GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren”.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren; en was machtig in woorden en in werken. Handelingen 7 : 22.

Stephanus' betuiging, zoo kort voor zijn martelaarsdood, blijft de aandacht trekken.

'Er is in heel de oude bedeeling een trekken van twee lijnen. Van den éénen kant is er gang in de Openbaring der genade onder de geloovigen, en anderzijds is er een ontwikkeling in menschelijke kennis, die bij de afvalligen huist.

Het begon reeds met Lamech, den man die liefst twee vrouwen tegelijk had, Ada en Zilla, en van wie drie zoons bekend zijn, Jabal, Jubal en Tubal-Kain. En alle drie deze zoons stonden in' wereldschen zin hoog. Jabal voerde het nomadenleven in, want hij woonde in tenten en hoedde vee. Jubal was de groote musicus. Hij toch was de vader van allen die in 't orgel en in de harp roem zochten. En Tubal-Kain was de eerste fabrikant, de leermeester, zooals er staat, van allen die in koper en ijzer werken.

In wereldschen zin een rijk gezegende familie, maar geestelijk arm. Er sloop met Ada en Zilla veelwij verij in. Lamech sloeg een man dood om een wonde, en stond er op, dat wat hem werd aangedaan zeventig maal zeven maal zou gewroken worden.

Vroomheid en kunstzin waren nog gescheiden. En juist dit nu kwam ook bij Mozes uit. Vroom was hij door Gods genade, maar bij „de wijzen van Egypte" moest hij in de leer, en het is uit hun^ wijsheid dat hij de kennisse erlangde, die hij straks behoeven zal. En zeg nu niet, dat . dit alleen in den aanvang zoo was, want nog in Salomo's dagen is het evenzoo. Van Hiram in Tyrus moesten de architecten komen om den tempel op Sion te bouwen. En zoo blijft het onder Israel tot den einde toe. De wereldsche dingen worden uit de wereld gekend, en 't vrome volk bloeit alleen door genade. Israel is nooit een geleerd volk, nooit een voor de kunst bezield volk geweest. Hunner was de vroomheid, maar de smaak en de geleerdheid huisde bij de Heidenen, bij de Grieken vooral. En toen nu de Joden latei die geleerdheid van de Grieken overnamen, viel welhaast heel 't volk van Israël uit elkaar.

Ge hoort 't dan ook door Jezus betuigen, dat de waarheid voor de wijzen en verstandigen verborgen is, en alleen aan de kinderkens, d.i. aan de zich in ziciizelf kleia gevoelende.ge.loovigen, geopenbaard is.

Met Christus komst treedt er da» ook verandering in.

Eenerzijds blijft het onderscheid tusschcn het voor God vroom zijn, en het naar luid der wereld knap zijn, en anderzijds gaat de heilige bezieling nu ook in de hooge kunst van het wereldsche leven heerschen, en wordt, wat in Israel gescheiden lag, pp Christelijk erf vereend.

Wat blijft is de stoffelijke kant van 't leven, die zich verrijkt niet uit de vroomheid, maar uit de wereldsche kunst. Hoe de smid met zijn hamer op 't aanbeeld moet werken, of een scheepsbouwmeester zijn schip van de heUing moet laten afglijden, zegt niet de vroomheid, maar leert onderzoek en technische kunde.

Vandaar dat de vroomste Christen voor zijn vak nog altoos de voorlichting van de wereldsche kunde noodig heeft. Wie Christen wil zijn, en acht daarom de aardsche ku.xuc te mogen verwaarloozen, onteert den Christennaanfi. Op alle niet-geestelijk terrein, of dat met het heilige niets uitstaande heeft, ^ijn het de leeraars der wereld die ook het kind van God in zijn vak bekwamen moeten.

Dit blijft onder ons zoo, gelijk het ook in Israel zoo was. Vroomheid leert geen mijn ontginnen, en zuiverheid in uw belijdenis bekwaamt u niet om uw vee vetter te doen grazen.

Maar heel anders komt 't te staan, zoo ge het hoogere terrein betreedt, waar de edele smaak in de kunst, liet dieper inzicht in 't kennen, en het rijke gemoedsleven in het weldoen heerschen moet.

Israel had bij zijn vroomheid geen eigen kunst, maar een Christelijke kunst is erwelterdage. Ge ziet 't in den bouw der Godshuizen, ge beluistert het in de tonen van de Christelijke muziek en zang, ge bewondert het in onze beeldhouwkunst, ge eert het in heel het artistiek optreden.

Niet anders is het op het terrein van het denken. Het kind van God doolt niet meer af naar de geleerdheid en de wijsheid der wereld. Die weerstaat en mijdt hij veeleer. Doch daarom blijft hij niet zonder wijsheid en inzicht. Altoos naar den regel, dien Jezus van de kinderkens uitsprak, en de apostel betuigde van de »niet vele edelen en grooten". En zoo kwam er op, wat Calvijn noemde, een Christelijke wijsbegeerte, die wel in de wereld niet geëerd wordt, maar toch haar eigen waarmerk bezit, omdat 't alles uit Christus opkomt, en aan dien oorsprong zijn heilig kenmerk dankt.

Sterk spreekt akoo het verschil.

Onder de oud-Testamentische bedeeling bij Israfel niets dan rijpe vroomheid, maar zonder wijsbegeerte, zonder kunstzin.

Door Christus daarentegen nog teederder vroomheid, maar met een geheiligden kunstsmaak, en een geheiligde geleerdheid en een geheiligde , kennis, en dan daarbuiten en daarnaast het stoffelijke en fabriekmatige, de technische kunst die heel 'tleven doortintelt.

Vanzelf vloeit uit dit onderscheid voor den Christen de levensregel voort. .

Vóór alle ding gaat bij elk 'uitverkorene de eisch door, om 't kindschap Gods te openbaren, en in steeds vromer zin de verwarming te zoeken van het inwendige leven.

Doch daarbij mag het niet blijven. Christus is ons ook van God geworden tot wijsheid. Der wereld wijsheid en valsche geleerdheid verzakend, moeten we daarom die juistere, die heiliger geleerdheid zoeken, waarvoor de bezielende stroom uit den Christus afvloeide.

En voorzoover er een stoffelijk terrein is, waarbij van geen heiligheid sprake kan zijn, rust ook op ons de verplichting, om ook dat stoffelijk bestaan te doorgronden, er ons in te bekwamen, er onze kracht in te openbaren en er in te wedijveren met de lieden der wereld. In uw vak niet achteraan komen, maar zoo mogelijk het kind der wereld ook in de behandeling van Gods stoffelijke schepping overtreffen moet onze leuze zijn.

Betreedt ge daarentegen hooger terrein, waarop ook de heiliger beziehng doordringt, dan hebt ge weer kind te worden, om niet bij de «wijzen en verstandigen der werelds, maar bij Christus alleen uw licht te zoeken en uw inzicht te verrijken, want 't loopt altoos op vergiftiging van het eigen zielsleven uit, zoo een kind van God in de tente der wereldsche geleerden binnensluipt, en door hen als man van beteekenis wil worden waar4 geschat.

Keiinis opgaren waar ge die vinden kunt. Schoolgaan met Mozes bij de Egyptenaren. Afzien van Hiram wat 't geheim van veel in de bouwkunst is. Orpheus beluisteren als hij zijn harp tokkelt. Maar dit alles moet ge eerst binnendragen in de tente, waar Christus Gods kinderen bijeenverzamelt; dan moet ge het door Christus laten heiligen, door Christus laten bezielen, en 't door Christus laten opvoeren tot die alleen waarachtige hoogte, waarop ónze kennis met de kennisse Gods ineenvloeit.

Het blijve, een afzien .van de Egyptenaren, maar tevens een bezield, gekeurd en geheiligd zijn door de wijsheid die in Christus is en alleen uit Hem ons kan toevloeien.

DR. A. K.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 mei 1916

De Heraut | 4 Pagina's

„Onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 mei 1916

De Heraut | 4 Pagina's