GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 68

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 68

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

66 Hij dat is van alle andere creaturen, doch Hij schiep ons naar Zijn beeld en daarom is Hij tevens, krachtens het Goddelijk mysterie der generatie, onze Vader, gelijk de Schrift A d a m dan ook den zoon van God noemt i). Door nu in A^ religieuze verhouding te uitsluitentl een rechtsverhouding te zien, heeft

de oude Gereformeerde ethiek onmiskenbaar een zeker

nomistisch karakter gekregen, dat ook door de belijdenis van het leerstuk der Christelijke vrijheid niet geheel is weggenomen. Bij de Puriteinen was dit nomisme veel sterker dan bij CAI.VIJN, en VOETIUS heeft, gelijk wij gezien hebben, de puriteinsche ethica hier tot juister afmetingen teruggedrongen.

Toch kan men niet ontkennen, dat ook zijn ethiek er niet

geheel van is vrij te pleiten.

Ik heb daarmee niet het oog op zijn leer

van de adiaphora, want ook de Voetiaansche ethica leerde, dat zedelijk niets onverschillig is. Evenmin bedoel ik zijn als onzedelijk veroordeelen van dans, komedie en weelde, of van het kaartspel, waarin zelfs SCHOPENHAUER,

of van

de noodleugen,

waarin

motieven, met hem samenstemmen.

KANT,

zij het

ook uit andere

Doch wat ik op het oog heb „is^,zrjj3^

verwarring JuAschfin. het ethische en juridische, waar hij b. v. in zijn leer over de casuïstiek bij de gevallen van subjectieve plichtencollisie den beoefenaar der ethica ten laatste verwijst naar de juristen van professie -), en wel met een a r t i f i c i c r e d e n d u m e s t i n s u a a r t e , terwijl ook bij de behandeling d^r geboden zelf het verschil tusschen het dwingend karakter van het recht en de gewilligheid van het zedelijke, tusschen rechtsplicht en zedeplicht vaak niet genoegzaam uitkomt. Sprak ik zooeven van

een element van waarheid, dat het Coccejanisme tegenover het

Voetianisme aan het licht heeft gebracht, ik dacht toen aan

het verzet

bepaaldelijk

tegen de te sterke legaliteit in de ethiek.

Bij de

Coccejanen, gelijk wij zagen, een toevallig juiste conclusie uit valsche praemissen en door die praemissen dan ook storend voor heel de ethische ontwikkeling in de Theologie, bij ons echter resultaat van een onder Gods bestel verrijkt bewustzijn en daarom, wijl wij in de beginselen met VOETIUS

1) Luk. 3 ; 38. 2) D i s p . S e l e c t . III, p. 36. Nos autores sumus theologis, praesertim si ex professo juri operam non dederint, ut in casiljus difficilioribus proprio qualicunquc studio, aut privatae suae leetioni non confidant, sed pracstantiores artifices liic consulant, juxta illud philosopiii: A r t i f i c i c r e d e n d u m e s t in s u a a r t e . Ila tutius et casus positionem intelligent, et praedicatum cum ilio cont'erent.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 68

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's