Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 261

de middelmaat te boven

260

Naast de implementatie van de bamastructuur had de stand van zaken van het facultaire onderzoek Klandermans’ grote aandacht. ‘Niets was heel slecht,’ verwoordde de decaan zijn oordeel over de onderzoeksprogramma’s naderhand, ‘maar ook weinig was heel goed.’15 Dit was een wat boude uitspraak. vsnu-visitatiecommissies staken de loftrompet over het onderzoeksprogramma van sociale gerontologie, getiteld ‘Ageing, autonomy and well-being’, en over het politicologische (deel)programma ‘Politics, policies and society’. Beide programma’s, de vernieuwde versies van respectievelijk ‘Ouder worden, zelfstandigheid en welbevinden’ en ‘Het optreden van politieke partijen in meerpartijenstelsels’, werden geprezen om hun kwaliteit en internationale allure. Aan het mt-programma ‘Methods of data collection’, voorheen ‘Onderzoek naar onderzoeksmethoden’, werden scores toegekend die van voldoende tot goed varieerden, waarbij het onderzoek naar waarneming via interviews als ‘uniek’ in het Nederlandse methodologiedomein werd aangemerkt.16 Het onderzoeksprogramma van culturele antropologie en com, ‘Global cultures and local identities’, kreeg in 2001 van de betreffende visitatiecommissie een ruime voldoende. De beoordeling ging echter vergezeld van twee negatieve kanttekeningen: de samenhang tussen beide componenten was ondermaats en het com-gedeelte (‘Processes of identification and shifting alliances in kaleidoscoping societies’) diende snel aan gewicht en output te winnen.17 Het bestuurskundige deelprogramma ‘Intergovernmental relations and governance’, dat samen met het politicologische deelprogramma ‘Politics, policies and society’ het koepelprogramma ‘Political institutions and actors’ vormde, werd bij een visitatie in 2002 ondermaats bevonden, op alle fronten. Het van oudsher verrichte onderzoek naar ‘interbestuurlijke verhoudingen’, zoals het programma in de jaren negentig heette, had te weinig gemeenschappelijk met het meer recente onderzoek naar integriteit van gezagsdragers. De productie en kwaliteit van het deelprogramma beantwoordden volgens de visitatiecommissie evenmin aan de vereiste normen, terwijl van een internationale contour nauwelijks sprake was.18 Om het facultaire onderzoek substantieel te verbeteren was geld nodig. ‘Ik doe het alleen,’ had Klandermans als uitdrukkelijke voorwaarde gesteld toen het college van bestuur hem voor het decanaat benaderde, ‘als de verhouding in de bekostiging van onderwijs en onder-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen