125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 288
gesprekken tussen kerk en faculteit
Uit het verslag valt op te maken dat de discussie ondanks de valse start redelijk geanimeerd is verlopen. De voorzitter kon de vergadering dan ook besluiten met de opmerking dat hij dit een ‘verrukkelijke aangelegenheid’ had gevonden en hij stelde voor het gesprek voort te zetten. Kort daarna reeds werden door deputaten vragen geformuleerd voor de volgende ontmoeting. Deze cirkelden om de vraag of de daden Gods voor het historisch onderzoek toegankelijk zijn. Verder deelde Wentsel mee dat hij in een kerkbode drie artikelen over Kuitert had gepubliceerd, waarin hij verschillende bezwaren had geformuleerd tegen diens standpunten. Voor de meerderheid van deputaten stond echter vast dat een deputaat niet openlijk tegen een hoogleraar stelling kon nemen. Door ds. H. Steendam werd dan ook voorgesteld dat deputaten zich tegenover de faculteit openlijk zouden distantiëren van de eerdergenoemde uitlatingen van Wentsel op het examen en tevens van de nu gepubliceerde artikelen. Dit voorstel werd aangenomen.92 Wentsel zegde toe dat hij zich voortaan van een dergelijk optreden zou onthouden. Een maand later vond het geplande gesprek met de faculteit plaats.93 Vooraf probeerde Wentsel greep op de agenda te krijgen. Hij zou Kuitert willen vragen of deze nog wel een zondeval aanvaardde. En met Augustijn zou hij van gedachten willen wisselen over diens artikel in het gtt betreffende Kuypers ‘Rede over de hedendaagsche Schriftkritiek’.94 Het kwam echter niet aan de orde, de vergadering hield zich aan de agenda. Het gesprek met de faculteit concentreerde zich op de vraag in hoeverre de Opstanding toegankelijk is voor historisch onderzoek. Ook dit gesprek verliep in goede harmonie. In het verslag aan de synode werd melding gemaakt van de thema’s die in de gesprekken met de faculteit aan de orde waren geweest.95 Deputaten waren tot de conclusie gekomen dat alle leden van de faculteit zich onvoorwaardelijk wilden buigen voor het gezag van de Heilige Schrift. Voor de beschuldigde theologen vloeide daaruit voort dat zij meenden volledig ernst te moeten maken met de vragen rondom de eigen aard van de bijbelse geschiedenis, vragen die de Schrift zelf oproept. Omdat de uitspraken over ‘Assen’ door sommigen ervaren werden als een rem op de ontwikkeling verzochten deputaten aan de
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 287
287
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's