GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het program voor de reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het program voor de reformatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 26 Maart 1920,

Het progratn voor de reformatie der Kerk, dat Dr. A. Kuyper reeds in 1873 met zooveel bezieling teekende, is hiermede ten einde gebracht. En al mag dit program later nog op meer dan één punt zijn aangevuld, men moet toch bewonderen, dat Dr. A. Kuyper reeds toen met zulk een meesterhand de lijnen trok, waarlangs de ontwikkeling onzer Kerken zich zou voort te bewegen hebben. Vooral verrast het, dat Dr. A. Kuyper met zoo klare helderheid en bewustheid uitsprak, dat men voor een werkelijke reformatie der Kerk niet volstaan kon met het juk der synodale organisatie af te schudden en de Kerken terug te leiden naar de aloude Kerkenordening, naar de aloude Belijnenisschriften en naar de aloude Liturgie of eeredienst, maar dat dan een geheel nieuwe roeping onze Kerken wachtte om op dit fundament weder voort te bouwen en het huis, waarin we leven, in overeenstemming te brengen met de nooden en behoeften van onzen tijd.

We meenden daarom goed te doen met dit program van Kerkreformatie uit de > Confidentiec onzen lezers in herinnering te brengen, niet alleen om te doen zien, dat wat we zelf vroegen niet anders is dan wat steeds door De Heraut is bepleit, maar ook omdat er metterdaad gevaar bestaat, dat onze Kerken, tevreden met hetgeen in 1886 is verkregen, nu allengs zouden inslapen en meenen, dat het ideaal reeds bereikt is. Niet alleen, dat dit lijnrecht in strijd zou wezen met het Apostolisch vermaan, om tot de volmaaktheid voort te varen, maar het zou een ernstig gevaar voor ons kerkelijk leven met zich brengen. Wie zijn oogen sluit voor de eischen van het leven en alleen in conservatisme behagen schept, spreekt een doodvonnis over de Kerk uit. Zulk een Kerk wordt óf een secte, die allen invloed op het volksleven verliest en tot een petrefact verstart. Of de levenskrachten, die in de Kerk schuilen, komen met dit conservatisme in onverzoenlijken strijd, en het gevolg zou wezen, dat er een scheuring in onze Kerken kwam. Het droeve voorbeeld, dat thans Duitschland biedt, mag onze Kerken wel tot een waarschuwing zijn. Een ontwikkeling langs lijnen van geleidelijkheid kan alleen het gevaar van een kerkelijke revolutie voorkomen. Waar de stroom zoo machtig aanzwelt, kan men niet met dammen en kisten den vloed tegengaan; er moet een nieuwebedding worden gegraven, waardoor de stroom verder zich voortbewegen kan.

Natuurlijk wil. dit daarom niet zeggen, dat we als eisch zouden stellen, ^dat de eerstkomende Generale Synode reeds heel dit program van actie, dat we ontwikkelden, ter hand zal nemen. Onze bedachtzame voorvaderen, die zelden over een nacht ijs gingen, hebben reeds als les van levenswijsheid verkondigd, dat haastige spoed zelden goed is, Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd, en ook in het kerkelijk leven kan men niet verwachten, dat zulk een program door één Synode zou verwezenlijkt worden. We zullen reeds dankbaar wezen, wanneer op de volgende Synode de quaestie van de revisie onzer belijdenisschriften en liturgie aanhangig wordt gemaakt, en de Synode dan deputaten benoemt, om dit vraagstuk in ernst onder de oogen te zien en de Kerken van advies te dienen, in hoeverre die revisie noodzakelijk is en op welke wijze zij het best kan worden ter hand genomen. Een volgende Synode kan dan naar aanleiding van dit rapport deputaten aanwijzen bijv. om onze liturgische geschriften te herzien, waarbij de Synode zelf dan de lijnen zou hebben aan te geven, waarlangs die revisie zou hebben te loopen. Maar al zou deze arbeid nog vele jaren vereischen, de hoofdzaak is, dat de zaak ter Generale Synode aanhangig wordt gemaakt. Onze Kerken zelf moeten de gelegenheid krijgen, om zich over dit vraagstuk uit te spreken. Het is daarom, dat we ons verblijd hebben, dat de Kerk van Amsterdam Zuid (Overtoom) met een welgeformuleerd voorstel voor de Generale Synode kwam.

Zal dit vraagstuk echter met ernst onder de oogen worden gezien, zooals het mannen betaamt, dan moet voor alle dingen gezorgd worden, dat niet door een geest van wantrouwen alle broederlijke bespreking onmogelijk wordt gemaakt. Er heerscht in ons kerkelijk leven een geest van geprikkeldheid en overgevoeligheid, die aan een gezonde ontwikkeling van ons kerkelijk leven alleen schade kan doen. Vrees is een slechte raadgeefster. Indien er ook maar eenige reden was om te onderstellen, dat degenen, die een revisie van onze belijdenisschriften en liturgie willen, den boozen toeleg hadden, om onze Kerken los te maken van de Gereformeerde belijdenis, dan zou het te begrijpen zijo, dat men tegen zulk een revisie zich met alle kracht verzette, zooals onze vaderen dit gedaan hebben, toen de Arminianen met hun eisch van een algeheele revisie kwamen. Maar het is opzettelijke misleiding van ons volk, wanneer men het voorstelt, alsof in dien zin een revisie door ons zou worden bepleit. Het is telkens zoo beslist en duidelijk mogelijk door ons uitgesproken, dat we een revisie wilden, niet om daarmede den inhoud van de Belijdenis te verzwakken, maar om de Belijdenis uit te breiden en scherper te formuleeren tegen de dwalingen van onzen tijd.

Het is dan ook ten eenenmale onjuist, wanneer men beweert, dat zulk een revisie door onze vaderen steeds streng is afgekeurd, geheel tegen de Gereformeerde beginselen zou ingaan en den band aan de Belijdenis zou opheffen.

Wie dat beweert, kent de historie onzer Kerken niet.

Onze Geloofsbelijdenis is reeds enkele jaren, nadat zij namens onze Gereformeerde Kerken het licht had gezien, aan eene algeheele revisie onderworpen op de Synode te Antwerpen in 1S66 gehouden. Zoo goed als niet één artikel is ongewijzigd gebleven. Men behoeft de oorspronkelijke uitgave van onze Confessie met den tekst, die na 1S66 in gebruik kwam, slechts te vergelijken, om dit in te zien. Er is besnoeid en bekort; er is verduidelijkt en veranderd in den tekst; verschillende uitdrukkingen in de Confessie, die tot misverstand aanleiding konden geven, zijn gewijzigd geworden. Zelfs werd, om slechts dit ééne voorbeeld te noemen, de dogmatisch waarlijk niet onbelangrijke verandering in Art. XV aangebracht, dat waar hier oorspronkelijk stond, dat de doop ganschblijk niet de erfzonde te niet deed noch uitroeide, daarvoor in de plaats werd gesteld, dat de Doop niet ganschelijk de erfzonde te niet deed noch haar geheel uitroeide. Zoo is ook op tal van andere plaatsen een. uitdrukking gekozen, die beter de waarheid wedergaf.

Toch is er geen sprake van geweest, dat deze revisie tot stand kwam op grond van bepaalde gravamina door de Kerken ingediend. Het was een algeheele revisie van den tekst der Confessie om dezen te verbeteren. "

En evenzoo is geschied op de Synode van Dordt in 1618 en 1619, toen wederom de geheele tekst der Confessie aan een zeer nauwkeurig onderzoek is onderworpen, en ook toen zijn verschillende wijzigingen in den tekst aangebracht, die deels dienden om de waarheid zuiverder uit te drukken, deels om sindsdien opgekomen dwalingen te wederstaan. Zoo werden in Artikel XXII, waar sprake is van de heilige, werken, die Christus voor ons gedaan heeft, de woorden ingevoegd; en in onze plaats om daarmede de onjuiste opvatting van Piscator, dat alleen Christus lijden plaatsbekleedend voor ons geweest was, af te snijden.

En wat onzen Catechismus betreft, merkten we reeds op, dat de Dordtsche Synode uitdrukkelijk last gaf, met het oog op het catechetisch onderwijs twee kleinere Catechismussen te ontwerpen, al is deze last helaas niet uitgevoerd.

Men late zich daarom door het geroep dat éen revisie op zichzelf ongeoorloofd zou wezen, zoolang er geen bepaalde gravamina zijn ingediend, niet misleiden.

Een revisie van een bepaald leerstuk, met de bedoeling dit leerstuk uit de Confessie te verwijderen, omdat het in strijd is met Gods Woord, is niet geoorloofd, dan wanneer er tegen dit leerstuk een' wettig gravamen is ingediend.

Een algeheele revisie van de Confessie, zoodat de Synode elk artikel zou gaan onderzoeken, of hetgeen daarin beleden wordt, wel met Gods Woord overeenstemt, zou op Gereformeerd standpunt ten eenenmale ongeoorloofd wezen.

Maar een revisie met het doel om de beleden waarheid nog scherper te formuleeren ook met het oog op de dwalingen van onzen tijd, jin niet ongereformeerd, maar is geheel in de lijn van de Gereformeerde Kerken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 maart 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Het program voor de reformatie

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 maart 1920

De Heraut | 4 Pagina's