De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 19
17 schijnt. Maar geldt hetzelfde van de openbaring der nieuwe be'deeling? Hier staat immers Christus aan het begin. Kan daarbij van ontwikkeling worden gesproken, of gaat het van het hoogere naar het mindere? In verband met richtingen van den tegenwoordigen tijd is het goed zelfs de vraag te stellen: is hier niet [ontaarding? Een andere moeilijkheid, die met de vorige samenhangt. Het Oude Testament teekent ons de geschiedenis van eeuwen, het Nieuwe spreekt ons van een zeer korte periode. In die korte periode valt een groot aantal geschriften. Juist, omdat ze door weinig tijd van elkander gescheiden zijn, zou men wenschen de chronologie nauwkeurig te kennen en dat is niet het geval. Het Oude Testament spreekt van één volk, Israël, en als het van de volken spreekt, dan is het slechts ter wille van het volk der openbaring. Maar in het Nieuwe Testament lezen we al spoedig van de uitbreiding van het evangelie, de volken komen tot den Christus. Er is niet langer één openbaringsvolk, de bijzondere openbaring komt tot meer dan één. God spreekt te Rome en doet in Korinthe wonderen. Hij spreekt in Klein Azië en onttrekt zich aan Jeruzalem niet. Bovendien de Bijbelsche Geschiedenis gaat over in de Kerkgeschiedenis en al zal niemand beweren, dat God zich in de Kerkgeschiedenis niet openbaart, al kan men zelfs zeggen, dat er in de eerste periode van de Christelijke Kerk een zeer bijzondere openbaring Gods geweest is, doordat profetie en wonder veelvuldig zijn geschonken, die openbaring Gods draagt toch een ander karakter, dan die welke in het Nieuwe Testament wordt beschreven, ze heeft niet een normatief karakter voor alle tijden, maar was voor een bepaalden tijd, haar beteekenis voor later is een heel andere, dan van die, welke door grafische inspiratie werd geboekstaafd. Het is echter minder eenvoudig, dan het schijnt de scheidslijn precies te trekken ^). En mocht het gelukt zijn nauwkeurig het punt aan te wijzen, waar de Bijbelsche Geschiedenis ophoudt en die van de Kerk begint, dan ben ik nog niet gereed. Want de Bijbelsche Geschiedenis moet van de ') NösOEN, a.w., I, bl. 8 vlg., 11. Godsopenbaring
2
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1925
Rectorale redes | 76 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1925
Rectorale redes | 76 Pagina's