GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kringloop.

Mevrouw van H(oogistraten)—S(ahoch) k'omt ïn „Christelijk' Vrouwenleven" in zake de geslachtelijke voorlichting tot soortgelijikje conclusie als onze vorige Pers^schouw. Zij, heeft het over een artikel, dat sexueele hygiëne op hfet ^program onzer kweekscholen wil zetten.

Is bet niet kenschetsend, vraagt W. F. J., dat ia 'ons land kennis vani het sexüëele leven, sexuëeïe 'hygiene, en seocuëele ethiek zelfs niet op het pro^ ' 'gram der kweeksdiolen. voor onderwijzers voor-' fcomt?

„Als weteia hielp", dan 0oü W. F. J. volkomen gelijk hebben, als w«ten je beschermde en weten ' je kracht gai, en jo aondige neigingen doodde, . ' dan bad hij een groot woord gesproken.

Maar heeft hij - ook gieleizen, wat Mevrouw Mierop Mulder onder bet opschrift van „Ik mo-eit spreken" geschreven, heeft in het Jantiari-n'ummer van „Le-• venskracbt" ?

Levenskracht Jan.-'afl.

Die Rein-Leven-bewejging grondde de sexuëeïe ellende op gebrek aaa kennis en voorlichting.

De reactie .is im gekomen, ", schrijft Mevr. M. M., „jongeren van 16—21 jaar zijn opgegrO'eid, in hen was meerdere klaarheid. Wij dachten er wonderen van en iziei, bet was een zeer bittere ervaring.

Het was een idealisme, dat geen rekening hield .' met bet feit der aonde, dat vergeet dat een mensch ' telgen zijn wü kan vallen, ook ondanks heilige I en goede voornemens, ook ondanls veel weten."

Ik wü bier niet alles meedeelen. wat Mevr. '• M. M. izegt, maar zeker is bet, dat het een pijn-• lijke erkenning is, en dat vele dwepers met die zoogenaamde sesuëele voorlichting haar betoog wel eens leizen moigen.

Al dit soort werk is iZoio iets fijns en zoo iets , teers, er kan zooveel bedorven worden door verkeerd aanpaklcen, dat het dikwijls maar beter is, te zwijgen, dan niet op de juiste manier deze onderwerpen to benaderen.

Wat we toch in een kring draaien, wij, op-< voeders! Nu eens wordt ons aan alle Èixiten sexuëeïe voorhchtinig van onze kinderen aangeprezen, dan weer worden we er sterk voor gewaarsob'uw'd. Opvoeden is «len zeer moeilijk werk, en opvoeden is een zeer verantwoordelijk werk.

Barbaren en Gereformeerden.

Inderdaald is er in sommige opzichten in de opvoeding een , terugkber paar verlaten standpunten van vroeger: ©en cirkelloop.

En imoet het op buibenstaajn]ders niet den indruk' maken, of G-erefarmeerden van onzen tijd dingen naar Idea lof, die eenis aan Üe „Barbaren" werd toe­ gekend ?

„En ld© Barbaren hewèzteh ons geen gemeen© vriendelijkheiid", schrijft Lukas in jde Handelingen (28:2). : ;

Ik denk, dat thans oNder aridere richtingen weleens zal wowden gezegd „En de Gereform'& erden bewezen ons , geein gjemeen© vriendehjkheid".

Hier maald; er ©en de misstaadien, die hij in zijn kerk vermeent te onljdakken op de straten van het liberale Gaid ©n Asfcelon bekend.

Daar Ideponjeert een anjder zijn Machten oip het bureau van „Bergopwaarts".

En nu is er weer e^ idiie Dis Lingb'öek' in zijn beschuldiging tegen onze kerken leen handje helpt.

Misschien heriinlnert men 'het zich nog wel, dat ik voor ©enige weken aa|n Ds Lingbeek de yerziökering ]gaf, dat onze kerken ervoor zullen waken, dat de dwaling als zoulden alle gedoopten ook wedergeboren zijjn, niet insluipt.

Ik raadde Dp h. aan van ide dingen, welke onze klerken betreffen, wat grondiger studie te maken 'en voerde te zijlner verontscdiuldiging aan, Idat hij! zich in zijn vragenbus op zóó velerlei terrein beweegt, dat één man op al die markten tegeüjk onmotgelijk thuis kan zijn.

Ik hoopte echter, dait hijl termihisbe - van de geischieidenis en den toestand onzer kerken wat erintiger kennis zou hemen.

Helaas, het mag niet zoo ïiijh.

Een Gereformeerde broedetf steekt, volgens mededeeling van Ds U., hier een spaak in het wiel.

Hij wil hem van den plicht toit dieper studie ontheffen door hem' bewijsmatteriaal voor zijln stelling te leveren.

Natuurlijk stelt Ds ü. die waarlijk niet gemöene vriend'elijlldieid op hoogen prij's.

Hij voelt er zidh idoor aangedaan. Hij begint dan O: oik zoo 'echt lyrisch:

Wat is bet toch aiamigieniaami, dat ons blad zich toag verbeu'gen in 'ondierscbeddene oais welgezinde leiziers, die tevens lid zijn van de Gereformeerde Kerken in Nederland.

Dat hebben wij deizer dagen weer duidelijk ondervonden.

Van een 'onzer „Gereform'eerde" lezers ontvingen wij oiet alleen een afschrift van een artikel in het blad „De Reiformatie", aan ons adres gericht, door welke toetziending wij van dien aanval werden op de hoogte gesteld. Maar die vriendelijke Gereformeerde broeder, die begreep dat wij niet zoo go-ed als bij op de hoogte waren van al wat er in de Gereformeerde Kerken en Gereformeerde bladen omjg'aat, zond ons tevens ©enige gegevens, die wij als ammunitie aoiiden kuimen gebruiken.

Laat ons beginnen met dien Gereformeerden broeder te bedanken.

Onze BarbaarjGeirefortnieeïidei (Gien vergev© mij dezie benaming, hij Minkt toch wat vriendelijker dan: Gereformeerd© Barbaar), heeft dien dank' ook wel verdiend. Rekten leans uit, hoeveiel uren ran ingespannen arbeid hij den Vragenbus-reidaotteUr van „De Gerefo'rm'eerdie jKlerk" niet b'espaaji; ! Hoe hij' DB' L. inlicht? Men leze.

„Ik lees „De Reformatie", en nu trof' bët Dfig ' „zoo, dat Dr Hepp in no. 24, het nummer v& ai „11 Maart U aoo onderhanden nam over uwe vraag-' „beantwoording aangaande de onderstelde weder-„geboorte. Ik was er om verblijd, dat Dr Hepp' „iZO'O stellig durfde schrijven: „

„Daariegen'over kan ik Ds Lingbeek ver, zeke-„ „ren, dat geen enkel predikant onjzer Kerken op „ „den kansel de stelling', die bij „vele aanhangers" „ „in de scboienen schuift, verkojndigt, en indien! „ „iemand het zou wagen, zou bij onmiddellijk ker-„ „keiijk belbandeld worden.””

„Niet waar", schrijft dan weer op, z& Gereformeerde bro'eder; „niet waar? dat is wel zeer stellig gesproken en ik dacht: dat izal nu iocb wel de . waarheid wazen."

Tot zoo ver onze Gereformeerd© inzender, die zich zoo verblijdde over bet stuk van Dr Hepp.

Tot zulk een blijdschap kon Ds LL zich biet opwerklen.

„Wat ons betreft, dnze gevoelelnls waren giemengd", ZO0 onderbreekt hi| jien inzender.

En dan gaat hij! verder:

Maar nu komt Oinze Gereformeerde inzender weer aan bet vroord.

En dat niet om ons te vertaHen v? iat zijn eigen) ' looren hebben geliO'ord, want dan zou Dr Hepp kunnen iZiQggen: aoo'n duisterling; hij heeft de zaak ' natuurlijk geheel verdraaid.

Neen, onze Gereformeerde inzender komt met een getuige. Een getuige, even achtbaar als het blad „De Heraut" of „De Reformatie"; te weten met het blad „De Raizuin".

En de sdmjver daarvan is evengoed op de hoogte en eve'U betrouwbaar als de redacteur van „De ' Heraut", Dr H. H. Ruyper en als de schrijver in „De Reformatie": Dr Hepp. Immers, 't is Dr ' H. Douwmaiit Gereform. Hoogleeraar te Kampen.

En wat schrijift dan dase Gereformeerde Hoogleeraar in het Gereformeerde blad „De Bazuin"?

Volgens onzien Gerefoimeerden zegsman, die de ' moeite heeft genomen het alles voor ons over te pennen, als volgt:

„Een preek, die wij niet met genoegea hebben gele.zen."

