GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. De twee in de landskeiken. richtingen

Het wordt steeds meer duidelijk, dat de Pruisische landskerk, evenals alle andere Evangelische landskerken in Duitschland, in twee kampen verdeeld is. Er is esn geslacht opgegroeid, dat zich bewust werd dat de belijdenis der kerk door hen verworpen wordt en dat toch zijn recht in de Evangelische kerk wil handhaven. Tot dat geslacht behoort een reeks ontwikkelde mannen, terwijl groote volksmassa's hen volgen. Deze mannen rusten niet, voordat al de fundamenten waarop de kerk desHeeren gebouwdis, omvergeworpen zijn. Daartegenover staan ook duizenden die tot de overtuiging kwamen, dat dit door de geloovigen niet lijdelijk mag aangezien worden. Zij weten dat de Kerk van Christus alleen kan blijven bestaan wanneer zij rust op het fundament dat eenmaal gelegd werd. Daarom gaat men in twee groepen uiteen. De eerste groep vraagt om oplossing van het vraagstuk, of en hoe de twee richtingen in eene kerk kunnen bijeen blijven. De andere groep is radicaler en roept om scheiding van kerk en staat.

De eerste groep wordt door de moderne predikanten geleid. Zij zijn niet genegen om datgene, wat in de belijdenis der kerk uitgedrukt is, als regel voor hunne prediking aan te nemen. Zouden zij tegen hunne overtuiging kunnen spreken, zouden zij leugenaars op den kansel worden? Zij meenen dat de reformatie uitgewerkt heeft dat zij niet aan de letter gebonden zijn, maar dat men in zijn godsdienstige overtuiging vrij zal zijn. Maar waar zijn de grenzen voor die vrijheid? De jongste gebeurtenissen in Pruissen hebben geleerd, dat men geen grenzen weet aan te geven. Als Jatho te Keulen predikt dat er geen persoonlijk God bestaat en dat er geen eeuwig leven is, dan heeft hij volgens de modernen ook het recht zoo te prediken. Een zijner vrienden beweerde, dat men op den kansel verkondigen mag dat Maria moet aangebeden worden, evenals dat een monist zijn leer mag aanprijzen. Niet allen gaan zoo ver maar allen zijn toch eenstemmig in den eiscb dat er in de kerk plaats moet zijn voor loochenaars van de Godheid van Christus en van de opstanding des Heeren; deze moeten daarin niet slechts geduld worden, hun recht om in de kerk te zijn behoort erkend te worden. Zij zien in het breken met de leer der kerk geen zwakheid, maar kracht; niet een teruggaan, maar een voorwaarts schrijden. Want de religie is iets innerlijks, dat aan geen autoriteit gebonden is. Hoe meer deze religie van vrijheid veld wint, boe meer sly bet volk . rondom haar verzamelen zal. Wanneer een kerkbestuur een man als Jatho buiten de kerk zet, dan noemt men dat een aanslag op de vrijheid in zake de religie, die Luther heroverd heeft. Neen, zoo mag de landskerk niet blijven. En zoo spreken niet alleen predikanten, maar ook gemeenten. Er zijn gemeenten, die er fel tegen gekant zijn dat een belijder van het kruis van Christus den kansel beklimt. Zij beschouwen het als een verkrachting van haar recht, wanneer kerkbesturen hare liberals of moderne predikanten bemoeilijken. Eiken maatregel die door de kerkbesturen genomen wordt om de belijdenis der kerk te handhaven, houden zij voor eene verkrachting van hun recht. En daarom zijn zij het met de richting 'm welke gestuurd wordt, geheel oneens.

De ontevredenheid is echter in geloovige kringen veel gtooter. In den Hamburger kerkelijken strijd is een woord gesproken d»t dit duidelijk aantoont, het woord „geweten". Bij de modernen is het een machts-en rechtsvraag. Bij de rechtzinnigen treedt de consciectie op den voorgrond. Om des gewetens wil, zoo verklaarden te Hamburg een vijftigtal predikanten, konden zij niet langer met loochenaars van den Christus in ééne kerk blijven. Het is hun een leugen, de modernen als ambtsbroeders te erkennen en te behandelen. Is dit overdreven? Als men indenkt, wat het voor iemand zijn moet, die met trouwheid zijn gemeente zoekt te leiden tot den Christus die verhoogd is aan de rechterhand des Vaders, en hij weet: op denzelfden kansel verkondigt een ambtgenoot, dat deze Jezus reeds lang in het graf verteerd is, dan kon men toch niet volhouden dat een predikant, die in zijn ambtsbroeders een wolf moet zien die de schapen verscheurt, verkeerd doet, wanneer hij uitspreekt dat hij met dezulken niet als broeders van hetzelfde huis kan samenwonen. En het kan niemand verwonderen dat rechtzinnigen de vraag stellen: is eene landskerk met zulke toestanden nog eene kerk?

Maar nog moeilijker dan de geloovige predikanten kunnen de geloovige leden zich in den bestaanden toestand voegen. Zij komen des Zondags naar hun bedehuis, verlangend om een woord van bemoediging en vertroosting te hooren. Maar wat zij vernemen laat hen koud, indien zeifs hun geloof er niet zwaar door gekrenkt wordt. Zij Kunnen niet meer opgaan; de klokken luidden, maar voor hen niet meer. Zij zijn gelijk het onlangs bleek in de Triniteitsgemeente te Chariottenburg, waar vijf moderne predikanten zijn, „zonder geestelijke verzorging, zonder sacrament". Zij kunnen voor hunne kinderen geen catechetisch onderwijs krijgen. Op grond van de ordeningen der landskerk worden Christelijke gemeenten van hun recht beroofd en zijn de kinderen van onderwijs in de Christelijke leer verstoken. Kan men dit nog langer dragen?

Uit dit alles blijkt dat de boog van beide zijden sterk gespannen is, en bet is te verstaan dat ernstige mannen de vraag stellen: wat moet er gebeuren om aan deze onhoudbare toestanden een einde te makec?

{Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1912

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1912

De Heraut | 2 Pagina's