GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE SPEELMAN.

III.

VRIEJIDEN.

Er woonde nog een derde op Jadis, en ook met deze willen we kennis maken.

't Was een meisje, een jaar of zes, oud, in den tijd waarvan we hier spreken. Zij heette Louise, en was het eenig kind harer ouders, die haar zoo lief hadden, dat zij de kleine in alles volkomen haar zin gaven, hoe verkeerd en gevaarlijk zulk een handelwijs ook was. Dat laatste kon natuurlijk de kleine Louise nog niet begrijpen. En zij zou waarschijnlijk tot een hoogmoedig en onhandelbaar mensch zijn opgegroeid, indien de Heere God niet voor haar had gewaakt, en gezorgd, dat van haar wat goeds werd voor Zijn aangezicht.

Dat de kleine Louise in huis zelden of nooit van den Heere en zijn dienst hoorde, hebben de lezers reeds begrepen. Mevrouw leefde geheel in en voor de wereld; mijnheer dacht meer aan jachtpartijen dan aan Bijhellezen of Psalmzingen. Nu en dan hoorde Louise nog wel eens iets uit de Schrift lezen, maar voor het overige werd zij uit Gods Woord niet anders onderwezen, dan een uurtje per week door de Fransche onderwijzeres of gouvernante, die haar moest opvoeden. Doch het kind verstond dikwijls de helft niet van wat zij hoorde, en de juffrouw deed ook geen bijzondere moeite om het haar duidelijk te maken.

Nu had de heer Van der Spronk, gelijk we weten, een nieuwen tuinman aangenomen. Dit was een man die groote kennis van zijn vak bezat, maar nog wat meer en wat beters. Want de tuinman kende wel vele planten en bloemen, maar wist ook, dat het de Heere God is, die het alles geschapen heeft en die nog beter dingen heeft en geeft, dan zelfs de prachtigste hof op aarde.

Het tuinmanshuis lag niet ver van hethoofd^ gebouw, en zag er recht vriendelijk uit. Het kasteel, zooals Jadis veelal genoemd werd, was wel zeer fraai, maar ook zeer statig en wat somber van voorkomen. De stichter had misschien de herinnering willen bewaren van het kasteel vroeger door hem in Frankrijk bewoond. De tuinmanswoning daarentegen was licht en luchtig, was fraai met khmop begroeid en van binnen heel netjes voor en ten deele ook door den nieuwen bewoner in orde gebracht. Geen wonder dat de kleine Louise hier graag vertoefde. Zij had daarvoor trouwens al den tijd. De lessen namen slechts enkele uren daags in beslag en voor het overige kon Louise doen wat zij wilde. Zooals ik reeds zei, werd zij daarin nooit belemmerd, en de onderwijzeres had er ook volkomen vrede mee. De tuinmansvrouw zag Louise gaarne en was jegens haar bijzonder vriendelijk. De goede vrouw had trouwens zelf geen kinderen, en was daarom misschien te meer gesteld op het bezoek der kleine. De tuinman

zelf dacht er evenzoo over als zijn vrouw. Daarbij lag achter het tuinmanshuis de boomgaard en de broeikas, waarin allerlei groeide dat smakelijk was, gelijk Louise bij ondervinding wist. 't Was dus zeer begrijpelijk dat het kind eiken dag, als het maar even kon, een soms heel lang bezoek aan de tuinmanswoning bracht. Uren lang kon zij bij den tuinbaas zijn en verbeeldde zich soms, dat zij hem wezenlijk hielp, als hij in den boomgaard of bij de bloemen bezjg • was. Heel aardig kon zij dan snappen, en deed allerlei vragen waarop de goede man soms geen antwoord wist. Doch dat stoorde de vriendschap in het minst niet.

De tuinbaas had vroeger als kind met zijn ouders wat zuidelijker in Gelderland gewoond. Zij hadden daar een kleine boerderij gehad. Overal golden zij voor brave lieden, maar de vrees van God woonde niet in hun harten. In het booze jaar 1672 was er echter veel veranderd. Vele lezers zullen wel weten hoe in dat rampspoedige jaar ons land werd aangevallen door de krijgsmachten van Engeland, Frankrijk, Munster en Keulen. De Franschen trokken over de rivieren Gelderland binnen, en drongen door tot voorbij Utrecht. Het land scheen reddeloos verloren. Doch we weten ook, hoe het God behaagde, door middel van prins Willem III, het bedreigde vaderland weer te verlossen.

De vijanden trokken af, doch op meer dan één plaats lieten zij de sporen hunner verwoestingen achter. Dat hadden ook de ouders van den tuinbaas ondervonden. Niet alleen hadden zij hun paarden en hun vee grootendeels verloren, maar ook was ongelukkig hun kleine hoeve door brand vernield. Toen de oorlog geëindigd was, of althans niet meer in Nederland woedde, waren zij zoo goed als arm, en moest de man als daglooner gaan werken.

Doch juist dit verlies van het aardsche goed dreef man en vrouw er toe wat beters te zoeken n.l. dat goed waarvan de Psalmdichter zegt dat het nimmermeer vergaat, en dat ons ook door geen oorlog of andere rampen kan worden ontnomen. Zoo konden ook zij ten slotte zeggen: Uit verlies winst.

Hun zoon, de latere tuinman op Jadis, was intusschen een jongeling geworden die zijn vader wakker bij den arbeid hielp. Zoo gelukte het den vader er weder boven op te komen, en kon hij na voor weinig geld een klein stuk land te hebben gekocht, daarop weder een huisje voor zich bouwen. Dit was juist in het laatste jaar van den oorlog met Frankrijk, en daarom kon op een steen boven de deur dit vers prijken, dat er echter eerst later kwam:

In troebel tijd is 't aangeleid, In vredestijd volbracht. Met God heb ik mijn hoop gevleid. Van wien ik alles wacht.

De zoon was later op eigen gelegenheid gaan werken en wel als tuinman. Hij had vrij wat gereisd, veel gezien en geleerd en tevens den naam gekregen van zeer kundig in zijn vak te zijn. Zoo kwam het, dat de heer Van der Spronk hem op Jadis aanstelde, iets waarvan nóch de heer nóch de knecht ooit spijt heeft gehad.

BRIEFWISSELING.

V. P. (J. A. F. te L.) Uw schrijven de vorige week in orde ontvangen. De inhoud was" min duidelijk, maar u zult zelf begrijpen, dat een - dergelijke vraag in de afdeeling: sVoor Kinde ren« geheel misplaatst zou zijn. We hebben daarom de vraag aan de Redactie opgezonden. In deze afdeeling wordt dus het antwoord in geen geval gegeven.

Op ettelijke vragen hopen we eerdaags te antwoorden. Ditmaal kon zulks nog niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 maart 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 maart 1914

De Heraut | 4 Pagina's