GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de BarMin handelt Prof Bouwman over de 'Kerkelijke belijdenis; ditmaal heeft hij het over de vrijheid der profetie waarvan hij. het volgende zegt:

De Gereformeerden hebben, zooals wij gezien hebben, steeds het. gezag der belijdenis gehandhaafd. Juist omdat zij de belijdenis hebben aanvaard als accoord van kerkelijk samenleven, was het noodig dat alle leden der kerk, de leden én de ambtsdragers, hunne instemming betuigden met de belijdenis. Natuurlijk werd er onderscheid gemaakt. De leden betuigden hun instemming bij het vragen van het recht van toegang tot het sacrament, en zij hernieuwden deze belijdenis telken male wanneer zij met hunne kinderen kwamen tot de bediening des H. Doops. Maar van de ambtsdragers werd bovendien nog gevraagd, dat zij door onderteekening van de formulieren verklaarden dat zij de leer der kerk vervat in de belijdenis, den catechismus en de canones hielden voor in alles met den Woorde Gods overeenkomstig, en dat zij niets zouden leeren wat daarmee in strijd was.

Evenwel wilden zij de conscientie niet binden en lieten daarom oOk een zekere vrijheid.' Allereerst de 'vrijheid van de profetie. Onder die vrijheid van profetie verstonden de Gereformeerden naar Voetius' definitie de niacltt of de vrijheid, van de zijde der herk toegestaan om eeti gevoelen te hebien en uit te spreken, dat van anderer gen'oelen verschilt, Om dit recht te verstaan moet van te voren afgesneden de gedachte, alsof hiermee de vrijheid gegeven was om van de belijdenis der kerk te verschillen en deze afwijking openlijk te verkondigen. Neen, deze vrijheid had betrekking op het gebied, waaromtrent de belijdenis zich niet uitsprak. Trigland. acht die vrijheid van profetie beslist noodig voor de kerk, a omdat onze kennis op aarde steeds onvolkomen is, b omdat er verschil van gaven is onder de geloovigen, en c omdat deze verscheidenheid, en in verband daannee het verschil van gevoelen, door God dienstbaar gemaakt wordt tot verheldering van het inzicht, en tot verrijking van onze kennis.

Waarop heeft deze vrijheid van leering betrekking ? Zij raakt allereerst de uitlegging van Gods Woord. De belijdenis kan en moet zich niet over alle dingen uitspreken, Fundamenteele artikelen, waarover de kerk zich beslist heeft uitgesproken, vallen buiten het geding. Daarover moet eenstemmigheid zijn. Maar in de uitlegging van de Schrift werd steeds vrijheid gelaten, mits het resultaat der uitlegging niet in strijd kwam met de gronden der leer. Men was overtuigd van de waarheid der belijdenis, en kon de afbreking of omverwerping der belijdenis niet toelaten. Maar de vrijheid werd toegelaten in allerlei vraagstukken van historischeii, philologischen, chronologischen en genealogischen aard, die niet met de grondstukken in rechtstreeksch verband staan.

Hoever deze vrijheid van leering zich uitstrekt is moeilijk te zeggen. Voetius zegt terecht dat dit afhankelijk is van allerlei omstandigheden. Er moet, zoo zegt hij, aan de Engelsche theologie vrijheid geUUen worden, hun bisschoppelijke systeem te verdedigen, omdat zij in een andere nationaliteit en in andere omstandigheden verkeeren, hoewel dit binnen den kring der Nederlandsche kerken niet openlijk mag geleerd worden, wijl deze in hun belijdenis anders spreken. Eveneens maakt het verschil of de kerk rustige tijden doorleeft, dan wel of zij in groote onrust en beroering is.

Ten tweede verdedigden de Gereformeerden de vrijheid in de voorstelling der leer. Alleen een veiligheidsklep was aangebracht, namelijk dat de vrijheid van de leerwijze niet onta, arde in de onbeperkte Icervrijheid. En dan de vrijheid van profetie, zegt Trigland, geeft niet het recht «de medebroeders te lasteren, derzelver leer te lasteren en hun eigene leer anderen, in het geheim en in hel openbaar, tot entrusting van velen, in' te planten", en evenmin mag men «dulden en laten geworden degenen, die hunne valsche leer drijvende, de H. waarheid tegenspreken en lasteren". Calvijn en Melanchton hebben zich verschillend uitgelaten, maar, zegt Trigland, Melanchton heeft nooit gedaan als de Remonstranten; de leer van Calvijn gelasterd, en de Stoïsche ofManicheïsche leer ingevoerd. In de historie der Gereformeerde kerken is steeds gebleken dat groote vrijheid in het leeren en in de wijze van leering werd gelaten. In zake het supra-en het infralapsarisme is er steeds verschil van gevoelen geweest, en al liggen de canones van Dordrecht op infralapsarischen lijn, . toch hebben de kerken er nooit aan gedacht degenen, die voor zich zelf het gevoelen der supralapsariërs toegedaan waren, lastig te vallen. Er bestaan in de Gereformeerde kerken onderscheidene verklaringen van 1 Petrus 3:13—22, en in verband daarmee over het artikel: nedergedaald ter helle", maar niemand denkt er over een ander om zijn opvatting te veroordeelen, indien hij maar niet loochent de waarheid van onze catechismus-verklaring dat Christus gedurende Zijn gansche leven, maar inzonderheid aan het einde Zijns levens de helsche kwalen geleden heeft. Geheel vrijgelaten wordt de meening door velen uitgesproken, dat de catechismus niet de volle verklaring van het oude geloofsartikel biedt.

Onze Gereformeerde kerken hebben in alklanden en in alle tijden omtrent vele vraagstukken de libcrtas prophetandi gehandhaafd, en juist daardoor getoond, hoe de handhaving-der belijdenis gepaard kan gaan met een breedheid en ruimte van blik, zoodat noch de vrijheid van conscientie, noch de ontwikkeling der theologie geschaad werd. Die vrijheid moet blijven.

Alleen deze grens moet aan de , vrijheid van Iccring gesteld worden. Ic dat men met voorzichtigheid en omzichtigheid handde, spreke en schrijve omtrent de stukken des geloofs, en dat men niet wijs wille zijn boven hetgeen God ons geopenbaard heeft, en 2e dat de leeringen niet mogen strijden met de analogie des geloofs.

Ten slotte kan ook nog dit worden opgemerkt, dat er onderscheid is tusschen wat iemand particulier als zijn gevoelen openbaart, en wat hij op den kansel en voor de gemeente leeraart. Natuur-Ujk moet alle dubbelheid in dezen worden vermeden. De theoloog mag niet anders spreken op den katheder dan op den kansel, er mag geen scheiding zijn tusschen den theoloog op de studeerkamer en voor het volk. Maar wat oorbaar is in engeren kring to behandelen 'M niet steeds stichtelijk uit te spreken. Het is ook mogelijk dat 'iemand meent tot een resultaat gekomen te zijn, en dat het later blijkt dat zijn onderzoeking ver van voltooid was. Juist daarom hebben de Gereformeerden steeds gewild, dat niet alle verschillen zonder ondersclieid op de academiën mogen geleerd worden.

Dat men op handhaving der belijdenis vooral in onze dagen nadruk legt, is uitnemend, maar daarbij mag toch nooit vergeten worden, 'dat even beslist moet worden opgekomen voor wal onze vaderen de vrijheid der profetie noemden. Onze Synode van Utrecht deed dit, toen de bekende leergeschillen daar aan de orde kwamen. V^w het zou .een versteening van het Kerkelijk leven tengevolge hebben, wanneer deze vrijheid uit onze kerken werd weggenomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's