Zoo luidt bet opschrift van Pnof. BoUwmans artikel.

In het Engelsche parlement zou men uitroepeni: „hoor, boor!"

Ook wij zijn één oor, als Prof. Bouwman. nU verder gaat en aegt van die preek:

„De schrijver schijnt van do meening uit te gaan, dat alle ged'oopten wedergeboren zijn, (bladz. 666); dat de gemeente aooals zij de prediking hoort wel reiniging, geen wedergeboorte van noode heelt. De uitdrulddnig: -„indien ik u niet wascb, hebt gij' geen deel aan Mij" en daarmede in verband de genade der wedergeboorte en bet deel bebbaa aa.n Jezius is niet uitgewerist. Zulk een preek (Prof. Bouwman is nog altijd aan het woord) (Zulk een preek hoort in „Menigerlei Genade" niefr ' thuis."

Zooals onze lazers bier meteen hebben kunneni .opmerken was dit dus een preek Uit de Gereformeerd© preeken-serie: „Menigerlei Genade".

Wat zullen wij nu tot deze dingen zeggen? „De Heraat"-reidacteur tartte oas de vorige week om één prediliant der Geireformeerden te noemen, die ook maar eenigszans dreef in de richting die wij hadden aangeduid.

En Dr Hepp, lang niet malscb, verzekerde ons, dat indien er onder de Gereformeerden één predikant van' zulk een leer werd gevonden, dezulke ; onmiddellijk kerkelijk aoU worden behandeld.

Wat ons betreft, wij tarten (om in de taal van „De Heraut" te blijven) wij tarten op onze beurt i „De Heraut" en „De Reformatie" om te bewij'-' zen, dat alles wat wij uit „De Bazuin" citeerea ; leugen, is, en dat dus van izulk ©en te ver drijvem van de leer der onderstelde wedergeboorte in de Gereformeerde Kerken waarlijk geen sprake is. Ook tarten wij denzelfd© om nu nó, g langer van „laster" te spreken.

Wij verwachten, dat „De Heraut" onze verdediging ook zal opnamen, gelijk wij aan bet verzoek van „De Heraut" voldaan hebben.

Verder laten wij daze zaak over aan de Professoren Kuyper en Bouwman en Dr. Hepp, als bun m'eer rakende dan ons.

In dezien laatsfcen zin hoojr ikl zoo iöts als het gejuich van een overwinnaar.

Dank zijl onzen B, arbaar^Gereformeei!de möent Dis Li., dait hijl de zieg© heeft bevochten.

Jammer echter, dat dez© overwinningsroies EOO kort duurt.

Want het laatste numtoer van „D© Bazuin" bevat een stuk van prof. Bouwman, 'dat het wap-en van Ds L. middendoor breekt.

Misschien wil de meermalen bedoelde Gerefo'rmeerde nu ook eens vriendelijk jegens „De Reformatie" zijn en dit overpennen en daarna aan Ds L. zenden, wi'en blijkbaar ons blad niet of althans niet geregeld onider die O'Ogen komt.

In „De Bazuin" van 12 Maart m'aakten wij ©ene opmerking over eane preek in „Menigerlei Genade" van Ds. Uytenbondt van Goevorden: „De schrijver schijnt van de gedachte Uit te gaan, dat alle gedoopten wedergeboren zijn, dat de ge-

ineente, .ziooals zij de prediking hcwoirt, wel reiniging, geen wediergeboorte 'van naode heeft."

Ds. Uytenhoudt deelde ons m-ede, dat dit niet juist is, en dat WT|' zijne bedoeling misverstaan had-• den. Zijne preek handelt over de voetwasschimg', d.wjz. over de .noodzaltelijkbeid van de reiniging der gereinigden. Hij is met ons van oordeel, dat de gemeente, zooals zij de prediking hooirt, wel ' ter dege wödergeboorte (in engeren zin) noodig heeft.

Wij zijn dankbaar voor deze mededeeling. Het was ook volstrekt niet onze bedoeling eenige blaam van onzuiverheid op onzen broeder te leggen, en stellen er prijs op, na de toelichting te verklarejn, dat de laster, di« in de laatste dagen omtrent de ieer onzer kerken verspreid is, door de preek van Ds Uytetthoudt niet kan noch mai^ bevordeird worden.

Mogein we ©r nu op hop'en, dat het adideïtjej dood is?

Waaroon heeft onze G-ereformeewi© bfoedjer zidh niet tot „De Bazum" gewiend?

Ook onze Redactie ontvitig naar aanleiding van prof. Bouwmans uiting eetn ingezonden stuk, maar wi| verwezen dea inzender naar prof. Bouwman.

Men Idoppie toch dadelijk aan het juiste adres. Maar, zoo zal een zwaartillende broeder misschien bedenken, hoe ptaat het dan toidh eigenlijk met die preek?

Het staat er heuisch goed mee.

Ik wil zelfe de bladzjijde, waarop pïof. Bouwman doelde, hier wel overnem'en en leest men die in verband met het bovenstaande, dan zal iedier moeten eitennen, dat er toch werkelijk geen wolkje aan ide lucht is.

Ds U. heeft het daar Oiver de voietwassching des Heeren als symbolisohe handelitng en zegt:

Vatten we haar, dan zal ons drieërlei duidelijk worden.

In de eerste plaats dit, dat wij, die eenmaal het teefcen van. den heiligen doop, het bad der wedergeboorte hebben ontvangen, dat ons zegt, dat God de Vader met ons een eeuwig verbond der genade hoeft opgericht. God de Zoon ons he.eft gewasschen in Zijn bloed en God de Heilige Geest in ons wonen en tot lidmaten van Christus' heiligen wil, niet aan Gods genade moeten vertwijfelen, wanneer wij somtijds uit zwakheid in zonden vallen, •en in de izonde blijven liggen.

Somtijds gebeart het, dat wij na ernstige overtreding ons moedeloos afvragen, zou er voor zulk een nog genade zijn; dat satan ons influistert: voor u geen behoud meer, de wereld zich verontwaardigd van ons afkeert, angst d© ziel bevangt, radeloosheid zich van ons meester maakt, wanhoop ons aangrijpt.

En dan?

Zie dan den Heere, den Mach.tig'e zich buigen, laan uwe voeten en hoor • Hem U tO'eroepen: Gij hebt niet van noode, dat u de handen en het hoofd, dat gij geheel gewasschen wordt, wie gewasschen is, is geheed rein, en heeft niet van noode dani de voeten te wasschen.

Ik ben bereid ook u, de voeten te wasschen. In de tweede plaats zullen vrij dan ook leeren ' verstaan, dat onze dageJijksche zonden en overtredingen geen kleinigheden zijn, die wij gerust over het hoofd mogen zien.

Er zijn menschen geweest en ze zijn er nog, die het met de heiligmakiag, de dagelijksche bekeoring, niet al te nauw nemen. Voortlevend op het oudbaldcen brood van veirouderde bevindingen, zwerven zij van hunnen Heere af, zich troostend met de gedachte, dat wie eenmaal gewasschen is, altijd rein is. Eenmaal bekeerd zeggen ze blijft bekeerd.

Men izij echter gewaarschuwd.

De Heiland heeft nadrukkelijk geleerd, dat ieder geloovige voortdurend van noode beeft, dat zijn Heere hem de voeten wassche, reinige van de hem nog aanklevende besmetting der zonde.

Moge deze geschiedenis èn Ds U. èn onz'en vriendelijk aangelegden broeder èn die Christelijke Gereformeerden, die nog steeds het verbondsmethodisme(!) tegen ons uitspelen tot leering zijn.

Darbisme II.

Intusischen heb ik iaog een belofte in te los'sen. Nam ik uit „Oude Paden" over, wat Ds Knap in een eerste artikel over het ontstaan van het Darbisme meedeelde, ik laat ér thans zijn slotartikel op volgen.

Welke is nu de leer der BaTbisten? Wij zouden eigenlijk kunnen volstaan met te zeggen, dat het niet uit te maken is. Bij eeni Kerk behoort natuurlijk een belijdenis, waai'door zij zich van andere Kerken ondeïscheidt. Elk kerkelijk scheepje vaart onder eigen vlaig. Het kost piets geen moeite er achter te komen, welke de leer der Luthei'sohe, Gereformeerde, Roomsch-Katholieko of Grieksch-Kathoheke Kerk is. Men heeft de bel^denisschriften, die een officieel karakteW dragen, slechts op te slaan, en men is terstond geheel op do hoogte. Er mogen hier en daall londer de kerkleden afwijkende gevoelens schuilen, daarmede heeft men echter niet te maken, 'wanneer men een onderzoek naair de offxiëele kerkleer instelt, - gij vindt haar van de Luther, sche Kc-rk in de Augsburgsche confessie, van de Gereformeerde Kerk in de Drie Formulieren van Eenigheid, van de Roomscb-Katholieke Kerk in den Catechismus Romanus, en zoo de geheele rij zonder uitzondering langs.

Rij do Darbisten komt gij er zoo echter niet. En dit wel om de eenvoudige reden, dat zij "niets van de Kerk als instituut willen weten. z| gaan uit van de gedachte, dat al wat in onzen tijd als Kerk optreedt zich op een pfincipiëel verkeerden weg bevindt. Het bederf der Kerk , is zóó diep ingevreten, dat het naïef heet van kerkherstel of reformatie te droomen. Trouwens, een Kerk zooals wij die kennen, mS, g er niet zijn. Zij is 'slechts een belemmering voor de verwezenlijking van de éénheid der geloovigen. De oprecht geloovigen moeten zich in vrg'e „vergaderingen" aaneensluiten zonder uitwendigen band, de Heilige Geesl alléén is de samenbindende Icracht, die allen als zonen van hetzelfde huis en broeders samen doet wonen, welk kerkelijk etiket ze elk afzonderlijk dan ook mogen dragen. Waar twee of drie an Mijnen Naam vergaderd zijn, heeft Christus gezegd, ben Ik in 't midden. Ziedaar het vrije gezelschap naar de meening der 'Darbisten. Maar deze meening is dan toch aan rechtmatige bedenking onderworpen. Dit heerlijke woord van Jezus tetaat toch niet als een losse uitspraak in hfdst. 18 vati Mattheus: het bevel der tuchtoefening gaat eir onmiddellflk aan vooraf, en waar deze tuchtoefening nu een kerkelijke handeling bij Uitnemendheid is, spreekt het voor , een gezonde uitlegkunde vanzelf, dat ook het ver> roIg der rede in de allernaaste plaats oip de Kerk ziet, zoodat wij de twee of drie, die ini Jezus' Naam vergajderd zijn, op te vatten hebben als de Kerk in haar kleinste formatie.

Met de verwerping der kerk-idee hangt bij de Darbisten op 't nauwst samen de verwerping der ambten, met name van Ihet leeraarsambt. Waar wij over tuigd zijn, dat de instelling der ambten op goede Schriftuurlijke gronden mst, daar zijn de Darbisten van oordeel, dat het ambt een zuiver menschelijfce instelling is, die njergens door Gods Woofd geboden wordt. Natuurlijk ontkennen zij niet, dat de Apostelen door handoplegging sommige dienstknechten des Heeren tot het ambt geordend hebben, de Schrift is op dit punt overduidelijk en laat geen tweeërlei uitlegging toe. Zij meenen echter, dat wat aan de Apostelen veroorloofd was, niet aan de latere Kerk toekomt. Die heilige Apostelen wai'en immers exceptioneele verschoningen, die over de gave des Geestes beschikten en haar aan anderen konden overdragen. Maar de Kerk is niet met de Apostelen gelqk te stellen en dus heeft zij het recht niet om iemand tot herdea? of leeraar te iroepen. De Heilige Geest geeft dit prerogatief niet uit eigen handen. Zoo komen de Darbisten er toe in hun vergaderingen ieder te laten spreken, die den Geest over zich voelt komen. Wie iets van boven ontvangt, mag dit uitspreken, maar een ambtsdrager, die bovendien nog wel gestudoerd moet hebben, is feitelijk een onding, dat er niet moest zijn en in hun kring dan ook niet geduld wordt.

