1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 55

lefs over de logica in hel^ vifalisme van DRIESCH. QOOR

Dr. D. H. Th. VOLLENHOVEN.

In de „Abhandlungen zur theoretischen Biologie" onder redactie van Julius Schaxel uit Jena, verscheen bij de Gebroeders Borntrager (Berlijn) als derde aflevering een verhandeling van DRIESCH onder den titel „Der Begriff der organischen Form." Dit boekje ('t geheel telt slechts 83 pagina's) is zoowel voor den niet-uitsluitend experimenteerenden bioloog als voor hem die in wijsgeerige vraagstukken belang stelt, van beteekenis: DRIESCH geeft er een korte saamvatting in van zijn stelsel zooals hij dat vroeger breeder uiteen zette; hij wijzigde dit wel in menig onderdeel, maar bleef toch in hoofdzaak zijn oude opvattingen trouw. Het eerste deel van dit artikel is bedoeld als een exposé van den inhoud, 't tweede als 'n critiek op de logica van het vitalisme, tot welk punt 'k me uitteraard moet beperken. I. Bij de weergave zij 't me vergund hier en daar, hoe subtiel de onderscheidingen bij DRIESCH zelf reeds mogen zijn, nog een iets scherper indeeling te geven ter verheldering van 't overzicht. De i n l e i d i n g (pg. 1—8) behandelt de begrippen vorm, organische vorm en de soorten van menigvuldigheid. De vorm in ruimer zin is 't geheel van alle betrekkingen in 'n samengestelden keninhoud (Qegenstand), dus de verbinding van 't materiaal of de leden van welke de wetenschap alleen kan constateeren: „zoo is 't." Daar men zuiver beschrijvend moet onderscheiden de Orgaan 1920

4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen