1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 61

57 de tijdsduur en de orde waarin de organismen ontstaan zijn. Ook zal ik niet met U nagaan de verschillende teorieën, die opgesteld zijn om beide te verzoenen. Ik mag U wel verwijzen naar het desbetreffende gedeelte bij Bavinck en vooral naar het keurige gedeelte in het boek van Prof. R. Noordtzij : Gods Woord en der eeuwen getuigenis, de 2de druk, p. 107 e v Met biezondere voldoening moet gezegd worden, dat we bij Noordtzij niets vinden van een wantrouwen in de resultaten der astronomie, geologie en palaeontologie. Het is bij hem niet: „We moeten afwachten wat over enige tijd de geologie zal leren, het is nog een jonge wetenschap, die nog zo weinig van de wereld heeft onderzocht, en er is nog zo veel onzekerheid". Noordtzij gaat niet de „Lücken" in ons hedendaagse natuurkennen uitbuiten tot eigen schade, maar hij spreekt van „het niet te weerspreken feitenmateriaal dat èn astronomie èn geologie en palaeontologie te onzer beschikking stelt". Gaarne willen we dan ook luisteren naar de oplossing die hij ons biedt ten aanzien van het Gen. 1-probleem. De 4 bekende teorieën verwerpt hij, en terecht. Want de restitutie-teorie en de concordistiese-teorie zijn exegeties onhoudbaar en stellen de geoloog niet tevreden, voornamelik op palaeontologiese gronden. De anti-geologiese is in strijd met de feiten, door de geologie aan 't licht gebracht en is uitvloeisel van een onjuiste Schriftbeschouwing. De ideeëleteorie brengt het gevaar van het mythificeren van Gen. 1, waardoor dit deel der Heilige Schrift louter een produkt van menselike fantasie wordt, zodat alleen een menselike faktor in de teboek-stelling ervan overblijft. Het komt me echter voor, dat, al verwerpt Noordtzij de ideeële-teorie in deze vorm, de door hem geboden oplossing toch het epitheton ideeël verdient en als een gelukkige korrektie der oudere ideeële opvattingen beschouwd kan worden. Immers, Noordtzij zegt dat de gewilde schrijver „historiese stof" heeft gegroepeerd, dat hij de „historiese" orde laat terugtreden achter wat hij zou willen noemen de „ideeële" orde. In heel de Heilige Schrift staat trouwens de historiese orde op de achtergrond, wijl het niet de bedoeling der door Gods Geest gedreven Bijbelschrijvers is, om in hun arbeid een soort leerboek der geschiedenis van het Joodse volk te geven, maar om in die geschiedenis te laten zien de grote werken Gods. De tien scheppingswerken (licht, uitspansel, land en zee, planten, hemellichamen, vissen en vogels, landdieren en de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen