1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 45

37 niet zoo groot is als het schijnt en dat in den droom vaak het leven van den dag min of meer wordt voortgezet. Hoe wonderlijk het ook in den droom moge toegaan, de aanleiding wordt meestal geleverd, door iets wat wij wakend hebben beleefd. Niet ten onrechte heeft dan ook een Fransch onderzoeker reeds jaren geleden gezegd: nous rêvons de ce que nous avons vu, dit, désiré ou fait. De prikkeling van de zintuigen moet zooveel mogelijk worden vermeden, indien men uit den wakenden in den slapenden toestand wenscht over te gaan. Zoolang de slaap nog niet zeer diep is, worden echter door het bewustzijn nog wel degelijk enkele prikkels waargenomen, zoowel bij het inslapen als tegen het ontwaken. Deze gewaarwordingen zijn evenwel niet in overeenstemming met de werkelijkheid evenals zulks bij dag het geval is; daarvoor werkt de aandacht niet voldoende en onder invloed van de fantasie ondergaan zij daarbij een zekere allegorische verandering, die zich in het droomleven verder ontwikkelt. Het gevoel kan in dit opzicht reeds een groote rol spelen en merkwaardige voorbeelden worden daarvan medegedeeld. Men droomt soms, dat men van een enorme hoogte neerstort, en als men dan met een schrik ontwaakt, blijkt, dat een arm of been buiten het bed is gevallen. Indien men zich gedurende den slaap heeft bloot gewoeld, droomt men vaak de angstige gedachte, dat men naakt of althans half gekleed in gezelschap verschijnt. Ook het gehoor kan dergelijken invloed op den inhoud van het droomleven uitoefenen en bijna altijd wordt de prikkel dan in zeer versterkte mate waargenomen. In den zomer hoort men bij het opkomen van een onweder het rollen van den donder soms nog heel in de verte en dan droomt men van een veldslag, waarvan men het kanongebulder op grooten afstand hoort. Wanneer men in den slaap een stoel in de kamer hoort omvallen, droomt men soms van een verschrikkelijke ontploffing; het knarsen van de deur kan de aanleiding zijn, dat men droomt van dieven en inbrekers, die trachten de kamer binnen te komen. Omdat in den slaap door het sluiten van de oogleden het gezicht geheel van de buitenwereld schijnt afgesloten, zou men vermoeden, dat in den droom gezichtsbeelden of visioenen tot de uitzonderingen behooren. De ervaring leert echter, dat juist het omgekeerde het geval is en de indrukken van het gezicht zelfs het meeste

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen