GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE T B-G ENHANCE R.

II.

WEDERZIEN.

Mijnheer Lehman werd diep bewogen door hetgeen hij hoorde, vooral toen zijn bezoeker erbij voegde: > Het schijnt Gods wil en weg, en daarin heb ik te berusten." Hij begreep dat die man, in wien hij nu duidelijk zijn ouden makker herkend had, zijn treurig lot niet had te wijten aan luiheid noch aan.een ongeregeld leven. Veeleer was gebrek 'aan moed en onbekwaamheid om het rechte oogenblik aan te grijpen oorzaak van de ellende. * Innerlijk bewogen trad hij op den werkzoeker toe, reikte hem de hand en zei trouwhartig:

Ik merk wel, het geluk dat gij hier kwaamt zoeken hebt gij niet gevonden Jan AVolters."

Verbaasd keek de ander herh aan en vroeg:

»Kent gij mij dan mijnheer? "

»Zou Frits Lehman u niet meer herkennen" was het antwoord. »Gij zijt weinig veranderd; alleen wel de helft magerder geworden. Ik ben zeker naar het uiterlijk een geheel ander man geworden dan vroeger. Anders zoudt gij mij wel herkend hebben."

Nu dit was pok zoo. De een was van een boer heer geworden, de ander een arme sloover gebleven gelijk hij was.

Mijnheer Lehman wilde gaarne nog, wat meer praten. Maar hel gesprek vlotte niet best, 'daar

Wolters te zeer verbaasd en te beschroomd was jegens zijn rijk geworden vriend om veel te zeggen.

»Koin morgen terug", zei Lehman eindelijk, > en het zou vreemd moeten loopen als ik niet iets voor u had. Ge kunt op mij rekenen, op uw ouden schoolmakker. Neem dit goudstuk mee; ge zult het wel kunnen gebruiken."

Met een dankbaar hart verliet Wolters het kantoor, en haastte zich naaf huis om zijn vrouw het goede-nieuws mede te ieelen, waar beiden God voor dankten. Toen werd wat eten m huis gehaald, en ging Wolters er op uit om iich in een oude-kleerenwinkeL een jasje aan te schaffen wat meer toonbaar dan hetgeen hij nu droeg. Want hij moest er morgen knap uitzien.

De heer Lehmaan schaamde zich zijn ouden vriend niet, gelijk anderen allicht zouden gedaan hebben. Toen het mooie, nieuwe huis klaar was, kreeg Wolters een woning in het achterhuis, fraaier dan nog ooit zijn verblijf was geweest. Dat hij juist daar moest wonen had zijn goede reden. Mijnheer Lehman had hem namelijk na een korten proeftijd tot pakhuismeester aangesteld. toen de vroegere wegens hoogen leeftijd en uitbreiding der zaken het niet meer kon volhouden, en een jaargeld kreeg. De patroon wilde liefst zijn nieuwen j)akhuismcesler altijd bij de hand hebben.

Zoo was mijn overgrootvader voor goed uit den nood. Tot in zijn ouderdom bekleedde hij zijn betrekking met eere, waarin zijn zoon hem opvolgde, en later zijn kleinzoon. Na eenigc jaren wist men in de handelszaak niet beter dan dat, zoo lang het hoofd des huizes l^hman heette, de pakhuismeester ook een Wolters moest zijn. De Lehmans zijn altijd goede, toegeeflijke en milde heeren geweest. Maar ook durf ik zeggen, dat de Wolters trouwe en aanhankelijke dienaars \yaren. Al was hun meester van gelijken oorsprong als zij, nooit hebben zij hem zijn voorspoed en rijkdom benijd. Ja ik mag gerust zeggen dat zij in , allen deele meer het voordeel hunner heeren dan hun eigen zochten. Xooging - het ook, al verving in de loop der jaren de eene Lehman'of de eene Wolters den anderen.

Mijn goede vader heeft helaas niet lang ge noeg geleefd, om zelf nog mij als zijn opvolger werkzaam te zien. Toen ik ongeyeer een jaar oud was gebeurde het, dat vader een de pakhuizen verliet juist toen er geheschen werd. Hij had dit honderdmaal gedaan, zonder dat er iets bijzonders gebenrde. Ditmaal zou het anders zijn. Een zware kist die hoog hing schoot uit den strop en trof mqn vader op het hoofd. Hij was onmiddellijk dood.

Diepe verslagenheid heerschtc er, niet alleen in zijn gezin maar ook bij zijn patroon en heel het handelshuis. Want hij wa* niet alleen een geacht maar ook een bemind man. Doch het zou nog erger worden. Want twee dagen na den dood mijns vaders openbaarde zich plotseling de keelziekte bij de jonge vrouw van den heer Lehman en bij hun eenig zoontje. Beiden stierven nog denzelfdcn dag. En zoo had men in een halve week tijds dnc geliefde dooden te betreuren. Ik ken den toestand waarin de nablijvenden zich bevonden, natuurlijk slechts 'van hooren zeggen, leder kan zich dien trouwens voorstellen. E)aarora ga ik die dagen verder stilzwijgend voorbij.

Hoe innig bedroefd de patroon, de tocmalige 'heer Jjchman ook zijn mocht, toch vergat hij daarom andere •treurenden niet, ook niet mijn moeder en mij. Met vaders dood hield natuurlijk zijn verdienste op. Nu had mijnheer Lehman mijn moeder wel een paar daalders 's weeks kunnen geven, en verder zeggen: ga been, word warm en word verzadigd, maar hij deed wat beters. Mijn moeder werd aangesteld tot hulp in zijn huishouding. Voor nüj liet hij om te beginnen een mooi, nieuw pak maken. Oole verwisselden wij van woning, en kregen een groote kamer en een kleine boven in 't huis, waar wij zeer genoegelijk konden wonen.

»Zie jongenlief" sprak mijn moeder wel eens, »wij mogen wel zeggen: De Hccre, heeft genomen maar heeft ook gegeven. Hij zorgt voor ons. Geprezen zij Zijn naam".

Menigmaal kwam ik, toen ik in jaren toenam, als ik naar school ging, of boodschappen moest doen, den heer Lehman op de stoep of voor het huis tegen. Hij groette mij altijd vriendelijk en sprak meermalen zeer hartelijk met mij. Hij vond dat ik hem herinnerde aan zijn kleinen Frederik die net zoo oud geweest was als ik en hem zoo vroeg was ontnomen.

Op zekeren dag moest ik na den schooltijd bij mijnheer Lehman komen, en mijn leerboeken meebrengen. Ik begreep volstrekt niet waartoe dit diende, maar zorgde stipt op den bepaalden tijd aanwezig te zijn. Mijnheer Lehman zag mijn boeken een voor een in CD zei toen:

»Dat valt mij mee. Ik had niet gedacht dat ge al uit die boeken Iccrdet. Ge zijt zeker niet de oudste in die klas«.

»Neen mijnheer ik ben de jongste.«

Dat scheen mijnheer te bevallen» > Gaat ge graag naar school ? « vroeg hij.

VIk zou nog liever t'huis lecren* antwoordde ik openhartig, > want de meester is erg streng, en sommige jongens doen mij kwaad omdat ik hooger zit dan zij. Maar het leeren zelf vind ik prettig.»

Toen deed mijnheer mij nog verscheiden vragen, waarbij vooral veel te rekenen viel. Ik kon gelukkig op alle een behoorlijk antwoord geven. Daarna kreeg ik een lekkeren, boterham en kon gaan.

HOOGEKBJRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's