GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor hinveren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor hinveren.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

VI.

HOE HET AFLIEP.

Hier viel niet veel tegen te zeggen. De zoon verliet de boerderij en vertrok naar een groote stad. Wat hij daar uitvoerde is mij niet bekend, maar wel dat hij na een poos en ook later nog herhaaldelijk bij vader om geld kwam aankloppen, daar hij het zeer behoeftig had. Of dit laatste waar was mag betwijfeld. Immers als hij nu en dan nog eens op de boerderij kwam, zag hij er zeer welvarend uit, al begreep niemand waar hij de middelen vond. Doch men onderzocht er niet na, en Willem scheen niet gezind het te vertellen. Toen Rijkert hem eens vroeg wat hij nu voor de kost deed, was het knorrig antwoord : »Dat gaat u niet aan. Gij denkt alleen om u zelf en hoopt zeker mettertijd de boerderij te krijgen. Die misgun ik u niet, als ik maar mijn deel ontvang".

Wat Willem er bij had kunnen vertellen, maar wijselijk verzweeg, was dat hij al mooi op weg was zijn deel te verspelen. Telkens viel hij vader om geld lastig. Deze op zijn beurt weigerde niet nu en dan een sommetje te geven, doch telkens met de herinnering dat het geen gewoon leen en was, maar in mindering kwam van Willems erfdeel. Deze echter scheen te denken: komt tijd komt raad.

Eenige jaren verUepen; de ouders stierven en de erfenis die hoofdzakelijk bestond in de groote, bloeiende boerderij moest tusschen de vijf kinderen verdeeld worden, doch volgens vaders bepaling zoo dat Rijkert de boerderij kreeg en zoo mogelijk in stand zou houden. Hij zou dan hetzij in eens of bij gedeelten aan elk uitdeelen wat hem toekwam.

Zoo was alles bepaald. Eerst werd nu vastgesteld hoeveel geld de boerderij waard was, en elk der kinderen had nu recht op een vijfde. Doch toen de beurt aan Willem kwam, bleek - tot verbazing van broer en zusters, maar nog meer tot schrik van Willem, dat deze slechts een geringe som zou ontvangen. Zoo was zijn vijfde deel geslonken door het geld dat vader hem op afbetaling gegeven had als hij het vroeg.

Niemand had trouwens gedacht dat er voor Willem nog zoo weinig overschoot. Toch was het volkomen begrijpelijk. Toegevend aan zijn luiheid en traagheid had hij de laatste jaren zoo goed als niets uitgevoerd, en hoofdzakelijk geleefd van het geld dat vader hem verstrekte. Doch thans werd duidelijk hoe veel op die wijs was ingebrokkeld.

In het eerst weigerde Willem beslist het te gelooven. Het kon onmogelijk waar zijn. Doch het viel niet moeilijk; met de stukken te bewijzen dat het toch wel degelijk zoo was. Toornig en verbitterd nam hij zijn erfdeel, en overlaadde tot afscheid zijn broeder en zusters met verwijten, die echter alle even onrechtvaardig waren. Er ontstond weer hevige twist en ten slotte ging Willem zonder afscheid maar niet zonder veel bedreigingen zijnerzijds heen.

Na dien tijd werd Willem zeer zelden - meer op de boerderij gezien, en als hij kwam zag hij er telkens meer verloopen en vervallen uit dan den vorigen keer. Dit was geen wonder. Gelijk zoovelen die de luiheid boven de vlijt, en het wereldsch genot boven de wegen des Heeren verkiezen, had ook Willem toen het hem tegenliep zijn troost gezocht bij den sterken drank, den slechtsten troost die men vinden kan. Als broer Willem op de, boerderij verscheen was het ook hoofdzakelijk en bijna alleen om Rijkert geld af te troggelen voor sterken drank, al zei hij het er natuurlijk niet bij.

Zoo verliepen nog een paar jaar tot op een rnorgen een paar boeren een lijk ontdekten dat in een sloot lag niet ver van dé boerderij. Men haalde het lichaam-uit het water, en weldra werd het herkend als dat van Willem. Hoe hij in de sloot was geraakt, werd nooit opgehelderd. De een geloofde dat hij in radeloosheid een einde aan zijn leven gemaakt had. De ander achtte het waarschijnlijk dat de dronkaard beschonken in de sloot gevallen en verdronken was. Hoe het zij het was wel een einde met verschrikking, en een ernstige waarschuwing vooral voor jongelui. Ik althans heb heel de geschiedenis van Willem mijn levenlang niet vergeten.

Dit zijn de drie dingen waarover ik eerst spreken wilde voor mijn eigenlijke geschiedenis begint.

Ieder mensch heeft een tijdperk van zijn leven, dat hij wel geheel doorleefd, maar waarvan hij niets weet, zoo niet anderen hem inlichten. Hij zelf is te jong en te zwak van verstand om te begrijpen wat er rondom en met hem gebeurt was. Wij zijn geboren, dat we gedoopt zijn en zooveel meer moeten anderen ons zeggen. Wij zelf weten er niets van.

Hoe het nu komt, dat ik over mijn vroegste jeugd zoo weinig heb mee te deelen — gesteld dat er iets mee te deelen viel — zal blijken als ik verder vertel, veelal zooals ik het later heb vernomen.

Ik werd geboren te Rotterdam, dat toen nog in de verte de stad niet was waartoe ik het later heb zien groeien, en dat zeker nog geen honderdduizend inwoners telde. Veel weet ik echter niet van Rotterdam te zeggen. Want ik heb er weinig vertoefd daar mijn ouders een zwervend leven leidden.

Dit kwam zoo: Mijn vader en mijn moeder beiden behoorden tot een zoogenaamd circus, dat den pralenden naam droeg: sGroot schouwtooneel, non plus ultrac (zonder weerga). Het was een soort van spel waarin allerlei vertoo. ningen werden gegeven. Er waren koorddansers en danseressen, andere kunstenaars, een goochelaar als ook verscheiden afgerichte dieren, paarden, honden, apen en zelfs een paar beren. Het spel gaf voorstellingen in' verschillende plaatsen, vooral ook op kermissen en dergelijke. Dit alles is mij later verteld door iemand die zelf indertijd in dienst van het circus was geweest. Blijkbaar was er veel geld verdiend. Want mijn ouders, schoon zij niet de eigenaars jvaren konden van hun deel toch rijkelijk leven.

Van het spel en de vertooningen heb ik weinig gezien. Als wij reisden, gelijk veelal het geval was, gingen de mindere personen van het circus in zoogenoemde woonwagens, - en begeleidden tevens de wagens waarin de dieren, voor zoover noodig, en de vrachtgoederea Vervoerd werden. De personen van hooger rang in het spel reisden meestal met de trekschuit of met den postwagen. Spoorwegen hadden wij toen in Nederland nog niet. Als.-we ergens eenigen tijd bleven, vertoefden wij zoolang in een logement.

Zoo kreeg ik de kunstenmakende menschen en beesten maar zelden te zien. Maar nog iets droeg daartoe bij. Mijn vader, al won hij ook door zijn kunsten evenals mijn moeder rijkelijk zijn bestaan, schijnt toch in zijn hart van dat leven een afkeer gehad te hebben. Altharts hij deed alle moeite om er mij voor te bewaren. Ik kan mij nog zeer goed herinneren, hoe jong ik ook moet geweest zijn, dat hij tot mij zei : > als ge groot zijt Lina moet ge vooral geen kunstenmaakster worden. Dat is het naarste leven dat men hebben kan. Men heeft nooit rust; en moet altijd een vroolijk gezicht zetten of men wil of nieti.

Ik begreep dat later beter dan toen het mij gezegd werd, maar vatte toch zeer goed wat vader van mij wilde. Dat er nooit rust wa^, leerde ik al vroeg. Zelden bleven we ergens langer dan veertien dagen. Meermalen was ik bedroefd als we een plaats moesten verlaten waar het mij zoo recht beviel. Maar daar was niets tegen te doen.

BRIEFWISSELING. -

Binnen een paar weken, althans spoedig, hopen we weer eenige .vragen te beantwoorden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 september 1917

De Heraut | 2 Pagina's

Voor hinveren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 september 1917

De Heraut | 2 Pagina's