GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 215

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 215

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ingrijpende veranderingen

214

vijftig verstoorden, niet zoals nozems op de Zeedijk en evenmin als de latere provo-generatie, maar hun kritiek op de Gereformeerde Kerken was duidelijk en werd helder onder woorden gebracht. Onder de jongeren leefde, aldus hun woordvoerder Thijs Booy, de wens om zich aan te sluiten bij de Wereldraad van Kerken. Ze wilden dat de Gereformeerde Kerken zich zouden ontdoen van hun ‘isolementsadat’ en hun ‘antithesenkrampen’. Bezwaren leefden er ook tegen het intellectualisme in gereformeerde kring en tegen de weerstand die de theologie van Karl Barth ondervond. De invloed van de Doorbraak werd merkbaar in een toenemend protest tegen de identificatie van kerk en politieke partij.13 Deze kritiek der jongeren raakte, net als die van hun voorgangers in de jaren 1916-1920, de Gereformeerde Kerken in een voor haar wezenlijke trek, in dit geval het zo lang gekoesterde isolement. Hun boodschap werkte door, waarbij het boek van Booy, Geformeerden waarheen? als een doorbraak wordt gezien.14 De reactie kwam niet van de theologen, maar van de filosofen. Het waren in het bijzonder enkele aanhangers van de Wijsbegeerte der Wetsidee zich als woordvoerder van de antikritiek opwierpen: S. U. Zuidema, H. van Riessen en F. H. von Meyenfeldt.15 Van een vernieuwingsbeweging werd de Wijsbegeerte der Wetsidee langzamerhand een conserverende kracht in de gereformeerde wereld. Nu liepen de godgeleerden voorop als het om vernieuwing ging. Want binnen de kring van de Faculteit der Godgeleerdheid werd wel degelijk geluisterd naar wat de jongeren te zeggen hadden. Zij kregen steun van Berkouwer, Bavinck en Waterink en ook van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. De ‘vernieuwingsmentaliteit’ was waarschijnlijk wijder verspreid dan de tegenstanders wilden doen geloven. Enerzijds hielden de Gereformeerde Kerken nog vast aan het vertrouwde isolement. Gesprekken met de hervormden, die vanaf 1948 werden gevoerd, wilden niet vlotten omdat de gereformeerden bleven struikelen over de tucht. Ook het lidmaatschap van de Wereldraad van Kerken werd afgewezen.16 Anderzijds leek er toch iets te ontstaan van een nieuwe openheid. Er was dan toch maar sprake van contacten met de hervormde kerk, er werd dan toch maar – en niet alleen negatief – gesproken over de Wereldraad van Kerken. En stond ‘Assen’ nog recht overeind, in de kring van de gereformeerde beoefenaars der natuurwetenschappen waren de bakens reeds lang verzet.17

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 214

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 215

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's