GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 45

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

35 gaan, zijn of doen"se). Doch, hoe „duidelijk" ook, dit princiep geldt niet voor alles, doch alleen voor het terrein bestreken door de dialectiek, of, om in de terminologie der juist in deze periode opkomende ideeënleer te spreken, het veld der ideeën, welke door schouwen (êéa) zijn te kennen. Daarentegen geldt het niet voor de lagere wereld; deze is slechts toegankelijk voor waarneming (aïoêrjoi?) door welke we „hetzelfde tegelijk als één en als oneindig veel zien"57). Men ziet — het is de oude gedachte der Eleaten: de kennis der lagere wereld gehoorzaamt niet aan het principium contradictionis; wat PLATO echter van ZENO onderscheidt is dit, dat hij daardoor niet vervalt tot een negeeren van het lagere terrein. De antinomie van 't oneindige is daarmee aanvaard, maar tevens ingekapseld in het gebied van het waargenomene. Het gekunstelde van deze „oplossing" is evident: de ware schuldige, de ascendeerende methode der arithmetica universalis, gaat hier vrij uit, terwijl de waarneming, die toch reeds bij PLATO niet in al te goeden roep staat, nu bovendien verantwoordelijk wordt gesteld voor een moeilijkheid, aan welke ze part noch deel heeft! PLATO mocht met deze constructie al bedoelen de antinomie uit de mathesis te bannen, dit verhinderde niet, dat z'n pogen bij tal van mathematici op verzet stuitte: een man als ARCHYTAS b.v. bleef het Pythagoreïsme trouw, al ging z'n leerling, THEAETETÜS, naar de Academie over. Ook PLATO was het dus niet gelukt de antinomieën van het oneindige op te lossen. De erkenning der volle geldigheid van het principium contradictionis zal men dan ook bij hem tevergeefs zoeken. Op een ander punt, eveneens met dit principium in verband staande, was hij echter gelukkiger. De scherpe scheiding tusschen de ideale en de empirische wereld deed hem het verschil tusschen lager en hooger ongetwijfeld in een onnatuurlijke vergrooting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's