1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 45

43 wetenschap betwisten. „Toegekomen aan hun resultaat, kunnen ze zich niet verhelen, dat die resultaten veclszins strijdig zijn voor zoover dit het geval is, loochent natuurlijk elke groep, door wat ze zelve poneert al hetgeen de andere groep hier tegenover stelt". Nog eens echter volgt de verzekering: „Die tweeërlei stroom der wetenschap, die in gescheiden bedding zich voortbeweegt, heft dus in beginsel de eenheid der wetenschap in het minst niet op. Dit kan niet, dit ware volstrekt ondenkbaar" '<). Feitelijk wordt de zaak er niet transparenter op. Eerst: bij wetenschap, opgevat als resultaat, slechts gradueel verschil mogelijk; dan het beeld van den bouw der twee huizen, en dan weer een wijzen op de resultaten, die nu strijdig zijn. Wij kunnen om Kuyper's bedoeling te begrijpen, het best het beeld vasthouden van de twee gebouwen der wetenschap; en indien men de gedachte in zich voelt opkomen, dat die gebouwen steen voor steen hetzelfde zullen zijn, in ieder geval op elkaar moeten lijken als Oranienstein in Diez en het Loo in Apeldoorn, dan kan daarop slechts geantwoord, dat die paleizen dan toch altijd nog in een andere omgeving staan. Hoofdzaak is dat hier tegenover elkaar worden gesteld het van palingcnesie verstoken deel der menschheid, met een wetenschap, die naturalistisch en normalistisch van aard is, en het geslacht van de zonen der palingenesie, die door heel den kosmos grillig de zondescheur zien trekken, met een wetenschap, die alzoo een abnormalistisch karakter draagt. Het is wel duidelijk, dat het pad der Christelijke wetenschap hier slechts begaanbaar wordt geacht voor den wedergeboren mensch. Hetzelfde vinden we bij Prof. Haitjcma, en het is daarom, dat ik hier kortelijks zijn meening wil weergeven. Wat ons telkens bij Haitjema treft is de geweldige ernst van zijn betoog. In zijn critiek spaart hij ook eigen vroeger werk niet, en zelf laat hij vallen de stelling van zijn proefschrift: „dat de geldigheid van de idee eener Christelijke wetenschap ook nu nog voortvloeit, theologisch beschouwd, uit de belijdenis van de kosmische beteekenis van Christus, psychologisch uit de erkenning van het centrale karakter der Christelijke Religie". Voor Haitjema valt in het begrip Christelijke wetenschap 1) Idem blz. 105,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen