1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 122

112 de Röntgenstralen. Uraanzoutcn nu, aan het licht blootgesteld phosphoresceeren en doen dit nog eenigen tijd daarna. Nu zag hij, dat als zoo'n stuk uraanzout, in zwart papier gewikkeld, op een fotografische plaat gelegd werd, er toch een inwerking OD die plaat viel waar te nem^n, ondanks het zwarte papier. Spoedig bleek voorafgaande belichting niet noodig te wezen, daar in donker bewaard Uraan, hetzelfde effect vertoonde. Het uraanzout zond zelf stralen uit en deze stralen bleken identisch met Röntgenstralen. Dit effende weer den weg voor het echtpaar Curie om het Radium af te scheiden uit de uraanhoudende Pechblende van Joachimsthal. En wat leerde nu het verder onderzoek, dat het hier betrof een verweren der elementen, een uiteenvallen dier zoo hooggeloofde absolute onveranderlijkheden. Een afdalen der elementen van hooger naar lager, onder vrijkomen van ongekende stroomen van energie. De brand, bij de natuurkunde uitgebroken, sloeg over naar de scheikunde, de schok deed ook daar de fondamenten scheuren en het gebouw waggelen. Maar tegelijk ontrolden nooit gedachte mogelijkheden voor het oog. Ook hier een breken van alle menschenvinding en tegelijk de gave van dieper inzicht in den bouw der lichamen, in hun innerlijkste wezen, in de structuur niet alleen van het kristal, maar van het atoom, in de onderlinge verhouding van kern en electronen. De makrokosmos het spiegelbeeld van den mikrokosmos. Onafzienbare mogelijkheden worden hier opnieuw aan de scheikunde aangeboden. Maar aan de satanische stofaanbidding, gegrond op die zeker bekende onveranderlijke bouw der materie, allen vasten grond onder de voeten weggestooten en als moedwillige afkeer van God Almachtig tentoongesteld. De röntgenologische kristalstudies grijpen direct over op het biologisch terrein, waar zich de ons van ouds bekende fibrillen ^) van zenuw- en bindweefsel voor ons ontsluieren als krisstallijnen bouwsels beantwoordend aan de door God gegeven wetten van symmetrie in het kristal. Een symmetrie, welke zich in het gansche organische leven verveelvoudigde en den ongeloovigen ^) Heringa, XXste Ned. Natuur- en Qeneesk. Concjres, Bldz, 143 en 186,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen