GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Calvijn : leidsman en voorbeeld - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvijn : leidsman en voorbeeld - pagina 22

Rede ter gelegenheid van den vijfenzeventigste gedenkdag van de stichting van de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

laat men aan Calvijn recht wedervaren. Calvijn heeft er zich terdege rekenschap van gegeven, of de Mozaïsche wetsbepalingen voor Christenen nog kracht van wet bezitten. Deze vraag werd door hem in bevestigenden zin beantwoord. En degenen, die over dat punt een ander oordeel hadden, meende hij als goddeloze mannen te moeten betitelen. Zij behoorden als verachters van het Woord Gods te worden op zij gezet. *") Nog een tweede factor moet met betrekking tot Calvijns principieel standpunt in aanmerking worden genomen. Ik heb op het oog de bijzondere plaats, welke hij voor de kerk vindiceerde. Hij had er bezwaar tegen de kerk te beschouwen als een religieuze vereniging, door menselijk initiatief tot stand gebracht, waar ieder naar believen zich bij kan aansluiten en straks weer zich aan kan onttrekken. Het bestaan der kerk houdt echter volgens hem ten nauwste verband met Christus en met het ingeplant zijn in Christus. Christus, het Hoofd des lichaams, is grond en oorzaak van de kerk. De gemeenschap met Hem is hier allesbeslissend. W a t de kerk is, is zij enig en alleen door de gemeenschap met Christus. De kerk verschijnt zodoende als een levend organisme, waarin alle leden op elkander zijn aangewezen en geen lid het stellen kan zonder het andere. Vandaar dat Calvijn veroordeelde de zelfgenoegzaamheid van den vromen mens, die zich stelt tegenover de kerk. Hij achtte het een grote dwaasheid, dat de afzonderlijke leden, met veronachtzaming van het gehele lichaam, zouden streven alleen naar eigen profijt. *®) Zo spreekt het vanzelf, dat hij allerminst vrede kon hebben met degenen, die zich geheel van de kerk losmaakten en een eigenmachtigen weg volgden. Hij beschouwde dat als een belediging, rechtstreeks aan Christus aangedaan. Wie zich aan een dergelijk vergrijp hadden schuldig gemaakt, mochten naar zijn mening niet ongemoeid blijven. In bepaalde gevallen, met name wanneer er sprake was van een publieke schending der ware religie, vond hij aanleiding tot een ingrijpen door de overheid met de zwaarste straffen. *®) Het is door de hier gememoreerde beginselen, dat Calvijn geleid werd bij zijn optreden tegen ketters, heksen en dergelijken. Nu kan er ten aanzien van de waardering van de al of niet juistheid van die beginselen verschil van gevoelen bestaan. Men kan zelfs de consequenties, waartoe het aanvaarden van een dergelijk standpunt aanleiding geeft, uiterst bedenkelijk achten en neiging gevoelen tot het trekken van een vergelijking met totalitaire beschouwingen, welke ons uit den jongsten tijd maar al te bekend zijn. Wat het laatste punt 18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1955

Rectorale redes | 32 Pagina's

Calvijn : leidsman en voorbeeld - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1955

Rectorale redes | 32 Pagina's