1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 35

27

und den Beobachtungstatsachen übereinstimmen." ') Andere onderzoekers stellen hun hypothesen met wat meer omzichtigheid op; maar dan wordt er gewoonlijk heel weinig verklaard. In al deze kwesties is zeker het laatste woord nog niet gesproken. Maar wat ook het toekomstig wetenschappelijk onderzoek moge leeren, — het staat vast, dat geen enkele theorie, die de schepping tracht te negeeren, op één lijn te stellen is met het Bijbelverhaal. Er bestaat dan ook niet de minste reden voor Christenen om zich te schamen voor de oude belijdenis, dat God in den beginne hemel en aarde heeft geschapen. Uit deze korte uiteenzetting moge blijken, dat op menig terrein der sterrenkunde nog groote verwarring en velerlei verschil van inzicht bestaat. Met de andere natuurwetenschappen mag ook de astronomie zich in grooten bloei verheugen; maar toch blijft er nog veel te onderzoeken. Er bestaat ook nog behoefte aan meer waarnemmgen en aan nauwgezette detailstudie. Maar meer dan dat is er noodig een kritische en logische behandeling van het reeds verkregen waarnemingsmateriaal. Wanneer de astronomen uit de verschillende landen, die, helaas! door den oorlog zoozeer van elkaar vervreemd zijn, daartoe de handen ineenslaan, dan zal de sterrenkunde in korten tijd veel kunnen bijdragen tot de Jtennis van den bouw van het heelal.

')

NEWCOMB-ENGELMANN. Populate Astronomie, 4te Auflage, pag. 651.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen