Verslag aan de Algemeene Vergadering over het jaar 1881 - pagina 15

43 komt de hartelijke dank van Directeuren toe voor de vele inspanning en moeite, die zij zich voor deze jongelieden getroost hebben. Vooral de nu opgedane ondervinding zal veel waard zijn bij het beramen en vestigen van meer vaste plannen. Veel zal ook langs dien weg voor de opleiding onzer jongelieden moeten gegeven worden. Als God de Heere jongelingen met talenten geeft, is het zaak der Christenbroeders om deze talenten niet door gebrek aan mildheid te begraven. Ook voor de studeerende jongelingschap zelve zal nog menig offer van de broederen moeten gevraagd worden. En hierover verwondere zich niemand! Ten allen tijde heeft het God beliefd, de dienaren voor Zijn kerk vooral, voor een niet gering deel uit liefdegaven te laten studeeren. Luther zelf is hiervan het bekendste voorbeeld. De geschiedenis meldt ook, hoe te Leiden i-eeds vroegtijdig een Hospitium onder leiding van een Regent, door de Staten van Holland werd opgericht. En hoe weinigen er zijn, die te Groningen, Leiden en Utrecht geen beurzen genieten, is een publiek geheim. Het behoeft dan ook niemand te verwonderen, dat vooral in Amsterdam nog al ondersteunning noodig is en dat vooral milde bijdragen voor het Hospitium zeer gewenscht zijn. Voor het Hospitium zal ongeveer viermaal de nu reeds ingekomen som noodig zijn, en met stillen ernst zij de vraag aan de broederen voorgelegd, of er onder de bemiddelden uit hun midden niet allicht een enkele kon zijn, wien God de Heere het in het hart gaf, om voor deze zaak eens een meer dan gewone gift te geven. Later zal ook nog op een Akademiegebouw moeten gedacht worden, terwijl de Bibliotheek, die pas werd aangelegd, dringend voeding en uitbreiding vereischt. Bovendien mogen we onzen Leden en Begunstigers wel doen opmerken, dat alsnog de Medische en Natuurkundige faculteiten niet eens meê zijn gerekend, die toch ook van meet af in ons breeder bestek lagen, en waar we op den duur niet buiten kunnen. We zeggen dit niet om u als met vele zorgen te overstelpen, De Heere zal dit alles maken te Zijner tijd en niet dan langzaam kan zulk eene inrichting groeien. Totdusver is ons vertrouwen nog geen oogenblik beschaamd, en onze trouwe God heeft het ons nog aan niets doen ontbreken. Ons eenig doel was dan ook den indruk weg te nemen, alsof de Universiteit nu reeds ongeveer was, wat ze worden moet, en alsof de draagkracht der Christelijke liefde voor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen