1922 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 25

15

Doch ook in ons land zijn de geesten niet rustig en daarom is het goed, dat ook wij als Chr. Ver. van Nat. en Geneesk. nauwkeurig letten op de teekenen der tijden. Wij willen daarbij niet wijzen op de groote moeilijkheden, waarin de Vereeniging van Hooger Onderwijs op Geref. grondslag verkeert, want al zijn zij ons niet onbekend, toch is het hier niet de plaats om daarover uit te weiden. Ook is het niet alles schaduw, wat er valt waar te nemen, want met blijdschap kan gewezen worden op het feit, dat de behoefte aan hooger onderwijs, dat rekening houdt met den grondslag van ons Christelijk geloof, ook in andere kringen steeds meer begint door te dringen. Het is u toch niet onbekend, dat ook in de R,K. kerk reeds langen tijd gefluisterd werd over de wenschelijkheid van een eigen universiteit. De laatste maanden schijnen deze plannen reeds een vasten vorm aangenomen te hebben en zal dus eerlang gebroken worden met de richting, die door de Radboud-stichting ingeslagen werd. Dat het ook bij de K.K. eenmaal tot dezen stap moest komen, zal niemand verwonderen, die kennis heeft genomen van het uitnemend artikel, dat BRUNETIèRE in 1895 schreef in de Reutie des d^ux mondes, enkele maanden nadat hij een bezoek had gebracht bij den paus. Dat dit artikel heden nog niet in het vergeetboek is geraakt, bewijst de algemeene voorzitter van het 18e Ned Natuur- en Geneeskundig Congres, die daarop in zijn openingsrede nog eens zeer nadrukkelijk de aandacht vestigde. Wie belang stelt in de ontwikkeling der wetenschap in den ruimsten zin van het woord aldus sprak deze voorzitter, zal den eersten d?g van het jaar 1895 be'=chouwen als een dies atra. flet wel ..dies atra'M F P w'iarom was dit een dies ater? Omdat Inj ons de ontboezemingen bracht van FERDTNAND BRUNETIèRE, hem in de pen gegeven door een bezoek aan de eeuwige stad. Onwillekeurig rijst de vraag, wat deze man dan voor kwaads berokkend heeft aan de wetenschap en daarom slaan wij voor een oogenblik de bladzijden op. waarin hij op zoo meesterlijke wijze zijn bezwaren he'eft neergeschreven. Het blijkt uit zijn artikel reeds terstond bij den aanvang, dat hij niet zoo bijster tevreden was over de wijze, waarop de mannen van wetenschap zich uitlieten over de religie. Het was langzamerhand de gewoonte geworden om de religie te beschouwen als een overblijfsef van vroeger bijgeloof: de waarde van een beschaving zou daarom omgekeerd evenredig zijn met het godsdienstig leven. Elke vooruitgang van de wetenschap heeft icn gevolge een vermindering van den invloed van het bovennatuurlijke in de wetenschan. En aldus riep ANDRé LEFèBRE het uit, dat de toekomst aan de wetenschap moet zijn,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen