1929 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 65
57 een normaal fnensch dan wel, terwijl we er niets van merken! Wie zal gelijkenis tusschen vader en zoon in genen kunnen uitdrukken? En steeds maar weer beschrijft men penen voor allerlei eigenschappen. Het onderzoek naar a. die kleine constante afwijkingen bij den mensch, is bijzonder interessant, maar zal zichzelf door z'n topzwaarheid onmogelijk maken als fundamenteele theorie! We zullen naar de eenheid terug moetsn keeren en daii de oude genen in ander licht en op andere wijze beschouwen. (Wie zich hierbij spiegelt aan de enthousiaste theoriën, die ontstonden na den uitgroei van de celleer in de vorige eeuw, welke het dier als een Kolonie van onafhankeli]Ke cellen beschouwden — die spiegelt zich zacht ! !) Ik kom nu meer speciaal aan den stojfelijken grondslag van de erfelijkhe:d Daar het verband van vorm en stoi uog een veel omstreden twistpunt is, en altijd blijven zal, is het hier moeilijker om critiek te oefenen zonder zeil dogmatisch te worden. Voor mij kan het kernchemisme nooit de eenige grond zijn van den vorm, daar het wezen van den vorm van anderen aard is. De resultaten van de experimenteele embryologie geven ons hierbij steun. Kis we zien dat één cel, die in de toekomst een kwart van een dier zal worden, ook een geheel dier kan worden, als ze onafhankelijk gemaakt wordt, dan gelooven we niet xiieer, dat de vorm louter een resultaat is van onafhankeiijk en onbewogen >foortgaande reageerende stofdeeltjes. Wat de grond voor de vorm ook is, we mogen met Driesch i.eggen : „Het geheel is in de deelen, zooals de deelen in het geheel zijn." Wanneer we dit aanvaarden, kunnen we aat onbekende iets niet meer beschouwen als een machine, iie bij deehng aan zichzelf gelijk blijft en ook niet als een chemisch systeem, dat zich voortplant. We zouden dan niet kunnen inzien hoe de vorm zijn totaliteit weer bereikt bij de regeneratie van een verloren lichaamsdeel, om een "ooroeeld ie noemen ! De pogingen om verder te ontleden in het gebied der genen, voor zoover zij bedoeld zijn om hun gedrag chemiscn te verklaren, schijnen ons dan min of meer pogingen loi uitkomst, die echter hoe langer hoe dieper in de eens gekozen fuik binnenvoeren. Zoo bijv. over de eiwit-moleculen als laatste eenheden van het leven. Ris we zeggen eiwit is niet synonie'm met plasma en nog minder me^ leven, dan zou men kunnen antwoorden dat er nog allerlei
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1929
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1929
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's