GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Bij het sterfbed van de £v. Lutherse he Kerk van Hamburg.

Dit is de titel van een geschrift van Paul Gebett, predikant bij de Immanuel Kerk te Hamburg-Reddel, waarin hij de haisdeüisgen der December«yaode van 1912 critisch bespreekt, het stenografisch verslag dier Synode afdrukt en ten slotte de acten die betrekking hebben op den ketkelijken strijd van Hamburg mededeelt. De kerkelijke strijd in den staat Hamburg liep over het formulier dat de predikanten dar £v. kerk moesten ondetteekenen. Het meest op den voorgrond in dezen strijd kwamen de predikant von Blocker en de hoogleeraar Dr. Hunzioger, die aan de eene zijde mannen als de ultia-moderne predikant Heydom wilden weren en aan de andere zijde den 7rede in de landskerk wilden herstellen. Het eerste hoopten zij te bereiken, door in het formulier het formeele en het materieele beginsel der Luthersche belijdenis, de autoriteit der Schrift en de rechtvaatdigmakitig door het geloof, vast te leggen, terwijl het tweede zou verkregen worden, door het formulier zoo in te kleeden, dat men het niet hard en scherp noemen kon. „Gode zij dank, nu hebben wij het, " zoo sprak von BiOcker toen hij de laatste vergadering der commissie' verliet, terwijl de burgemeester Dr. Schtöder in de Synode sprak: „Volgens mijn vaste overtuiging zal door het nieuwe formulier de grond waarop de landskerk staat niet weggerukt en de pilaren die haar dragen niet omvergeworpen worden." Vele orthodoxe predikanten waren het met dit nieuwe formuUer eens.

Men moet aannemen dat deze mannen ter goeder trouw waren, maar daarom verwondert men zich over de gelatenheid waarmede sij de houding, die de vrijzinnigen aannamen, verdroegen. In de commissie-vergaderingen kon men hooren dat loochenaars van de Godheid van Christus en van 'sHeeren opstanding verklaarden dat zij het eens waren met esn foi muiier waatin beide waarheden beleden wotden. Daaruit kon men toch aflnden, dat er iets aan dat formulier ontbrak, ji, dat het wezenlijke daarin niet gebonden werd. Is de Synode was er dan ook geen sprake van dat de (, g. vrijzinnigen hunne heterodoxie verborgen. De predikant Rode sprak zelfs: „Wij zullen niet wijken... wanneer men thans (hij had de tegenstanders van de nieuwe formule op het oog) het liberalisme dood wJl maken, dan zal men zien, dat wij op post staan".

Daarna sprak hij van de lichamelijke opstanding van Christus als van een „middeneeuwsch denkbeeld", dat niets met den „in den geest levenden Christus" te doen had. Zoo weersprak hij het geloof der gemeente, doch niemand stond op om te betoogen dat het nieuwe formulier zoo niet bedoeld was. Daarbij werd door de gebeele liberale pers van Duit8ctib.Dd een triumfkreet vernomen over hetgeen in Hamburg had plaats gehad, waardoor openlijk het gelijke recht der verschillende richtingen op kerkelijk gebied erkend wordt.

Daarentegen was men in het kamp van hen die aan Gods Woord vasthouden tegen het nieuwe fotmulier gekant. Een ouderling Max Schinckel sprak op de Synode uit dat htj ds eenige was die op de vergadering der commissie zich tegen de nieiiwe formule verklaard had en wel op grond van het feit, dat hij niet kon verantwoorden, dat de predikanten niet meer verplicht zouden zijn zich aan de belij. denis, die de reformatoren beleden en geleerd hebben, te honden. Er wordt toch in het bevestigingsformulier niet gesproken van de apostolische geloofsbelijdenis, de Augsburgscbe confessie en de groote heiUfeiten als de Opstanding van Jezus Christus uit den doode. Deze diagen behoeven dus niet meer geleerd te worde», want ook de onderteekening der belijdeaisschtiften zal voortaan slechts zoover gelden ais de nieuwe formule reikt. Zeer ver reikt deseia formeel opzicht niet, want nadat de belijdenis als maatgevend is weggevallen, wordt het aan ieder vrij gelaten welke voorstelling hij zich maakt van e«n getrouwen dienaar der Evangelisch-

Luthersche kerk. Hij kon lich ook niet begrijpen, hoe men met het oog hierop beweren koa, dat de „belijdenisstand" der kerk Biet veranderd worden zou als het nieuwe formule sacgeuomen werd, want de eenige waarborg voor de handhaving dier belijdenis ligt voortaan slleeu in den naam \zn Evaogelisch-Lulhersch. Maar namen kunnen zoo licht tot een blooten klank zonder inhoud worden.

Zoo sprak deze onderling en hij liet niet na er in de synode op te wijzen, dat er, al wa er een groote meerderheid voor het nieuwe formulier te vinden, buiten de synode menschen waren die zich aan de geloofsbelijdenis der Vaderen vasthielden. Dit laatste was ook openbaar geworden door bet minderheidsadvies der 14 predikanten van de beide conventen, door de resolutiën der kerkelijke vereenigiog enz. Hij was dan ook van oordeel dat delandskerk door het aannemen van het formulier tot algeheel verval komen zou, al zou de kerk van Christus, die dau woont waar den van de dooden opgewekten Heiland verkondigd wordt, blijven bestaan.

Vele steramen In de Christelijke pers oordeelden ook op dezelfde manier, terwijl de bekende General-Superintendent Kaften de gewichtigste bedenkingen tegen de invoering der Hamburger nieuwigheid heeft ingebracht. £n zou men daardoor niet ongerust moeten worden?

Er komt nog Iets bij. Men wilde den vrede in de Hamburgsche Keek doen wedetkeeren en nu moet men beleven dat een scheuring ontstaan zal, niet doordat vetloochenaars van den Christus zich van haar losmaken, maar wijl belijders van dan Christus haar zullen verlaten. Men raakt dan hen kwijt die op het standpunt van „Gods Woord en Luther's leer" staan, al Is het ook dat niet allen zullen heengaan. Er zijn nog velen die in het besluit der synode een zegen zien. Maar er zijn ook vele belijders des Heeren, en dit zijn niet de slechtsten, die overtuigd zijn dat de Hamburgsche Luthersche Kerk op haar sterfbed gebracht is. Profetisch heeft de overleden predikant Behrmann reeds in 1901 gesegd: „Ik ben geen profeet. Maar toch mag ik zeggen: Of het Evangelie zal d kansels van Hamburg weder veroveren, óf de Luthersche Kerk van Hamburg zal in de kapellen zijn, en dan zal van deze kapellen welke reeds veel zegen gaven, nog grooter zegen uitgaan.“

Wij kunnen tot geen ander besluit komen dat óf de liberalen die gejubeld hebben toen het nieuwe formulier werd aangenomen zich vergist hebben, óf de orthodoxen, die gemeend hebben dat de gemaakte verandering heil brengen zou, zijn het slachtoffer van een schrikkelijke dwaling geworden. Wij meenen dat het laatste de waarheid is. De Hamburgsche landskerk ligt op baar sterfbed, is althans doodelijk krank. Gelukkig dat et nog „kapellengemeenten" zijn, waarin de Christus als gestorven voor onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaklng, verkondigd wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 augustus 1913

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 augustus 1913

De Heraut | 2 Pagina's