GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

XXXV.

OMMEKEER.

De jaren klommen; het getal bewoner^ van het groote huis op de plantage minderde, toen de kinderen groot werden en elk zijn eigen huishouding opzette. Ook begon de heer Winter de lasten des ouderdoms te gevoelen, en hij besloot eindelijk van zijn woonplaats, schoon die hem lief was geworden, afscheid te nemen en een andere te zoeken, minder afgelegen, meer nabij een groote stad.

Zoo vertrok hij om verder buiten de zaken rustig te leven en met zijn echtgenoot de goede dagen te genieten, die er nog overschoten. Hij wist dat zijn tijden in des Heeren hand waren, en wenschte die ook nog zooveel mogelijk tot 's Heeren eer te besteden, gedachtig aan het vers:

Die mij gevoed hebt en bewaard, Eerst kind, toen jong'ling, dan bejaard, Mij nu ook Heer, ter hulpe kom In mijnen grijzen ouderdom.

Geef dat ik wijs, met overleg Steeds moog terugzien op mijn weg, En loven U met dankbaarheid Die zooveel heil mij hebt bereid.

’k Zie alles komen en weer gaan; Gij Heer, de Rots, blijft eeuwig staan; Die in 't geloof op U vertrouwt Heeft op een vasten grond gebouwd.

Wat hier ook wisselt en vergaat 't Is alles naar Uw wijzen raad. Tot heil van 't volk, dat naar U vraagt En dat naar Uw geboón zich draagt.

Doch had hij ook. de aardsche bemoeienissen grootendeels aan anderen overgelaten, met het betere bleef hij bezig. Hij wist ook dat Gods kinderen geroepen zijn tot lichten in de wereld, om te wezen een stad op een berg. En daaraan gehoorzaamde hij door zich een Christen te betoonen in handel en wandel, en hen met wie hij in aanraking kwam te wijzen op de eeuwige dingen. Dat had Karel Reinier reeds ervaren.

Nog een poosje bleef hij, en de gastvrouw was zoo vriendehjk om het lied nojg eens te spelen en te zingen, dat hem eerst zoo getroffen had:

Tên leven voert een smalle weg.

Weer luisterde Karel aandachtig en met ge­ t not, vooral de woorden, die hij nu beter verstaan kon, gingen hem in het hart.

»Ja 't is en blijft een mooi lied, en - zoo ik hoor moet er nog een verhaal aan verbonden zijn, " zei Winter.

Een Duitsch vorst had een hofprediker, een ernstig, vroom man, die niet schroomde ook den hoogen heeren en vrouwen tot den vorstelijken toe hun verkeerdheden en zonden onder het oog te brengen. Dit bezorgde hem zoowel vrienden als vijanden.

Op zekeren tijd wilden de laatsten den dominé eens leelijk betrekken. Er zou namelijk aan het hof een feest plaats hebben, waarbij ook gedanst werd, iets waar de predikant, gelijk men wist, bepaald tegen was. Toch wist men bij den vorst te bewerken dat de leeraar ook werd genoodigd. Een weigering zou hoogst kwalijk zijn genomen, en dus verscheen de predikant.

Na een poosje kwam een hofheer, die den leeraar verzocht een dans te willen opgeven, 't Was vergeefsch dat hij verklaarde geen enkelen dans te kennen. Er was geen ontkomen aan.

Nu dan sprak de dominé „muzikanten speelt het lied:

Ten leven voert een imalle weg.”

De speellieden keken elkander aan. Geen geluid werd gehoord. Kenden zij het lied niet f Voelden zij dat het niet paste? Genoeg het kwam er niet toe, en de dominé hoorde met groote verlichting den hoiheer aankondigen dat één dans niet doorging.

Toen Karel na een paar uur de gastvrije woning weer verliet, had hij niet alleen omtrent de bewoners veel vernomen, maar ook van vrome menschen een geheel andere beschouwing gekregen dan vroeger. Hij had zich de »fijnenc altijd voorgesteld als droefgeestige, sombere, dwaze menschen, veelal huichelaars, in elk geval slechte leidsUeden. Ouder geworden had hij zoo nu en dan van > een vroom gezinc hooren spreken. Doch steeds had hij gemeend, dat die naam iets naars beduidde, waar een vroolijk mensch niet bij paste. Zoó'n vroom gezin deed hem denken aan wat hij in Friesland vaak had gezien, dat aan de boerderijen een bordje stond met de woorden: »wacht u voor den hond» of »hier is een booze hondc. Dat hij zoo dacht was eenvoudig, wijl hij nooit van nabij met vromen had kennis gemaakt.

Maar nu was zijn opvatting plotseling geheel veranderd. Dat de heer Winter en zijn vrouw vrome menschen waren leed geen twijfel. Toch was hun huis vrolijk en gezellig, zoo zelfs dat Karel zich voorstelde er spoedig nog eens een bezoek te brengen. Hij had, dart; werd hem duidelijk, over godsdienstige menschen verkeerd geoordeeld, allen over één kam geschoren, en dat kwam verkeerd uit. Voor het eerst voelde hij zich tot vrome menschen aangetrokken en dat zou het begin zijn van meer.

Een paar weken gingen voorbij. Reinier verrichtte als gewoonlijk weer zijn bezigheden op kantoor, waar nog vaak onder de jongelui over den feestavond gesproken werd. Daarbij werd dan braaf gelachen en soms gespot met de lotgevallen, welke meer dan een der feestgenooten waren overkomen met naar huis gaan. Want Reinier was niet de eenige geweest die er kwaad afkwam. Het trof hem echter hoe de vrienden geheel anders oordeelden dan mijnheer Winter. Deze toch zag in de redding "van Karel uit doodsgevaar de bewarende hand van God; de vrienden daarentegen vonden het een vermakelijk avontuur, en spott'en er mee dat iemand doordat hij van binnen te nat was het ook van buiten werd. 't Was een vermakelijk geval; niets meer.

BRIEFWISSELING.

Verschillende vragen Krijgen, zoo we hopen weldra een beurt. Wellicht in het volgend, nummer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1918

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1918

De Heraut | 2 Pagina's