GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59

Bekijk het origineel

1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

55 bepaling van de absolute ouderdom der aardlagen nog zwak en onzeker is, ik wees daar reeds op bij de bespreking van het principe van Lyell. Merkwaardig is, dat Van Deursen dadelik één berekening aangrijpt, die in zijn kraam te pas komt. De prehistoricus Holt heeft n.l. berekend, dat de tijd na het diluvium slechts 7000 jaar bedraagt. „En dit zou naar den tijd kunnen overeenstemmen met de Zondvloed", zegt Van Deursen, en hij vervolgt: „Misschien mogen we het ons zoo voorstellen : Volgens de geologie valt de z.g. ijstijd in de Noordelijke streken samen met den pluvialen tijd, een geweldigen regentijd (waarvan men zeer duidelijk sporen vond b.v. in Palestina, de /\rabische woestijn, Amerika). Dan zou die ijstijd en die pluviale tijd wellicht toch het (iiluvium wezen, d.w.z. de Zondvloed kunnen zijn. Indien wij deze conclusie : ,,,het diluvium op aarde is het gevolg van den Zondvloed" aanvaarden, dan hebben wij hier dus een voorbeeld van overeenstemming tusschen de Heilige Schrift en de geologie". Dat is nu m.i. een ongeoorloofd omspringen met de resultaten der wetenschap. Voor de geologie heeft Van Deursen bijna geen goed woord over. Nu echter de geologiese teorie van de ijstijd met het Bijbels Zondvloed-verhaal in overeenstemming gebracht zou kunnen worden, nu blijkt deze teorie nog zo kwaad niet. Nu worden ook plotseling de „sporen" van de pluviale periode in Palestina, de Arabiese woestijn en elders „duidelik". Maar de wadi's zijn toch geen „sporen" van een regenperiode? En zijn deze „sporen" zo veel duideliker dan de sporen die het ijs achterliet, zoals de fjorden van Skandinavië, de puinbedekkingen in ons land, Noord-Duitsland enz., met de zwerfstenen, keileem, stuwwallen, buitrotsen, enz. Spreken de wadi's 'n duidehker taal dan de Alpendalen, de fllpenmeren en de moreneafzettingen? We gevoelen h e t : wat strookt met de opvattingen van Van Deursen omtrent het Zondvloedverhaal, dat wordt geaksepteerd, maar o v e r i g e n s . . . . Maar Van Deursen is er nog niet! Want als het Bijbels Zondvloed-verhaal letterlik en in alle delen de juiste beschrijving geeft van een natuurgebeuren uit lang vervlogen eeuwen, hoe verklaart Van Deursen dan het ontstaan der wadi's? De zondvloed duurde rond één jaar. En 150 dagen waren de „wateren stil" (Gen. 8 : 1). Zijn de wadi's in de eerste 40 dagen ontstaan, of bij het weg-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's

1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's