GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 255

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 255

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de opleiding tot leraar godsdienst

254

Het zou ruim een half jaar duren voordat curatoren van deze plannen op de hoogte werden gebracht.42 Daarna volgden nog enkele gesprekken en de uitwisseling van enige brieven, onder meer over de vraag naar het examenprogramma en de eventuele financiering van de noodzakelijke uitbreiding van het personeelsbestand. De faculteit besloot dr. C. Augustijn en J. Helderman voor te dragen. De faculteit wilde Augustijn belasten met de organisatie van de opleiding en met het geven van onderwijs in de geschiedenis van het christendom in zijn betekenis voor de cultuur. Tevens wilde de faculteit hem het afnemen van tentamens in de Algemene Kerkgeschiedenis opdragen, en, in verband daarmee, het geven van een enkel college kerkgeschiedenis. Aldus werd aan curatoren voorgesteld, die daarmee na enig overleg akkoord gingen. Ook Helderman werd benoemd. Deze assisteerde Schippers bij het onderwijs in de bijbelse vakken.43 Directeuren wendden zich per brief van 24 oktober 1962 tot deputaten, waarin uitleg werd gegeven over de opleiding tot godsdienstleraar.44 Tevens maakten zij melding van de voordracht van Augustijn. In dat kader werd – op instigatie van de theologische faculteit – de vraag opgeworpen in hoeverre op deze te verlenen leeropdracht de regeling van het verband van toepassing was. Faculteit en curatoren zijn van mening, aldus directeuren, dat een voordracht moet worden getoetst op de geschiktheid van de betrokkene ‘tot de opleiding voor den dienst des Woords in de Gereformeerde Kerken’. In het geval van Augustijn zou de toetsing derhalve alleen van toepassing zijn op zijn opdracht tot waarneming van Nauta. Vertrouwende dat deputaten deze visie zouden delen, legden directeuren deze voordracht aan hen voor. Deputaten antwoordden dat zij konden instemmen met het voornemen Augustijn te benoemen.45 Verder hadden ze met belangstelling kennis genomen van deze visie op het contract en deelden ze mee deze visie ter toetsing aan de generale synode te zullen voorleggen. Mocht de synode een andere mening zijn toegedaan, dan verklaarden deputaten nu reeds tegen de benoeming van Augustijn geen bezwaar te hebben. Daarmee kon de opleiding tot leraar godsdienst van start gaan. Over de formele kant van de zaak zou nog enkele jaren worden gesproken. Twee standpunten stonden tegenover elkaar. Deputaten meenden dat hun toezicht de hele faculteit regardeerde. Het standpunt van

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 254

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 255

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's