GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 64

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 64

Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

58 en het historisch aspect doet echter niets af aan de modale souvereiniteit in eigen kring dezer beide. Wij zagen immers, dat reeds de modale structuur van het recht de competentie als rechtsuicLcht aan de historische macht bindt, zonder dat daarmede de modale structuurgrenzen tussen recht en macht worden uitgewist. En in iedere sociale kring is de typische competentie in een typische historische machtsvorm gefundeerd. Wij kunnen alleen zeggen, dat het overheidsgezag naar schriftuurlijkchristelijk inzicht, met de zonde samenhangt, om der zonde wil is ingesteld, maar dit is iets anders dan GURVITGH' opvatting, dat het een „deformatie" van het ware sociale rechtsgezag zou wezen. Dit overheidsgezag nu kan in afgeleide zin door een reeks organen worden uitgeoefend, die tegenover elkander een relatieve onafhankelijkheid bezitten en wier competentie in de grondwet en nader in zgn. organieke wetten geregeld is. Maar de oorspronkelijke competentie vraagt een rechtsorgaan, dat binnen de structurele grenzen van de statelijke rechtsmacht inderdaad met het hoogste gezag is bekleed en zich ook bij tijdelijke suspendering van een positieve grondwettelijke orde als overheid kan legitimeren, doordat zij in staat is haar publiekrechtelijke taak te vervullen op de grondslag van het territoriale monopolie der zwaardmacht. Het zgn. noodrecht is ons te zeer vertrouwd geworden, dan dat wij ons nog aan de illusie van de „logische geslotenheid" van de positieve rechtsorde kunnen overgeven. Dit blijft de kern van waarheid zowel in het Romeins-rechtelijk adagium: „Princeps legibus solutus est" ®*) als in de beroemde theorie van de „pouvoir constituant". Zelfs K E L S E N moest er mede rekening houden toen hij de positieve rechtsorde in een oorsprongsnorm fundeerde, die zelve niet als positieve rechtsregel werd aangediend, maar alleen het oorspronkelijk orgaan voor de rechtsvorming aanwees. Zeker is, dat dit oorspronkelijk of hoogste overheidsorgaan zich bij een democratische traditie van het staatsieven nimmer zal kunnen legitimeren zonder de steun der volksovertuiging. Maar een staatsvolk kan als zodanig nimmer zelve met overheidsgezag bekleed zijn, omdat het niet tot regeren in staat is, hetgeen steeds de taak van een élite is. De grote Franse staatsrechtsgeleerde MAURICE HAURIOU heeft aan deze stand van zaken, zij 't al in de terminologie van de traditionele souvereiniteitsleer, een treffende uitdrukking gegeven in zijn onderscheiding van de souverainité du gouvernement en de souverainité de sujétion, die beide overkoepeld worden door de souverainité de l'idée de l'état""'). ^*) In de verdediging van dit adagium tegen de moderne objectivistische theorieën der rechtssouvereiniteit ligt ongetwijfeld de sterkste zijde van HELLER'S betoog. 85) MAURICE HAURIOU Précis de droit constitutio.nnel (ae éd. 1929) p. 86 e.s.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's