Wij behoeven nauwelijks te zeggen, dat wi| een open oog hebben voor de hoogs" waardeering van do werking des Geestes, die mU deze opvatting spreekt. Maar wij komen oipi tegen het individuallisme, dat aan dezsr beschouwing ten graadslag ligt. Naar de Schrift werkt de Heiligs Geest sinds het eerste Pinkorfeest toch op eemgszins andere wigze dan hier voorgesteld wordt. De Heilige Geest is 'Uitgestort in de gemeente of kerk, twee woorden, die dezelfde beteekenis hebbon. De Gemeente of Kerk is dus de bedding waarlangs de levende wateren des Geestes steeds dieper de wereld moeten binnenstroomen. De actie des Geestes was bij zijn nederdalen on-middellijk sinds Pinksteren is ziJ! als regel echter middellijk en gebonden aan de Kerk, of wal voor ons hetzelfde is, aan het Woord. Uitzonderingsgevallen zijn uiteraard mogelijk: de Geesl kan in 't afgetrokkene beschouwd iemand midden in het heidenland, die nooit het evaagelie hoorde, aangrijpen en wederbaren. Maar als regel glijdt de geestelijke actie voort langs de geleiddraad der Kerk, ^ men denke slechts aan Paulus' uitspraak, dat het geloof ontstaat in den weg van het gepredikte Woord, 't Gaat dus niet aan te beweren, dat het roepen tot het ambt door oe Kerk een izuiver menschelijke werkzaamheid is. Houdt de Kerk zich bij die roeping aan het Woord, d.w.z. voelt zij levendig den band aan haar verkeeriijkte Hoofd, dan is het de Heilige Geest in eigen persoon dio de leiding bij de roeping tot het ambt heeft, — zie het aan het kerkelijke convent te Jeruzalem, waar in Handelingen 15 het besluit der vergadering met deze woorden bevestig! wordt: „Want het heeft den Heiligen Geest èn "ons goedgedacht". Er is daair wel geen-quaestie van beroeping of benoeming. Doch er wordt wel in gehandeld over een kerkelijke vergadering; en het is er ons om te doen duidelijlc te laten voelen, dal het presidium dier vergadering naar de overtuiging der aanwezigen feitelijk door den HeUigon Geest waargenomen werd, maar d, 'm niet meohamisch, doch zóó dat de overleggingen der aanwezigen er door geleid len geheiligd werden, er staat toch niet aonder reden: „den Heiligen Geest èn ons".

Rondom deze beschouwingen omtrent Kerk en ambt groepeeren 'zich andere eigenaardige opvattingeu, die er althans ten deele mede in verband slaan Het streven om in tegenstelling met de georganiseerde Kerk een gezelschap van innig-vroinen te vormen, waarin de Heilige Geest alles alléén is en op Zijn rechtstreeksche werking' onder verwerping van den middellijken weg gerekend wordt, leidde er als vanzelf toe een afwerende houding tegenover de „wereld" aan te nemen, 't Is raadzaam de aanraking met de wereld, die in 't booze ligt, zooveel mogelijk té vermijden. Lief? t bekleeden de Darbisten dan ook geen publieke overheidsambten, : al is dit niet strikt verboden. Hoe zij deze onthouding rijmen met het voorbeeld van ©en Jozef, die grootvizier van Aegvpte was en daardoor twee volken tot zegen geweest is, vatten wij niet. Wij voor ons vinden er iets van de „Doopersche Mijdinghe" in terug, die de weireld immer, '? ook aan haar lot ov& wil laten, terwgl de Schrift ons verplicht • haar voor den Christus op te cischen.

Dezelfde opvatting, dat natuur en genade ol wereld en Koninkrijk Gods twee terreinen zijn, die niets met elkaar te maken hebben, doch los nevens elkander liggen, komt ook uit in de Diarbistische opvatting der wedergeboorte. Naaf de Schrift brengt zij geen nieuwe schepping haast de oude, doch een herschepping van het oude innerlijke leven teweeg. Onze oude natuur met haar bijzoodereh aanleg en eigenaardige gaven, die voor ieder verschillen, - wordt er door vernieuwd, zoodat onze nieuwe mensch alle gaven en talenten behoudt, maas" ze door de weder-* geboorte geheiligd ziet. Volgens de Darbisten wordt de nieuwe mensch echter als een geheel nieuwi iets in ons binnenste verwekt buiten verband met den ouden mensch en zijn instrumenteering. Ook hier dus twee terreinen nevens elkaar en niet het ééne innerlijke levensterrein, dat door de genade ontgonnen en bevrucht wordt.

Wij zullen het hierbij laten. Slechts enkele grepen kenden w^ doen om de D'arbisten te karakteriseeren. W^ zijn het in theologisch opzicht niet met hien eens. Maar wel hebben wij groot respect voor de teedere godsvrucht die het deel van velen is. Er zijn er onder, die zeer dicht bij den Heere leven, en, wat ook iets beteekent, die branden van liefde - voor het verlorene en geen moeite ontzien om het met 's Heeren hulp aan de voeten van Christus te brengen.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's