GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Elk Student soldaat, - ook de theoloog.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Elk Student soldaat, - ook de theoloog.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Gelijk we bij de korte aankondiging van het woord, waarmede de pro-rèctor Profv Diepenhorst de colleges aan de Vrije Universiteit opende, beloofden, komen we thans nader op deze rede terug, die éérst thans, nu ze in druk voor ons ligt, naar 'behooren gewaardeerd en beoordeeld worden kan.

En dan mag in de eerste plaats een woord van hulde aan Prof. Diepenhorst niet onthouden worden voor de wijze, waarop hij zijn taak heeft volbracht. Zijn rede. was meer dan een gelegenheidsr toespraak tot de studenten ; ze getuigt van zoo degelijke voorstudie, ze behandelt het onr ÊÊtm MMt derwerp op zoo grondige wijze, ze biedt zulk een schat van historische bijzonderheden, dat het te begrijpen is, dat deze rede zelfs voor een rectorale oratie kon Worden gehouden. Daarbij komt, dat Prof. Diepenhorst uitnemend de kunst verstaat om uit de schatkamer der historie allerlei bijeen te zamelen, wat de aandacht prikkelt; dat hij een slagvaardig debater is, die handig elk tegenargument ontzenuwt; dat door heel zijn rede een warme liefde voor het vaderland doorstraalt, die het hart goed doet; en. dat aan het slot ook de toon van heiligen ernst niet ontbreekt, die juist omdat soberheid; hier betracht is, te dieper indruk zal maken. Dat de architectonische eenheid der rede te wenschen overlaat en dat hier en daar wel wat veel historisch bijwerk is aangebracht, dat met het eigenlijke doel der rede niet rechtstreeks in verband staat, zijn gebreken, die men dan ock gaarne over 't hoofd ziet, om het vele goede, dat in deze rede ons geboden wordt.

Ook verheugen wè ons, dat Prof. Diepenhorst, die zoo warm voor algemeenen dienstplicht ijveren komt, daarbij toch een uitzondering maakt voor de predikanten. Toen we zelf naar aanleiding van de beweging onder de studenten om aan de Regeering te verzoeken de vrijstelling voor de theologen af te schaffen, ons oordeel over deze quaestie uitspraken, hebben we terstond onderscheid gemaakt tusschen oefenplicht voor de theologische studenten en oefenplicht voor de predikanten. Tegen het laatste verklaarden we principieel bezwaar te hebben; tegen het eerste hadden, we zulk een principieel bezwaar niet. In zooverre komt Prof. Diepenhorst dus tot dezelfde conclusie als wij. Zelfs zijn wij hem dankbaar, dat hij thans met de ofificieele stukken aantoonen kwam, dat dienstplicht voor predikanten en geestelijken ook in Duitschland niet bestaat, maar in Frankrijk, wel; iets wat destijds ook door ons., was beweerd, maar, door enkele inzenders in het Handelsblad betwist werd

Maar hoezeer we op dit punt met hem akkoord gaan, meenen we toch op twee punten met hem van gedachten te moeten verschillen.

Het eerste verschil raakt den grond, waarop Prof. Diepenhorst voor de predikanten vrij stelling van dienstplicht vraagt. Hij acht, dat die vrijstelling niet aan de predikanten toekomt als een bijzonder privilegie op grond van hun ambt; ook niet omdat de zelfstandigheid van de Kerk die vrij stelling eischt, en evenmin omdat de predikanten als dienaren van Christus van dezen staatsdienst behooreri vrijgesteld te worden, maar dat de Overheid deze vrijstelling verleenen moet alleen op grond van het welbegrepen belang der bevolking, die van haar geestelijke verzorging vooral in tijd van bezoeking en oorlogsverschrikking niet beroofd" mag worden. Nu is dit laatste argument zeker op zichzelf niet onjuist; ook door ons werd hierop in de Heraut reeds gewezen. Maar 'wel hebben we er ernstig bezwaar tegen, (fat Prof. Diepenhorst meent, dat bij dit vraagstuk niet gerekend mag worden met de zelfstandigheid der Kerk noch met de roeping, door Christus aan de predikanten geschonken. > Wij achten het bedenkelijk, zegt hij, pag. 46, de zelfstandigheid van de kerk tegenover den staat zoo scherp te poneeren, dat daaruit de vrijdom van militairen dienst mag worden afgeleid*. Wel acht hij een beroep op die zelfstandigheid geoorloofd , , om alle. inmenging van den Staat met inwendige kerkelijke aangelegenheid af te slaan", maar zij geeft zegt hij, »den kerkedienaren geen vrijbrief voor het nalaten van plichten, den staatsburger opgelegd. Het: > geeft ''den Keizer wat des Keizers is", legt niet alleen den plicht vast ook schatting te betalen. Waar is hier de grens, en wat reden zou er bestaan om uit de reeks van staatsrechtelijke verplichtingen alleen den militiedienst uit te schakelen ? Dat Christus Koning is, geeft geen oplossing; gaat men op zekere vocale overeenstemming af, dan zou het feit, dat Hij de opperste Rechter is, tot onttrekking van de geestelijken aan de burgerlijke jurisdictie moeten leiden."

Nu is het zeker volkomen juist, dat het Protestantsche Kerkrecht in tegenstelling van het Roomsche de zelfstandigheid van de Ket-k tegenover den Staat nooit zoo ver heeft doorgetrokken, dat de dienaren der Kerk daarom onttrokken zouden moeten worden aan de burgerlijke jurisdictie, of vrijgesteld van de verplichting om belasting te betalen. Christus zelf en zijn discipelen hebben immers belasting betaald, en ze hebben ook nooit geweigerd voor den burgerlijken rechter te verschijnen. Dat Christus zelf in zijn Kerk de hoogste rechter is, ziet op de geestelijke jurisdictie, maar die geestelijke jurisdictie is van de burgerlijke wel scherp te onderscheiden. Het is daarom geen inbreuk op het Rechterschap van Christus, wanneer de Staat een predikant, die de wetten des lands overtreedt, deswege met boete of gevangenschap straft; maar wel zou het dit wezen, wanneer de Staat hem bijvoorbeeld ontzetten ging uit zijn ambt, want dat recht komt niet aan den Staat maar alleen aan Christus toe. En evenzeer is het duidelijk, dat het niets met het Koningschap van Christus te maken heeft, wanneer de Staat van den predikant belasting eischt, want het betalen van belasting is zeker geen beletsel voor den predikant, om als dienaar van Christus het hem opgedragen ambt waar te nemeh. Geheel anders daarentegen staat het met den militiedienst, want zoolang een predikant in het leger dienen moet, kan hij zijn ambtelijk werk niet verrichten. Zoo zou bij een algemeene mobilisatie, gelijk we thans beleven, het grootste deel der gemeenten voor een jaar en zelfs langer beroofd kunnen worden van de bediening des Woords en der Sacramenten. En niet alleen dat de Staat daardoor wel degelijk zou ingrijpen in »de inwendige aangelegen-1 heden der Kerk*, maar wat nog veel erger is, hij zou ook inbreuk maken op de Souvereiniteit van Christus. Christus toch heeft deze dienaren a: angesteld en hun last gegeven, otn aan Zijne gemeente het Woord en de Sacramenten te bedienen. En de Staat zou, door deze dienaren voor zich op te eischen, hun feitelijk onmogelijk maken dezen last, door Christus hun opgedragen, te vervullend

Het 'doet ons leed, dat Prof. Diepenhorst dit niet gevoeld heeft. Reeds kwam in de Maashode, een inzender verklaren, dat het standpunt door Prof. Diepenhorst ingenomen, „sprekend lijkt op het wanschapen liberalistische hersenprodukt van het zoogenaamde Staatsabsolutisme", waarin de Staat niet met de zelfstandige rechten der Kerk; maar alleen met het welbegrepen belang der bevolking te rekenen heeft. Natuurlijk is dit allerminst de bedoeling van Prof. Diepenhorst geweest, maar indien hij zich ietwat voorzichtiger had uitgedrukt, zou hij aan Roomsche polemiek geen stok in handen hebben - gegeven om daarmede het Protestantisme te slaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Elk Student soldaat, - ook de theoloog.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1915

De Heraut | 4 Pagina's