'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 68
Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU
de eerste jaren
zijn leraarsbetrekking kon vervullen. ‘Krans is lid der Gereformeerde kerk van Arnhem en mij ook overigens bekend als iemand die wat persoon en overtuiging betreft voor een functie aan de Vrije Universiteit zeker in aanmerking komt.’ Curatoren stemden hiermee in en Krans werd benoemd voor het seizoen 1932-’33.70 Sizoo gaf in dat jaar samen met Krans het college ‘golfmechanica’ over onderwerpen als de Schrödingervergelijking, toegepast op eenvoudige potentiaalgevallen, storingstheorie en de vergelijking van Dirac.71 In de collegeoverzichten van de hieropvolgende jaren komt de naam van Krans niet meer voor. Het lijkt erop dat Sizoo uiteindelijk toch alle natuurkundecolleges zelf heeft verzorgd. Met de officiële stichting van de faculteit was aan de formele eisen van de wet voldaan en ook waren er in de eerste jaren al enkele colleges gegeven.72 Het uiteindelijke doel was echter om te komen tot volledige studieprogramma’s voor een aantal kandidaats- en doctoraalexamens. Aan de invulling van het programma werd door de hoogleraren in deze eerste jaren hard gewerkt. Voor welke examens men wilde opleiden, blijkt uit een door de hoogleraren opgesteld rapport ‘Inlichtingen omtrent de studiën in de Wis- en Natuurkundige Faculteit der Vrije Universiteit’, dat op 12 oktober 1933 aan curatoren werd gestuurd.73 Voor het kandidaatsexamen – de eerste fase van een universitaire studie in die tijd – kon worden gekozen uit een viertal groepen vakken: a. wiskunde en natuurkunde met sterrenkunde; d. natuurkunde en wiskunde met scheikunde; e. natuurkunde en scheikunde met wiskunde; f. scheikunde met natuurkunde, wiskunde en mineralogie.74 Na het behalen van het kandidaatsexamen, volgde de studie voor het doctoraalexamen, waarvoor een hoofdvak en twee bijvakken werden gekozen. Als hoofdvak kon worden gekozen: scheikunde, wiskunde, natuurkunde of wijsbegeerte. Aan het doctoraal natuurkunde kon worden begonnen na de kandidaatsexamens a en d (of het examen e na het bijspijkeren van de wiskundekennis). Het kandidaatsexamen d werd gezien als meest voor de hand liggende voorbereiding op het doctoraal met hoofdvak experimentele natuurkunde. Het studieprogramma voldeed aan de wet van 1921 (aangepast in 1930) waarin alle
67
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 281 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 281 Pagina's