GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 96

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 96

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

groei naar volwassenheid

Biesterveld kwamen vanuit Kampen naar de vu, gevolgd door vele studenten. En op 22 januari 1903 stelden curatoren, bij monde van Van Schelven, in de senaat dat uitbreiding van de universiteit noodzakelijk was.8 Ook zij ‘geloofden’ er weer in. Daarbij werd onder meer gesproken over een benoeming aan de literaire faculteit en gewezen op dr. C. van Gelderen, predikant te Schoonebeek, en dr. A. Noordtzij, lector voor het Hebreeuws aan de Theologische School. Zonder dat duidelijk is waarom, werd aan de literaire en theologische faculteit alleen advies gevraagd over een eventuele benoeming van Van Gelderen. De literaire faculteit adviseerde positief aan curatoren.9 Maar op 29 april liet Van Schelven onder curatoren een schrijven rondgaan waarin hij voorstelde terug te komen op de keuze voor Van Gelderen. Via Rutgers hadden hem goede berichten bereikt over J. C. de Moor, die op het punt stond te promoveren op een oudtestamentische studie.10 Deze leek hem de juiste man voor de faculteit, omdat hij zich meer dan Van Gelderen met exegese had bezig gehouden.11 Op zichzelf genomen had hij daarin gelijk. Van Gelderen, die in Kampen gestudeerd had, had zich op advies van Bavinck in Leipzig en Berlijn in de Semitische letteren gespecialiseerd en was daar ook gepromoveerd.12 Geheel anders lag dat dus met De Moor, en de andere curatoren konden zich wel vinden in het voorstel van Van Schelven. Woltjer – die natuurlijk liever iemand in de literaire faculteit benoemd zag dan in de Faculteit der Godgeleerdheid – nam de moeite contact met Van Gelderen te zoeken. Na verkregen inlichtingen over zijn carrière en toekomstwensen, persisteerde de literaire faculteit bij haar voordracht. Ze werd daarin gesteund door de theologische faculteit en de senaat.13 Van Schelven kon dan ook niets anders dan aan zijn medecuratoren voorstellen met de voordracht van de senaat akkoord te gaan.14 Directeuren benoemden Van Gelderen per 1 september 1904 conform de voordracht tot lector om onderwijs te geven in het Hebreeuws en de bijbelse archeologie.15 In 1905 werd Van Gelderen hoogleraar in de literaire faculteit met als leeropdracht het onderwijs in de Semitische taal- en letterkunde. Daarbij speelde de Wet op het Hoger Onderwijs een belangrijke rol. Wilde de vu de effectus civilis verkrijgen, dan diende zij drie faculteiten te hebben met elk drie hoogleraren. Vandaar dat de senaat in zijn vergadering van 10 maart 1905 met een voorstel werd geconfronteerd om Van Gelderen tot hoogleraar te benoemen. Nadat H.H. Kuyper nog had voorgesteld in de benoemingsbrief op te nemen dat hem ook het

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 95

95

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 96

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's