GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 75

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 75

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

kampen onder druk

74

feite is deze situatie ook na het organiek besluit van 1815 blijven voortduren. De overheid kreeg zelfs een nog grotere invloed op het onderwijs, gedeeltelijk ingegeven door haar eigen doelen. Toen kwam de wet van 1876. Kuyper interpreteerde deze als een wet waarbij de theologie in godsdienstwetenschap werd veranderd. Bovendien was er een nauw verband tussen deze wet en de neutrale houding van de staat: de overheid was geen overheid meer die een nauwe relatie onderhield met een van de kerken. De rol van de overheid ten aanzien van de theologie werd bij Kuyper echter niet overgenomen door de kerk als instituut, maar door de kerk als organisme, in de gestalte van een vereniging. Nadat hij betoogd had dat de theologie tot het terrein van de kerk als organisme behoort, maakte Kuyper enkele opmerkingen over de verhouding tussen school en universiteit. Een school der kerken moge bij gebrek aan beter in het leven worden geroepen, zo’n school kan goed zijn voor de zekerheid van de kerken, maar het kan nooit een wetenschappelijk instituut zijn, zo meende hij. Het is immers niet de roeping van de kerk zich op de wetenschappelijke theologie toe te leggen. Tegelijkertijd geldt dat de kerk de wetenschappelijke theologie niet kan missen: ‘Zullen de predikers niet enkel Dienaars des Woords, maar tevens theologen zijn, dan is universitaire ontwikkeling onmisbaar’.30 De boodschap aan de fusiepartners was duidelijk: ze konden hun school maar beter sluiten en gebruik gaan maken van de Vrije Universiteit. Theologisch onderbouwde Kuyper dit door te onderscheiden tussen drie soorten kennisse Gods.31 Er is de persoonlijke kennisse Gods; er is de kerkelijke kennisse Gods en er is de cognitio Dei die voortkomt uit de theologie. De eerste dient om aan elk kind van God ‘zijn troost in leven en sterven’ te schenken. De tweede om aan de kerk haar prediking en haar belijdend optreden tegenover de wereld mogelijk te maken. De derde heeft tot taak de kennisse Gods in het menselijk bewustzijn ‘in te dragen’. De eerste behoort tot de persoonlijke levenssfeer van het individu; de tweede tot de kring der ecclesia instituta, de derde tot de kring der ecclesia als organisme gedacht. Hiermee samenhangend is ook de vorm van de cognitio Dei verschillend. Het persoonlijk geloof formuleert niet, maar ‘utitur et fruitur’.32 De kerkelijke belijdenis formuleert in dogmata, de wetenschappelijke theologie schift en keurt, ontleedt, leidt af en legt verbanden. De eerste is de vrucht van de per-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 74

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's