GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 35

Bekijk het origineel

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 35

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

èt anders treden ze in vele opvolgende lagen op, We begrijpen dat bezwaar, maar volgen de planten in de verschillende lagen elkaar op in gelijksoortige rijen, dan kan de geoloog ze gebruiken. (Stel Ie. laag aaabbb 2e. laag abbccc 3e. laag bbcccdd 4e. laag bcccdd enz.) Ook dit lijkt ons van uit evolutionistisch standpunt bezien rationeel. Bovenstaande citaten en voorbeelden mogen ons doen zien, hoe moeilijk 't is met behulp van fossielen en met name plantenresten tot den betrekkelijken ouderdom van een laag te besluiten. En nu hebben we nog niet eens gewezen op de onvolkomenheid van het materiaal. Want die is werkelijk groot ^). Wat een groepen, welke we thans kennen, missen we in de phyto-palaeontologie! Alle planten zonder harde deelen zijn verloren gegaan. Hoogstens zijn daarvan afdrukken bewaard of ze zijn ingesloten in barnsteen, zooals dat met sommige bloemen uit het tertiair het geval is. En datgene, wat overbleef, we kunnen het kort zeggen, is meest blad en stam van houtige gewassen of varens. De bladresten kunnen moeilijk dienen om de soorten te determineeren. Daarvoor zijn de fructificaties noodig. En hiervan vindt men wel enkele, maar toch niet genoeg om tot zekere bepaling der soorten te komen. De lagen der kolen — om maar bij het Carboon te blijven — zijn te veel gedrukt. Het materiaal heeft te veel geleden. Stamresten met takken en bladeren en fructificaties in onderling verband, zijn uitzonderingen^). De phytopalaeontoloog moet op gronden, ontleend aan nervatuur en anatomie tot de vaststelling der soort geraken. Dat is voorwaar geen gemakkelijke taak. Met de nervatuur zal dat wel nimmer gelukken. Het is wel geprobeerd. Grand' Eury heeft de Calamariaceeën ingedeeld; Brongniart deed hetzelfde met de ^ a r e n resten. Een determinatie naar de anatomie van stengel'en staflr-^ kan goede vruchten afwerpen, We wezen reeds op een resultaat daarvan. Maar het eischt van den onderzoeker groote kennis van dit onderdeel der botanie. (Zie de noot op pag. 63). Van de Algen is weinig bekend, uitgezonderd die, welke harde deelen vormen, zooals de kalkalgen, de diatomeeën, enkele characeeën en bruinwieren-

^) J. F. Pompeckj. Palaeontologie Handw. des Naturwiss. T. 7. S. 473. ') Dr. J. F. Lotsy. Vortrage enz. II. Bnd. S. 530. Unsere Kenntnis ist auch jetzt noch sehr unvollstandig, so dasz wir oft nicht wissen, welche Stammstruktur zu einer bestimmten Fruktifikation oder zu einen bestimmten Art von Zweigen gehort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's