GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Verzegeld met den Heiligen Geest”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Verzegeld met den Heiligen Geest”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

[PINKSTEREN 1918]

In welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het 'Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte. Efeze 1:13.

Vat men de gemeenschap met den Heiligen Geest in haar strengsten zin op, dan natuurlijk valt ze eeniglijk aan de uitverkorenen ten deel. Doch afgescheiden hiervan is er nog tweeërlei deel hebben aan den Heiligen Geest, dat wel minder intiem en persoonlijk doordringend karakter draagt, maar toch desniettemin een veel beteekenenden invloed op onze saamleving doet uitgaan.

Wie ook niet-Christelijke landen, hetzij Heidensche, hetzij Mohamedaansche, bezocht, voelt dit bij zijn verkeer met die ongedoopte volken aanstonds. Er heerscht in zulke landen, die den heiligen dpop niet kennen, .een geest van minder de ziel aangrijpenden aard, die u bij uw nadere ontmoeting met die ongedoopte volken, hun lager-staand karakter terstond ontdekken doet.

Nu zij men in zijn oordeel hierbij voorzichtig.

Plaatst ge naast of tegenover elkander eenerzijds dé gedoopte en anderzijds de ongedoopte volken, dan bespeurt ge altoos een geestehjk onderscheid, dat u toespreekt; alleen maar, ook onder de , gedoopten zelve, evenals onder de ongedoopten op hun eigen terrein, spreekt wederom een zeer u toesprekend verschil.

Al aanstonds onder de gedoopten is dit verschil van drieërlei aard.

Er is een u sterk toesprekend verschil tusschen. gedoopten van jongere en van oudere jaren. Al moge het toch zijn, dat een enkel maal ook een jong kind reeds - vorderingen op den geloofsweg maakte, als regel genomen gaat dit toch niet door, en leven de meeste jongeren ook in het Christenland nog in vagen, weinig u toesprekenden geest.

In de tweede plaats spreekt er in 't Christenland sterk verschil tusschen de meer verwilderde en de ernstiger geesten. En in de derde plaats is er verschil tusschen land en land. In de noordelijke landen van Europa is de levensopvatting ernstiger, dan in ItaUë en Spanje.

Maar al is er ook onder de gedoopten zeer sterke schakeering, zoodat eenerzij ds de verwildering u vaak ergert, en van de andere zijde de opvatting van hel leven alle lossere levensgenieting uitsluit, toch gaat in het gemeen genomen het onderscheid, zelfs kan men zeggen de tegenstelling, tusschen de gedoopten en de ongedoopten volkomen door.

In de landen waar de gedoopte volken huizen, ruischt, met weer sterk sprekend verschil, toch altoos een toon van hooger element, en het is die toon van hooger element, die u de bindende macht, de heiligende kracht, en verzegeletide beschutting van den Heiligen Geest ontwaren doet.

Nu kan 't niet anders of dit spreekt zich op de meest in 't oog loopeüde wijze uit in de geestelijke ervaring van den Pinksterdag. Neemt ge toch die geestelijke ervaring in haar rijksten zin, dan is ze eeniglijk te bespeuren in hen, die niet alleen door den Heihgen Geest wedergeboren zijn, maar van die wedergeboorte en levensvernieuwing door den HeUigen Geest tevens het klaar besef met zich omdragen. Moge het toch al zijn, dat ook bij deze eenig-verrijkten dagen of althans uren van afzwerving voorkomen, de aansluiting van hun persoonlijken geest aan den Heiligen Geest is dan toch tot stand gekomen, en in ure» van berouw en boete is het de ingedeukte geest van hun eigen wezen, die zich inbuigt in berouw, en opnieuw rijke gemeenschap met den Heiligen Geest zoekt.

Toch mag daarom de veel zwakkere gemeenschap met den Heiligen Geest, die het geheele gedoopte volk genieten mag, niet onderschat worden. Ge ziet 't reeds in de brieven van den apostel' Paulus. In niets ontziet of «paart hij een aan zonde schuldige gemeente, om haar het oordeel Gods aan te zeggen, maar dit neemt niet weg, dat hij straks toch in de «gemeenschap des Heiligen Geestes" roemt, als zijnde het d«el van geheel de Gemeente. En zoo is het nog. Met name op het platteland zijn er ook ten onzent nog geheele streken, waar op de bevolking een heilig beslag ligt. Dit beduidt dan in 't minst niet, dat geheel de bevolking bestaat uit rijk-geloovenden, die in het geloof rijk ontwikkeld zijn; maar de algemeene Icvenstoon die er heerscht, staat dan toch op hooger peil, en wie er zich tegen inzet, ondergaat de algemeene afkeuring en bestraffing.

De levenstoon wordt dan toch door den Doop beheerscht, en er is niet alleen zekere religie die het leven beheerscht, maar die invloed op het sociale leven wordt op licht herkenbare wijze gekenmerkt, eenerzij ds door de genade van Christus, waarin de ziel rust, en in de tweede plaats door den band, dien de Heilige Geest om het gemeenschappelijk saamleven slaat, en die een hooger levenstoon waarborgt.

Onderzoekt ge zulk een gesteldheid in het Christelijk leven nu op gestreng geestelijke wijze, dan wacht u telkens teleurstelling. Het doet u dan telkens droevig aan, zoo weinig diep als de invloed van den Heiligen Geest in het leven doordrong. En vooral op den Pinksterdag kan 't u zelfs tot toorn vervoeren, zoo luchthartig als, in gezin na gezin, over de indaling van den Heiligen Geest wordt heen gesproken, en zoo bijna onheilig als op den Pinksterdag in de weelde der natuur, in den rijkdom van hetfamilieleven, en in allerlei uitwendige genieting het wezen van den heiligen feestdag wordt gezocht.

Hier kan of mag dan ook niet op worden afgedongen. Het heiUg Pinksterfeest in hooggeestelijken toon, we zeggen nu niet in zijn huis, maar in zijn verborgen zielsleven meê te vieren, is een zoo zeldzaam genot, dat elk geestelijk prediker op den Pinksterdag steeds innerlijk u aan te grijpen en te bezielen heeft. Iets waaruit dan als van zelf de 'sombere conclusie volgt, dat •-het feest van den Heihgen Geest buiten het dieper levensbesef van meer dan de helft der gemeente omgaat.

Hiertegen moet dan ook altoos opnieuw de strijd aangebonden. De Pinksterjubel staat zoo hoog, dat ze geen zelfv^rlaging duldt, en een prediker zou daarom zijn roeping niet virstaan, zoo hij niet met eiken Pinksterdag opnieuw in het midden der gemeente den kleinen kring in het oog wist te vatten, die naar wat Paulus aan de Efezieërs schreef, bezield en .bezegeld was met den Heiligen Geest.

Er moest in elke gemeente, tot zelfs op het kleinste dorp, op eiken Pinksterdag een centrum van bezielde geloovigen zijn, die niet maar in schijn, maar daadwerkelijk de gemeenschap met den Heiligen Geest genieten.

Alleen maar, die geestelijke Pinkstergenade mag niet in dit kleine centrum besloten blijven. Ook in de breeder kringen der gemeente, die nog maar al te veel op een algemeene geloofsbetuiging drijven, ja zelfs in de nog verder afgedoolde kringen, moet telkens opnieuw de uitstorting van de Pinkstergenade worden ingedragen, en oprechte kinderen Gods, die wel voor zich zelf op den Pinksterdag geestelijk genoten, maar geen geestelijken invloed van zich zelf op anderen lieten uitgaan, zouden zich aan geestelijke zelfzucht bezondigen.

Op beide moet daarom steeds gelijke nadruk worden gelegd.

Van den éénen kant moet ge onder den Pinksterjubel u in 't diepst uwer ziel van de wereld aftrekken, u saamtrekken in het heilige en de verzegeling van den Heiligen Geest voor uw eigen zielsleven zoeken, maar ook moet ge tegelijk uw heilige roeping vervullen, om de werking van den Heiligen Geest door uw persoon, door uw voorbeeld en door uw woord van uzelf op anderen te doen uitgaan.

De richting die maar al te vaak opkwam, en soms voor jaren hcerschte, om zich, met name op den Pinksterdag, van de breede gemeente te isoleeren, u als ware het met de heiliging alleen in afgeslotenheid terug te trekken, gaat tegen het doen Gods in.

Met groote voorzichtigheid moet hier worden te werk gegaan. Eenerzijds moet er zeer zeker een u isoleeren van de groote massa zijn, en een moedig durven uitkomen voor wat innerlijk drijft en bezielt. Niet gij moet zwijgen van 't heilige, omdat die anderen er liefst niet van hooren willen. Ge moogt niet naar de wereld u toekeeren, om haar invloed op u te doen inwerken, en den in'vloed die van u op haar moest uitgaan, te niet te doen.

Wie met name op den Pinksterdag niet voor de eere van den Heiligen Geest bezielend en geestdriftig durft uitkomen, is niet verzegeld, en gaat zelf achteruit, in stee van zijn omgeving naar hooger mee op te voeren.

En de heiHge kunst is nu maar, op den Pinksterdag op zulk een wijze met den Heihgen Geest te verkeeren. dat niets aan zijn invloed op u in den weg wordt gelegd, dat ge aldus zijn vollen invloed ondergaan moogt, maar dat ge toch straks evenzoo zelf een instrument moogt zijn, waarvan het den Heiligen Geest belieft zich te bedienen, om ook anderen ten zegen te zijn, en den Pinksterjubel oók voor hen in den Heiligen Geest te bezegelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1918

De Heraut | 4 Pagina's

„Verzegeld met den Heiligen Geest”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1918

De Heraut | 4 Pagina's