Oorlog en vrede - pagina 113

Voor de mededeeling van hetgeen er in het afgeloopen jaar binnen den academischen kring merkwaardigs geschiedde en voor de overgave van den rectoralen staf heb ik slechts kort uwe gewaardeerde aandacht van noode. De beroeringen onzer dagen vormen een schril contrast met de behagelijke rust, die het voorbijgegane academiejaar kenmerkte. Noch uit den groep van hen, die bij onze Universiteit tot bestuur en toezicht geroepen zijn, noch uit de rij der hoogleeraren werd iemand door den dood weggerukt. Ook al onze studenten bleven gespaard en wij dragen niet als zoo menige buitenlandsche academie rouw over discipelen, die in de lente des levens voor het vaderland vielen. Al maakte de dood geen scheiding, toch bleef daarom wisseling in den universitairen kring niet achterwege. Het zesde artikel onzer Statuten, hetwelk eischt dat jaarlijks één der vijf directeuren aftreedt, die dan niet terstond herkiesbaar is, richt telken jare verwoestingen aan; dit jaar viel de heer Th. R u y s Gzn. als slachtoffer. Wie bedenkt, dat bij den heer R u y s notarieele accuratesse met hartelijke welwillendheid in schoone harmonie gepaard gaat en daardoor een vlotte, aangename omgang tusschen president-directeur en senaat gewaarborgd was, voelt dat slechts noode dit offer aan den reglementairen Moloch wordt gegund. Niettemin wordt aan zijn opvolger, den heer J. H. de W a a l Mal e fijt het hartelijk welkom toegeroepen. Reeds voorheen was hij met de bestuurshoogheid onzer school belast, trad af.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen