1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 57

i1 Dr. BRUIN zegt: Eenige jaren geleden werd door Prof. Heymans een andere typen-indeeling gemaakt in achten, waarbij deze begon van de andere zijde van het vraagstuk, n.l. de psychische. Deze indeeling werd achteraf getoetst op haar bruikbaarheid met betrekking tot de somatische eigenschappen. Is tusschen deze indeeling en die van Dr. van der Horst overeenstemming te brengen? Verder vraagt hij, hoe het staat met de verantwoordelijkheid van den mensch. Is hij zooals hij nu e3nnaal is? Moet men het zoo opvatten, dat een mensch van zijn jeugd af tot den ouderdom toe blijft in een bepaalde groep, of is het mogelijk, dat door allerlei invloeden van omgeviig enz, iemand van het eenc type overgaat in het andere? V a i practiseh belang is daze zaak voor hen, die paedagogischen arbeid ve.Tichten. Dr. LANDWEHR vraagt, welk van de twee door spr. onderscheiden typen het dichtst nadert tot wat wij ondar den normalen mensch verstaan. Er is vooral in de typeering van het schizoïde karakter veel, wat grenst aan het pathologische. Dr. L. VAN DER HORST antwoordt: Wat d^ Heer De Leeuw opmerkt omtre.it de primaire en secundaire functie van cycloïden en schizoiden, gaat niet geheel op. Volgens hem zou een cycloid, meer gaa ide naar het manischdepressieve type overwegend primair moeten functioneeren. Hij beroept zich daarbij op het systeem Heymans en Wiersma. Oit is echter niet juist. Volgens het systeem Heymans-Wiersma, waarop ik straks bij de bea itwoording van D/. Bruin terugkom, is de me'ancholie, de pathologische vorm uit het sentimenteele type en ds manie de pathologische vorm van het sanguinische type. Het sentimenteele type nu is gekenmerkt door een overwegende secundaire functie en het saiguinische type door een ov^rwege ide primaire functie. Dit is ook dcor mijn onderzoekingen bevestigd. De cycloïden meer gaande naar het manisch-depressieve type functioneeren overwegend secundair, althans in de meeste gevallen meer secundair dan de schizoïden. Het rassenvraagstuk, dat door Dr, Gerbrandy werd aangeroerd, is ook meermalen in deze indeeling in Jeptosomen en pyknici betrokken, Stern-Piper en anderen hadden juist op

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen