1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 15
7 ook Verworn, om mij tot deze onderzoekers te bepalen, dateeren ze vroeger op grond van de aanwezigheid van vuursteen- en beenwerktuigen, welke als palaeolithisch worden beschouwd. Het schijnt mij gewenscht deze quaestie nog niet als beslist en afgedaan te beschouwen; het feit toch, dat ook sporen van aardewerk zijn aangetroffen, afkomstig uit veel later perioden dan de vuursteen-werktuigen deden aannemen, noopt totbijzondere voorzichtigheid in de dateering, temeer wijl de hier bedoelde graphische producten hooger ontwikkeling en meer technische vaardigheid verraden dan de straks genoemde petroglyphen, hetgeen eenige aanleiding geeft er minder hoogen leeftijd aan toe te schrijven. Belangrijker dan de teekeningen, wier strekking niet, of althans nog niet, duidelijk is, zijn die, welke een werkelijk beeldenschrift vormen en in gebruik zijn bij enkele volken, welke het letterschrift nog niet kennen en bij wie de hieroglyph niet tot ontwikkeling kwam. Een interessante mededeeling bevatte onlangs het Archiv für Anthropologic ^) betreffende het beeldenschrift bij de Joekagieren. In het bezit van den schrijver waren gekomen enkele brieven, door een meisje tot haar verloofde in beeldenschrift gericht. De figuren waren met de punt van een mes in berkenbast gesneden; een figuur, veel gelijkend op een Europeesche parasol, stelde een mannelijken Joekagier voor; om eene vrouw aan te duiden, waren aan den bovenkant der figuur naar beneden gerichte punten, voorstellende het lange vrouwenhaar, toegevoegd; om een Russische vrouw voor te stellen waren naast de figuur van een man parallelle lengtestreepen gemaakt, welke het voor de Russin karakteristieke lange hemd moesten weergeven; de punten waren hierbij weggelaten. Door omlijning der figuren, schier geheel of slechts gedeeltelijk, werd het thuisblijven of uitgaan (nomadiseeren) der personen uitgedrukt, door eene kruising der armen het verdriet symbolisch voorgesteld ; lijnen, welke de figuren van man en vrouw verbonden, wezen op hun ouderlingen band ; andere lijnen, op andere wijze aangebracht, 1) Archiv fiir Anthropologie, Neue Folge, Bd. VI, H. 4, pag. 313.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 188 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 188 Pagina's