heidenvolken en minder de toebrengiog der zielen tot de kerk die zalig wordt, terwijl de begeerte van vele heidenen om de Christelijke zending in hun land te ontvangen meer de maatschappelijke en staatkundige ophtffmg voor en van tiun volk raakt, dan dat zij wenschen tot den Christus geleid te worden of dat de Christus in hun land heerschappij voere.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1912

De Heraut | 4 Pagina's