1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 172

158 Gods tot onze zaligheid. Voorzoover de Schrift zich uitlaat over astronomische verhoudingen, doet ze dit in de menschelijke taal, naar de mate der kennis, die destijds bij de menschen gevonden werd, en in de voorstellingen aan het naief realisme ontleend, dat meent, dat de dingen werkelijk zijn, zooals wij ze zien. Tegen de voorstelling der moderne wetenschap dat de aarde ook geestelijk niet het middelpunt van het Heelal is en dat er vele bewoonde hemellichamen zouden zijn, komt de Schrijver in verzet, daar de Schrift het tegendeel ons openbaart. Duidelijk wordt nu in den breede aangetoond hoe het volgens de beste resultaten der wetenschap onmogelijk is aan te nemen dat de andere planeten van ons zonnestelsel bewoond zijn, dat daar zich leven kan hebben ontwikkeld, in den zin zooals wij leven hier op aarde kennen. Alles wat over het bewoond zijn der planeten door FALMMARION e. a. beweerd is, berust op speculaties en fantasie en behoort niet in het gebied der wetenschap thuis en wordt hierdoor zelfs volkomen weerlegd. In een volgend gedeelte is het Prof. KUYPER gelukt op een zeer begrijpelijke wijze de moeilijke astronomische feiten en theorieën uiteen te zetten, die het sterrensysteem buiten ons zonnestelsel betreffen. Aan de hand van de geschriften van WALLACE, MEYER, ScHWARzscHiLD, NEWCOMB-ENQELMANN e. a. wordt betoogd : Ie. dat het aantal sterren niet, zooals men vroeger meende, ontelbaar is en over eindelooze ruimten zich uitbreidt, maar beperkt is en binnen waarneembare grenzen besloten, waarvan de afstand kan bepaald worden. 2e. dat al deze door ons waargenomen sterren, hoe schijnbaar ordeloos over den hemel verspreid in werkelijkheid een systeem vormen, waarvan we althans bij benadering ons een voorstelling kunnen vormen. 3e. dat ons sterrenstelsel niet alleen uitwendig, maar ook wat het inwendige betreft een organische eenheid vormt, omdat al deze sterren en nevelvlekken uit dezelfde elementen bestaan, dezelfde krachten er in werken en ze aan dezelfde natuurwetten gehoorzamen, die wij op onze aarde leeren kennen. Verder blijkt dat de millioenen sterren, die men met het gewapend oog waarnemen kan, geen van alle bewoonbaar kunnen zijn, d. w. z. gloeiende bollen evenals onze zon zijn. De vraag, of

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen