1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 65

57 zouden als Protestanten spreken van den invloed van Christelijke scholen en Zondagsscholen, van den invloed van catechisaties en prediking. Maar daarin heeft de nieuwere psychologie m.i. gelijk, als zij aanneemt, dat dit alles als vaak onbewuste toestanden der ziel zijn invloed doet gelden, ook al heeft men in de zonde geleefd. Onlangs hoorde ik in een schoone preek deze opmerking maken, God maakt het zoete bitter, wanneer men profiteeren wil van de zonde, dan komt daaraan door de liefde van God een bittere smaak. Zoo moet men de werking van deze onbewuste toestanden opvatten. Telkens hebben die onbewuste toestanden neiging den drempel van het bewustzijn te overschrijden en, hetgeen psychologisch gemakkelijk verklaarbaar is, zoodra men in een milieu verkeert, tegengesteld aan de opvoeding, dan hebben de contrastvoorstellingen des te sterker neiging om boven te komen. Ze zijn U immers bekend die contrastvoorstellingen, die bij psycliasthenici zooveel ellende kunnen geven, door bv. in de kerk en in ernstige oogenblikken godslasterlijke of onzedelijke voorstellingen te geven. Welnu deze onbewuste voorstellingen, onderdrempelig, ik gebruik liever deze uitdrukking dan het halfbewuste, subconscient, der Franschen, doen hun invloed gelden. ' • , . a ' ,Is het nu wel waar, dat er in de meeste gevallen een crisis volgt, voordat de bekeering is opgetreden? Ik zou dat willen betwijfelen. Indien de bekeeringen alleen plaats vinden bij geëxalteerde nerveuse persoontjes (vooral vrouwen), dan zou dit misschien mogeliik zijn, hoewel we dan waarschijnlijk in de verhalen, die daarvan gedaan worden, nog vele vraagteekens moeten plaatsen. Sommigen meenen, dat de crisis moet doorleefd worden, wil men „opnieuw geboren" worden volgens de Schrift. James heeft daartegen reeds opgemerkt, dat men dit toch wel anders waar neemt en de Fursac kan dat bevestigen, dat er nl. menschen zijn, wier religieus leven een volkomen continuïteit heeft laten zien, waarbij dan het mysticisme tot de jeugd of tot zelf de kindsheid te vervolgen zou zijn geweest. Het was niet verschenen op een bepaald tijdstip in het leven, had blijkbaar de wortels in de opvoeding en was grooter geworden zonder stilstand te hebben ondergaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen