125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 478

noten hoofdstuk 10 5. Zie hierover hoofdstuk iv. 6. Zie over het volgende J. Donner, De vrijheid van het bijzonder wetenschappelijk onderwijs (Zwolle 1978) 139-143. 7. Zie Archief directeuren, Notulen, 2 september 1960 en Archief directeuren, Ingekomen stukken, 20 september 1960, van directeuren aan minister Cals (no 457, afschrift). 8. Archief directeuren, Notulen, 21 oktober en 16 december 1961. Zie verder onder meer Archief FdG, Dossier no 329, Notulen, 3 november 1961, en Archief senaat, Ingekomen stukken, 9 november 1961, van FdG aan senaat (C 283). Dit advies werd overgenomen en doorgestuurd naar curatoren. Zij adviseerden positief aan directeuren. De faculteit betreurde het dat er in het ontwerp alleen sprake was van erkenning als ook de bekostiging werd aangevraagd. 9. Archief deputaten, Inventarisno 42, Ingekomen stukken, 12 april 1962, van moderamen GS aan deputaten. Zie ook Acta, 1961/1962, Artikel 408, waar vermeld wordt dat de synode aldus (in comité) besloten had. Formeel was haar mening niet van belang, maar directeuren wilden de relatie met de kerken blijkbaar goed houden. 10. Van oudsher hadden gereformeerden om die reden moeite met overheidssubsidiëring. Zie over dit thema J. Plomp, Zo zongen de ouden. De houding van de christelijke afgescheidenen (gereformeerden) tegenover het aanvaarden van overheidsuitkeringen aan de kerken (Kampen 1972). 11. Archief senaat, Ingekomen stukken, 7 mei 1963, van curatoren aan senaat (B 603); Archief senaat, Ingekomen stukken, 20 mei 1963, van FdG aan senaat (C 338); Archief senaat, Notulen, 24 mei 1963; Archief curatoren, Ingekomen stukken, 5 juni 1963, van senaat aan curatoren (no 452); Archief curatoren, Notulen, 6 juni 1963; Archief directeuren, Ingekomen stukken, 6 juni 1963, van curatoren aan directeuren (no 315), en Archief directeuren, Notulen, 15 juni 1963. In de faculteitsnotulen trof ik hierover geen mededelingen. 12. Zie Archief deputaten, Inventarisno 33, Notulen, 20 oktober 1960, en inventarisno 42, Ingekomen stukken, 8 februari 1961, van directeuren aan deputaten. Zie ook Acta, 1961/1962, Bijlage lxixa, waar gemeld wordt dat de kosten (van de FdG) tussen 1955 en 1960 waren opgelopen van fl 113.000,– tot fl 214.000,-, maar dat de inkomsten slechts gestegen waren van fl 115.800,– tot fl 151.500,-. Daarbij wordt tevens opgemerkt dat niet alle kerken zich hielden aan de twee collecten. 13. Zie Archief deputaten, Inventarisno 33, Notulen, 9 september 1963 en Acta, 1963/1964, Artikel 280, 357, 361 en Bijlage lxvi. Aanvankelijk ging het om een subsidiering van 95 %, vanaf 1970 bedroeg de rijksbijdrage 100 %. Zie Roelink, Een blinkend spoor, 103. 14. Het statistisch materiaal voor een nauwkeurige vergelijking is nog niet voorhanden.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 477

477

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen