1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 61

53

beide der kruipende en zeedieren, wordt getemd en is getemd geweest van de menschelijke natuur, We bezitten de gave om de werking van het verderf te neutraliseeren, de verwoesting te keeren, de woeste natuur milder te maken. De eerstelingen hadden in den boom des eeuwigen levens zelfs de antitoxine ten bate van een onvergankelijke celgeneratie, die het levensproces eindeloos maakte. Slechts één ding kunnen we niet temmen, dat is, volgens Jac. 3:8, de tong. Gaan we dieper op deze uitzondering in, dan komen we terecht bij De Macht, die in de tong zetelt, kwalitatief precies even onbekend in den tijd als in laatste instantie de osmose. We staan nu zelfs voor het feit, dat ook de Christus indentijd de tong niet temmen kon en de verlossing van den bezetene van Gadara slechts bereikte door het natuurwonder, waarbij een toestand veranderde door verplaatsing van Legio in een versnelde ontwikkeling van omstandigheden onder zwijnen, die zich regelrecht in de zee versmoorden. Naar aanleiding van eenige in de discussie voortgebrachte vraagstukken kan ik het volgende mededeelen. De buitengewone opeenhopingen van organische resten in de ardlagen duiden geenszins op groote catastrophen in de aardhistorie. Deze kunnen het gevolg zijn van een zeer langzame vorming van een sediment, een aanspoeling in bekkens of een gewoonte van dieren om zooö; dierenkerkhoven te maken, zooals b.v. bij olifanten in Afrika werd opgemerkt. Hun instinct doet hen van den troep scheiden en als solitair naar de plaatsen gaan, waar zij zich in de laatste uren ter ruste vleien. Ivoor jagers hebben dergelijke plaatsen ontdekt en uitgenut. Ook kunnen meei of minder plaatselijke vulkanische verschijnselen lucht of water vergiftigen. Epidemische ziekten kunnen diergroepen en deze zelfs zonewijs hebben geteisterd, zoodat een geografisch te registreeren ontwikkeling eener epidemie oorzaak werd van het ontstaan van geologisch geconserveerd bewijsmateriaal. Bij de menschen ontstaan kerkhoven uit hygiënische of andere overwegingen. Alle gegevens tesamen getuigen slechts, zoo men wil, van die ééne groote catastrophe, welke buiten de materieele natuurwetenschap staat. De geologen hebben bij hun onderzoekingen de descentieleer niet a priori gebruikt, doch de bevestiging daarvan erkent bij een axiomatische studie van klaarblijkelijk hoogst eenvoudig gelegen aardlaagsystemen. Eerst daarna werden bij moeilijke vraagstukken omgekeerde bewijsmethoden gevolgd. De geologen zijn in de vele frissche lycht, die het beroep hen bracht, gelukkig nogal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen