GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 25

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

13 laten vaststellen door alle of verschillende onderwijzers, die daarvoor in aanmerking komen, men krijgt zoo een aanpassing der verschillende meeningen, wat niet goed is. Geen onderwijzer mag dus kunnen nemen van hetgeen vroeger werd opgeteekend, bovendien wordt de duur der waarneming belangrijk verlengd. Waarde en beteekenis van vele opgaven worden eerst daardoor duidelijk zoo bv. het vaststellen van bijzondere neiging, lievelingsbezigheden. Eerst een bepaalde bestendigheid in deze maakt, dat de beroepsraadgever beter oplet. De vragenlijst door HYLLA opgesteld, bevat 3 kolommen, de eerste bevat 63 vragen naar opvallend goede of opvallend geringe eigenschappen van den leerling, de tweede geeft aan welk beroep deze eigenschappen noodig heeft, terwijl in de derde kolom aangegeven wordt, bij welken tak van onderwijs ze kunnen worden waargenomen. De vragen hebben betrekking op de functies der zintuigen, het associatief- en reproduciievermogen, de geschiktheid voor bewegingen, de opmerkzaamheid, het kritisch vermogen, enz. De beroepen, die in aanmerking komen, zijn o.a. letterzetter, telephonist, stenograaf, typist, automobielbestuurder, wagenbestuurder, scheepskapitein, beambte om inlichtingen te geven, enz. De onderwijzer moet opletten bij het turnen, het teekenen, het schrijven, den handenarbeid enz. enz. Nu is men in staat heel veel uit deze kolommen ridicuul te maken: b.v. na de vraag: „kan de leerling het onduidelijk gesprokene juist opvatten en begrijpen", volgt, in de tweede kolom: „noodig voor een telefonist",, terwijl de onderwijzer dit zou kunnen ontdekken, wanneer de leerling wordt voorgezegd door andere leerlingen, die hem helpen willen. Of wel „kan men de richting herkennen waaruit een geruisch komt", daarna in de tweede kolom „scheepskapitein" en in de derde: „observeeren bij bepaalde spelletjes met een doek voor de cogen (Jakob wo bist du?")" Daartegenover staat echter, afgezien van het feit, dat we hier nog maar aan 't begin staan, dat ongetwijfeld de onderwijzer in staat is verschillende eigenschappen bij de leerlingen te ontdekken in het gewone schoolleven, die practisch van gewicht kunnen zijn voor dengene, die later raad zal geven in de beroepskeuze. Daarvoor zal echter noodig zijn, dat de onderwijzer zich oefent in de gave van observeeren en eventueel, dat er inrichtingen zijn, die het hem mogelijk maken een beteren kijk te krijgen op de wetenschappelijke en practische

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1921

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 104 Pagina's

1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1921

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 104 Pagina's