GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OM EEN PENNING.

X.

OMMEKEER.

Nu werd Frits naar het raadhuis gebracht om daar te vertellen wat hij van het ongeluk wist. Doch. zijn eenig antwoord was: j> Ik heb niet meer gezien dan een.ander; vraag..dien."

Had hij echter gehoopt op deze wijs van de zaak af te komen, of hoogstens een boete fc ' krijgen voor hét loopen op den spoorweg als de boom gesloten was, die berekening liep mis. Reeds lang namelijk werd Frits verdacht van allerlei booze stukken, zooals onder anderen bij den burgemeester, gelijk ook bij vele boeren in den omtrek. 'Vandaar dat de politie al herhaaldeUjk had getracht den landlooper en deugniet in handen te krijgen tot een verhoor. Dusver echter was Frits allen te slim geweest en heel zich niet laten pakken. Nu echte'-was hij onverhoeds in de val geloopen, en het is te begrijpen dat zij die nu zoo ongezocht den lang gezochte in handen kregen, hem niet - zoo aanstonds weer loslieten.

Zoo werd Frits dan naar de naaste stad gevoerd, en dadelijk door den rechter in verhoor genomen. Waarschijnlijk wel begrijpend dat hij thans den dans niet meer ontspringen kon, legde hij zijn stilzwijgendheid af, en bekende openhartig, zelfs nog meer dan men hem vroeg.

Toen hij vertelde hoe burgemeester De ^Regt door naar den penning te bukken in levensgevaar was gekomen, vroeg de rechter:

Hadt gij dan zelf dien penning niet gezien en kunnen oprapen f"

»Waarvoor" antwoordde Frits met eengrijnsiach. j't Was eenvoudig een koperen fabriekspenning, dien ik gevonden en opgeraapt had. Ik Avist dat de burgemeester alles bij zich stak wat hij zoo vond liggen als 'hij meende dat het eenige waarde had. Daarom liet ik met opzet den penning vallen. Ik wist dat hij hém niet zou laten liggen en dacht hem zoo in het ongeluk te helpen, 't Spijt me maar dat het niet gelukt is."

„Schaam u jonkman" sprak de rechter. „De burgemeester is een braaf man en gij een landlo9per en deugniet. Ik behoef nu ook niet te vragen wie al die boevenstreken bij den burgemeester heeft uitgehaald en zijn eigendom heeft vernield."

„Dat héb ik gedaan" sprak Frits zonder blik-. ken of blozen. „Jammer maar dat ik niet alles kon wat ik wilde. Maar toch heb ik mij op De Regt gewroken, en dat had ik mijn vader beloofd."

Uit het andere verhoor bleek hoe ï"rits nog velerlei meer op zijn kerfstok had. Nu eens - door stroopen, dan weer door stelen of door bedriegelijke handelingen had Irij tot nu toe den kost gewonnen, maar gelijk hij zelf zeide een ellendig leven geleid, 't Slot van dé zaak was dat hij in de gevangenis te recht kwam om daar vooreerst te blijven.

Intusschen had men de burgemeester naar huis gebracht. Hij was volslagen bewusteloos. Wel kwam hij w^er bij, raaar een lange ziekte volgde. Weken gingen voorbij waarin hij op het ziekbed lag, geheel verstijfd. Al dien tijd hielden zijn stramme vingers den" gpvonden penning vast. 't Was onmogelijk dien uit de hand los te maken.

Toen eindelijk en ten lange laatste» zoo schrijft wederom de schoolmeester van wien wij reeds meer spraken, »de ban werd weggenomen kwam er op nieuw leven in de als het ware ^verstorven ledematen. De zieke kon handen en voeten weer uitstrekken. Toen hij dat.voor het eerst deed .viel tegelijk het ongelukkige stuk metaal luid hoorbaar op den grond, en rolde nog een eindweegs voort.«

Verbaasd oogde De Regt hét stuk na. Hij bracht de hand aan het voorhoofd als wilde hij zich iets herinneren. Dat gelukte. Klaar en helder stond hem in eens voor den geest wat zooveel weken geleden was gebeurd, hoe hij Frits had achtervolgd, hoe hij den spoorweg was overgestoken, hoe hij plotseling den locomotief bij zich zag, die dreigde hem te verpletteren. Alks kwam hem weer te binnen zoo goed als ware het gisteren pas gebeurd, 't Was slechts een oogenblik geweest maar, gelijk hij zelf later zeide, in dat oogenblik had hij een eeuwigheid van angst en kwelling doorleefd. Heel zijn vroeger leven was hem in een oogenblik voorbijgegaan en dat had hem diep aangegrepen. Hij had toen gevoeld, gelijk thans weer, ware hij met een hart vol aardsche gedachten en-berekeningen met den penning in de hand gestorven, de eeuwige heerlijkheid zou zeker zijn deel niet geweest zijn.

»Wat baten, zoo schreef de schoolmeester op een andere plaats, tegenover den Rechter daarboven, alle hoedanigheden van den mensch, hoe loffelijk zij ook zijn mogen, wanneer zij niet van den geest van Boven doordrongen en door Hem geheiligd zijn.

Waarvoor had Wouter De Rcgt gezorgd, gewerkt en gespaard? Voor goederen die hij toch niet naar de andere wereld kon meenemen, die hem in zijn laatste oogenblikken even weinig nut zouden doen als dé penning die daar nu op den grond lag. 't Is waar hij had met zijn zorgzame bedachtzaamheid tot nu toe meer bereikt ' dan anderen. Maar voor het heil zijner ziel had hij toch bijna den tijd verzuimd. Waarlijk armer misschien dan de armste daglooner van zijn boerderij was onze burgemeester wan neer hij stond-tegenover den dood.

Juist was de zieke gelijk we reeds verteld hebben, ontwaakt uit zijn verdooving en weer tot zich zelf gekomen, toen zijn vrouw binnentrad om naar hem te zien. Tot haar groote verbazing strekte hij de.handen naar haar uit. En toen ze hem deelnemend vroeg hoe hij het maakte, was het antwoord:

0 het gaat nu best. Ik moet heel lang geslapen hebbn, doch ben nu weer volkomen wakker." '

De vrouw was zoo verblijd en verrast dat zij voor het bed op de knieën viel, en God dankte die zulk een heuglijke verandering had bewerkt. Toen omhelsde zij haar man en zei vrolijk:

»Ja wel hebt ge lang geslapen, maar God zij dank, ik zie nu dat gij betert. lïet zijn bange dagen geweest."

De zieke drukte haar de hand en zag' haar aan met oogen vol dankbaarheid. Toen wierp hij zijn blikken door de kamer.

Zoekt gij iets, Wouter? "

Ja den penning dien ik zoo straks heb laten vallen. Kijk, daar ligt hij."

De vrouw bukte zich en raapte het stuk metaal op, waaraan zoo veel herinneringen voor den burgemeester en haar verbonden waren. Toen sprak de eerste:

»Neem hem en bewaar hem goed, Lena, ter gedachtenis aan mijn wonderbare redding, maar ook ter waarschuwing dat ik mijn hart niet weer al te zeer aan het aardsche hang. Het is toch waar wat het lied zegt:

Hoog omhoog het' liart naar boven, , Hicr beneden is het niet. 't Ware leven, lieven, loven Is maar waar men Jezus ziet. Wat men hoort of ziet op aard Is ons kostlijk hart niet waard. Wil men leven, lieven, loven Hoog omhoog het hart naar Boven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1916

De Heraut | 4 Pagina's