GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 297

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 297

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

de kwestie-wiersinga

296

promotor, de voet dwars te zetten. En zolang deze de kwaliteit hoog genoeg achtte, was er eigenlijk geen mogelijkheid om de dissertatie te weigeren. Een hoogleraar besliste dat toen nog alleen.5 Het bleek bovendien dat de overige leden van de faculteit niet op de hand van Ridderbos waren en ook bij rector W. F. de Gaay Fortman vond hij geen gehoor.6 De eerste bijeenkomst eindigde in een impasse. Ridderbos schreef daarom op de morgen van de promotie een tweede extra vergadering van het College van Hoogleraren uit. Zijn voorstel was dat Wiersinga een verklaring zou afleggen waarin deze het experimenteel karakter van zijn werk zou onderstrepen. De faculteit bleek niet bereid deze weg in te slaan. Ridderbos trok zijn conclusie en verscheen niet op de promotieplechtigheid.7 Het spreekt haast vanzelf dat tegen dit proefschrift nog meer protest kwam. Ging het bij Kuitert in de eerste conflicten om de uitleg van Genesis 1-3 met het oog op de bevindingen van de natuurwetenschappen, ging het bij Baarda om het lezen van de Schrift en een nieuwe visie op haar gezag, nu ging het om een centraal stuk van het belijden, een stuk dat voor velen in de kerken met het hart van het christelijk geloof te maken had.8 Daarmee rees ook de vraag naar de kerk. Was dit de ruimte waarnaar verlangd werd? Maar als er niets gebeurde, betekende dat de facto het einde van de Gereformeerde Kerken in Nederland als gereformeerde kerken. In die zin kregen alle vragen ten aanzien van het belijden waar de Synode van Sneek mee had geworsteld en waar de Synode van Dordrecht zich over moest buigen een bijzondere actualiteit. Een van degenen die verontrust was over de dissertatie van Wiersinga was deputaat Wentsel. Toen faculteit en deputaten op 12 februari 1971 bij elkaar kwamen, liet hij dat duidelijk merken. Ter tafel lag een stuk van Berkouwer over de ‘vrijheid van de theologie’. Dit stuk was geschreven naar aanleiding van de vragen die de Synode van Sneek had opgeroepen.9 Sommigen hadden namelijk het gevoel dat er niet meer, maar juist minder ruimte was ontstaan ten aanzien van de binding aan de belijdenis. Na de toelichting van Berkouwer op zijn stuk kwam Wentsel met heftige kritiek, niet op de Synode van Sneek, maar op de faculteit. Naar zijn oordeel had de faculteit met de dissertatie van Wiersinga de grenzen van de gereformeerde wetenschap overschreden. Dit was, zo beleed Wentsel, voor hem een gebeds- en gewetenszaak. Daarmee zette hij de zaak op scherp.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 296

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 297

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's