125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 175

weerwerk

174

collegae deelgenoot van zijn voornemen met het einde van de cursus 1933/1934 emeritaat aan te vragen in verband met het bereiken van de 70-jarige leeftijd.32 Naar aanleiding daarvan werd wel van gedachten gewisseld over zijn opvolging, maar vooralsnog besloot de faculteit geen stappen te ondernemen. In het najaar van 1933 kwam de komende vacature opnieuw aan de orde.33 Aanleiding was een brief van curatoren, die nadere inlichtingen vroegen over de wijze waarop de colleges van Kuyper, die als gevolg van een operatie enige tijd was uitgeschakeld, werden waargenomen.34 Tevens nodigden curatoren de faculteit uit na te willen denken over de opvolging van Kuyper.35 De faculteit meldde dat deze na het kerstreces zijn werkzaamheden weer zou hervatten en dat men dan ook de zaak van het aanstaande emeritaat zou bespreken.36 Reeds voordat de faculteit in het nieuwe jaar had vergaderd, had Kuyper zijn emeritaatsaanvrage ingediend.37 Naar aanleiding daarvan besloten curatoren de faculteit daarover advies te vragen.38 Een verslag van een faculteitsvergadering is niet bewaard gebleven, maar er werd wel degelijk overlegd. Op een brief van 31 maart 1934 van de secretaris van curatoren Verdam aan voorzitter De Vries staat namelijk in margine vermeld dat curator Ferwerda contact had gehad met Grosheide. Daaruit bleek dat de faculteit als opvolger van Kuyper dacht aan D. Nauta, gereformeerd predikant te Woubrugge. Deze moest nog promoveren. In dit verband achtte de faculteit het wenselijk dat het emeritaat van Kuyper nog een jaar zou worden uitgesteld.39 Curatoren wilden echter niet op dit verzoek ingaan vanwege de wankele gezondheidstoestand van Kuyper.40 In die zin werd ook bericht gezonden aan de faculteit en aan directeuren.41 De faculteit reageerde binnen een week. Ze schreef dat het duidelijk was dat er een promotie aankwam die zeer veel beloofde, en ze wilde liever wachten dan genoegen nemen met een mindere kracht.42 Daarbij kwam dat Kuyper weer zeer gezond was. Als derde argument werd gewezen op het feit dat deputaten de wens te kennen hadden gegeven dat Kuyper zijn werkzaamheden voorlopig zou voortzetten.43 En tenslotte waren drie geneesheren bereid te verklaren dat Kuyper over ‘voldoende kracht en gezondheid’ beschikte om zijn werk nog een jaar te blijven doen. Daarom adviseerde de faculteit curatoren met vrijmoedigheid aan directeuren voor te stellen om Kuyper te verzoeken ‘na den fatalen termijn’ nog gedurende een jaar zijn professoraat te vervullen.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 174

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen