GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 74

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 74

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

kampen onder druk

kan bestaan in de kerk van Christus. ‘Buiten haar erf toch ontbreekt de palingenesie [wedergeboorte], ontbreekt het geloof, ontbreekt de fwtismÒ$ [verlichting], ontbreekt de gemeenschap der heiligen, en ontbreekt de leiding van den Heiligen Geest als “Gemeingeist”.’25 Een neutrale faculteit, gefinancierd door een neutrale overheid, kon daarom per definitie geen faculteit der godgeleerdheid zijn, zo luidt de impliciete conclusie van deze stelling. Maar het ‘orgaan der theologie’ is ook niet gegeven in de ecclesia instituta. Daarom mag wat te Kampen gebeurt evenmin theologie heten. Het lichaam van Christus, zo zette Kuyper uiteen, omvat veel meer dan de kerk als instituut. Er is een christelijke gezindheid, een christelijke maatschappij, een christelijke wetenschap, een christelijke kunst. Dit alles gaat grotendeels buiten de kerk als instituut om. De ecclesia instituta is gebonden aan en beperkt door de ambten: de dienst des Woords, de dienst der Sacramenten, de barmhartigheid en de kerkregering. Alle overige christelijke levensuitingen werken niet door het orgaan van speciale ambten, ‘maar door de organen van het herschapen natuurlijk leven’: de vader in het huisgezin, de gelovige magister op school, de christelijke kunstenaar in de kunst.26 Vrij van de kerk, dat wilde voor Kuyper dus zeggen: vrij van de kerk als instituut, van de kerk met haar ambten.27 Van belang voor de kerkelijke verhoudingen is daarbij het feit dat Kuyper een voorkeur had voor de kerk als organisme, die hij van veel wezenlijker belang achtte dan de ecclesia instituta. Deze is er geheel op ingericht ‘om centraal het bewustzijn der geloovigen te bewerken, opdat hun stand voor God aan het Woord conform zij’.28 Het was Kuyper echter niet alleen te doen om de reformatie der kerk, maar om de herkerstening van heel het leven. Vandaar dat hij kon stellen dat de kerk als organisme in waarde ver boven het instituut stond. Het instituut is tijdelijk; het instituut zal wegvallen aan het einde van deze bedeling; het instituut is instrumenteel.29 Met deze visie op het bestuur van de universiteit stond Kuyper in een lange traditie: zo was het in Nederland altijd geweest. Tot 1795 was het namelijk zo dat de (christelijke) overheid hoogleraren benoemde. Zij dienden afkomstig te zijn uit de kring der gereformeerde predikanten en moesten instemmen met de Dordtse belijdenisgeschriften. Maar de kerk als instituut oefende slechts indirect invloed uit. Ze had namelijk eigen examens en de eisen daarvoor mocht zij zelf formuleren. In

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 73

73

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 74

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's