1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 91

87 Wat dunkt u van het oordeel over het geslacht bij wien openbaar werd, dat het dossier aanzienlijk grooter is als voorheen kon worden vermoed. De natuurkunde kan ons alleszins verrijken, maar niet als Goden, doch als boeken, die wij dienen uit te lezen zonder stil te staan bij de driekwart maat. Gaarne maak ik nog een opmerking over het boek van Price; ik heb het niet gelezen en weet er alleen van wat Dr. Schouten indertijd daarover schreef in het orgaan; in het belangrijk Zuid-HoUandsch bibliotheekcentrum is het niet te vinden. Het komt mij voor, dat Price behoort tot de menschen met zeer veel kennis, maar weinig logica en speurzin. Price schijnt te profiteeren van de zwakheden der theorieën, om daarop een meening zonder duidelijken gelijkwaardigen grond te bouwen, verbonden aan een oordeel. Ik acht zulks niet raadzaam en zelfs onverstandig. Wil men een eigen meening bouwen, dan dient deze uit te gaan van gelijkwaardige gegevens als die der verworpen meening, met aanwijzing van fouten en van winst aan inzicht en beteekenis omtrent het onderwerp. Ik heb thuis een paar moderne boeken van schrijvers, o.a. van den voormaligen Dir. van Mij. Zeebad Scheveningen, die de maan uit de aarde halen en zelfs de zon om de aarde laten draaien. Deze werken staan vol feitenkennis, maar zij wemelen van gebrekkige of snel verouderde opvattingen. Zij zijn geschreven door niet-vakmenschen, die intens en alléén ontvankelijk zijn voor eigen ideeën en hunne ontwikkeling, zonder kijk op de zeer groote eigen zwakheden. Zij missen de routine van studeeren en onbevangen zoeken naar kennis, welke aller leven verrijkt. Dat de officieele wetenschap hen negeert is ook een gevolg van politiek, van een systeem van macht zonder liefde, want een critiek op dergehjke werken is gewoonlijk zeer gemakkelijk en zou de heeren kunnen verlossen van een waan. Deze zoekende zielen laat men in den waan, de schellen zouden anders aan den verkeerden kant kunnen vallen. De eerstelingen werden niet geoordeeld naar hun zwakheden, maar naar hun fout, in een paradijs van overvloed te hebben gegeten van één met name genoemden boom, dien zij niet noodig hadden. Ook dét is van beteekenis geweest voor ons heil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen