GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1918 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 15

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

7 psychische eraan ontzegt. Niet zoozeer in dit aristotelische woord, maar juist in de grondgedachte van het vitalisme van DRIESCH schuilt m.i. het bezwaar tegen deze vervanging. De entelechieën van DRIESCH zijn immers, zooals K. C. SCHNEIDER zoo juist heeft opgemerkt, geen realiteiten, maar de werkprincipes der organismen, de formae substantiates der Scholastiek. ^) Over het wezen der entelechieën, de wetten, volgens welke ze zich vormen, werken en verdwijnen geeft DRIESCH dan ook niets, zoodat voor de voortgang der physiologic de hypothese van DRIESCH volkomen onvruchtbaar moet worden geacht. DRIESCH' entelechieën-leer steunt wel op eenige feiten, maar het zijn feiten, die ook op andere wijze te interpreteeren zijn. -) Nog minder gewenscht zou het mij voorkomen het „élan-vital" van BEROSON als de grond van het leven aan te nemen. In de eerste plaats, om het begrip zelf, dat aan het begrip levenskracht (in 't Duitsch wordt élan-vital vertaald door „Lebensschwungkraft") is ontleend, en waartegen in het natuur-philosophisch denken terecht zooveel bezwaar bestaat, n de tweede plaats, omdat ook werkelijk het élan-vital door BERGSON wordt opgevat als „une poussée, un effort" als een natuuragens, dat noch mechanisch, noch teleologisch werkt, maar analoog is aan de werking van een spontaan zielleven, geheel onbewust. •') Maar het ernstigste bezwaar tegen het begrip van het élan-vital hangt samen met het eigenlijke wezen der geheele BERGSON'S philosophie. Hoe schitterend ook menig stuk natuurbeschrijving en verklaring door BERGSON moge zijn gegeven, hoe uitnemend hij ook het instinkt in het dierlijk leven in zijn werkzaamheden schetst, het groote struikelblok van BERGSON'S levensbeschouwing ligt in zijn uitgangspunt en in zijn methode Zijn uitgangspunt, omdat hij (evenals ook SCHOPENHAUER) ') Ook LoTZE in zijn scherpzinnige kritiek van de „levenskracht" van het oudere vitalisme verdedigt tegenover dit vitalisme een theorie, welke overeenkomst vertoont met die van STAHL (animisme). De ziel zou zeer goed alle levensverschijnselen kunnen leiden, want de ziel wordt daarbij als een „substantie" opgevat en dus iets, wat ten slotte een effect op iets anders kan uitoefenen. Voor Kritiek „levenskracht" zie ook VON HARTMANN o.a. Philos. des. Unb. p. 84. Volksausgabe. ^) Reeds in een vroeger artikel. BUYTENDIJK „over het Leven van Organen en Organisme" werd door mij een kritiek op DRIESCH' bewijzen voor het vitalisme gegeven. Zie Org. Christ. Ver. v. Nat. en Geneeskundigen. ^)

Zie o.a. Kritiek Bij HÖFFDING 1. c. p. 10.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 78 Pagina's

1918 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 15

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 78 Pagina's